woensdag 21 september 2011

Brie, bors.ten en een stijve nek


Het verplegend personeel vraagt of ik in het vervolg op de BEL wil drukken. Of harder wil roepen. 'Want', zo vervolgt de woordvoerster 'We hebben het ook wel eens over àndere patiënten.' Ze krijgen een stijve nek van me, als ze zich steeds maar moeten omdraaien. Ik beloof beterschap. Ik zal ze voortaan, van drie meter afstand, oppiepen. Zodat zij rustig kunnen doorgaan met het naar binnen werken van hun avondprakkie, het doornemen van de laatste soap of het bieden op vakantieveilingen via internet. 'Patiënt' is een ruim begrip.

 
Het rare is dat er ook gewoon twee lége stoelen in hun roddelhok staan, met vrij zicht op de balie en wie zich daar meldt. Maar daar vandaan kunnen ze het tv-scherm natuurlijk niet zien. Ik zal rekening houden met hun stijve nek. Er belt een vriend op die in de buurt woont. Of Keesje en ik zin hebben in een bord macaroni? Maar Kees hangt vol met draadjes en plakkers en kan niet weg. Hij krijgt een heerlijke ziekenhuishap. Als hij indommelt, ga ik toch zelf nog even weg voor een bord pasta (in plaats van me scheel te betalen in de bedrijfskantine). Ik piep het braaf door naar de verpleging. Ze zullen op Kees letten, het maakt hen niet uit hoe lang ('Hè hè', zullen ze denken, 'Eindelijk is dat mens 's weg').


Als ik na ruim een uur terugkom, slaapt Kees nog steeds. Maar hij heeft zich omgedraaid en de sensor voor zijn neus ligt nu ònder hem. Los en verbogen. De stijve-nek-zuster is verbaasd want: 'Ze is zojuist nog wezen kijken'. Morgen zal de arts wel zien hoe lang 'zojuist' geleden was, als het kaartje met gegevens wordt uitgelezen en er 'zojuist' één lijntje mist. Het is niet anders. En het is geen ramp.

Het uittesten van de computer vond Kees trouwens vet cool, toen bleek dat hij met het bewegen van zijn ogen of door te snorken met zijn neus, de lijnen die op het scherm verschenen kon 'besturen'. Scheel kijken was helemaal lachen. Een soort REM (rapid eye movement) race-spelletje. Met hemzelf in de hoofdrol.

Als we een dag later voor de zoveelste keer met de trap en de lift naar de zenuwenafdeling gaan (en voor de afwisseling steeds weer een andere trap en lift uitproberen) wordt Kees aangesproken met 'Robocop'. Even later hoort hij 'Je lijkt wel een kerstboom'. Goh, jongens, hoe lollig! Ik snap het wel hoor, die lift is normaliter natuurlijk saai en stil en zo'n kind is een mooie aanleiding om een praatje te maken. Maar toen er een man met een klompvoet binnenkwam, zei er niemand: 'Tjee, net een hockeystick zeg, dat pootje van u.'

Terwijl mijn robocopje opnieuw wordt gescand, lees ik in de wachtkamer over bedrogen weduwes (knap hè) in 'Anoniem' , 'Waarom sex met jezelf zo goed is' in 'Quote' en in 'Vrouw' kan ik er achter komen 'Of naturisme iets voor mij is'. Met een special 'Shoppen in stijl' bereidt de 'Tina' dametjes in spé voor op hun aanstaande koopverslaving. De puzzel op de speeltafel oogt twee keer zo oud als de arts. Maar dat zegt weinig over de kwaliteit van puzzel of arts.

Ik krijg trek en ga nu toch maar naar de ziekenhuiskantine. Er ligt nog één lekker broodje brie in de vitrine. Met rucola. Voor me staan drie witte jassen in de rij. Ik schat dat hun schoeisel een factor vijf duurder is dan dat van de gemiddelde patiënt. De vrouw van het trio laat haar blik over de koeling gaan en zegt, met een stem als die van Beatrix, 'De keuze is reuze' (Lees een 'g' waar de 'r' staat). Na te hebben afgerekend, tuurt ze langdurig op haar bon, waar één euro te veel schijnt te zijn aangeslagen. Het verweer van de verkoopster; 'Maar de kassa gaf het aan', maakt geen indruk. Ze krijgt haar geld -zonder excuses- terug. Eén arts kiest vóór mij het laatste broodje brie.

Een collega spreekt hen aan. Ze heeft kaarten voor de 'duizend-borsten-beurs'. (Heb ik dat goed verstaan? Ik wil ècht niet meeluisteren, wil alleen maar wat eten). De brieman zegt niet naar de borsten te zullen gaan: 'Ik heb niet voor niks radiologie gestudeerd' (waar is het verband?). De collega geeft niet op: 'Waarmee kan ik u overtuigen?'. Maar hij is onvermurwbaar: 'Er zal niemand van onze afdeling komen'. Ik kies een bolletje met kaas. Zodra het drietal buiten beeld is, hoor ik dat de man wordt uitgemaakt voor 'ouwe zeur'. Laat het broodje hem goed smaken.

Na het onderzoek lopen Kees en ik voor de zoveelste keer langs de stijve-nek-verpleegsters (niet kijken, niet luisteren, Lehti!). 'De andere patiënten', waarover ik niks mag horen, blijken dit keer 'groene of blauwe accessoires' (kleur van hun kussens op de bank? welk behang past het best bij hun man?). Als we in Kees' kamer zijn, piep ik hen op bij de balie. Vanuit het roddelhok klinkt een verveeld: 'Kamer acht heeft ook gedrukt.'
De arts-assistent bestudeert mijn papieren. Van andere afdelingen weet ze niks. Waar die zich in het ziekenhuis bevinden ook niet. En of andere afspraken voor Kees op dezelfde dag zouden plaatsvinden, daar gaat ze niet over. Wie daar wel over gaat, wordt me niet helder. Hij zal later deze week moeten komen. Of ìk daar bij moet of mag zijn weet ze niet. 'En u kùnt natuurlijk nu al een toestemmingsbrief voor een second opinion tekenen, maar', voegt ze er eerlijkheidshalve aan toe, 'de ervaring leert dat zo'n brief tegen de tijd dat ie nodig is (over een week) vaak al zoek is.'

'Een lastig iets hè, de logistiek in zo'n ziekenhuis', zeg ik begrijpend. 'Nou en of', beaamt de arts-assistent. Ze richt zuchtend haar blik ten hemel.

Als we tegen vier uur weg mogen, zeg ik tegen Kees dat hij nog even dag moet zeggen. Ze zitten met de rug naar hem toe. Als ik hard 'TOT ZIENS' roep, keren ze zich om.

Even later fietst Kees vrolijk over het zonovergoten dak van de parkeergarage. Morgen mogen we weer piepen.

8 opmerkingen:

  1. Dankjewel voor je woorden.
    Dat geeft moed, net nu ik weer eens dacht dat ik niets meer kon schrijven. Ik ga dingen van je lezen!

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Graag gedaan. Schrijven lijkt op schilderen. Daar heb je soms speciaal licht voor nodig. En dat scheen daar bij 'meisje' kennelijk mooi bij jou.

    BeantwoordenVerwijderen
  3. Ik denk op de dingen die het meest waar zijn. Uit mijn tenen. Zoals 'Brieven aan de halfgod'.
    Zonder ijdelheid.
    Toch blijf ik me afvragen waarom ik zoveel openbaar wens te maken. Wat is het voor jou? Lees je ook veel?

    BeantwoordenVerwijderen
  4. Hoewel ik het voor het begrip van het verhaal wel handig vond dat ik de achtergrond ken. :)

    BeantwoordenVerwijderen
  5. @ sam
    Een antwoord mail ik je liever, maar ik zie zo gauw geen adres/link in je profiel.

    BeantwoordenVerwijderen
  6. @ Novy,
    Gelijk hebt je, zonder voorkennis is er geen touw (of snoer) aan vast te knopen.
    Hoewel ik het toch best erg leuk vind dat je hier 's langswaait, veile vrouw.

    BeantwoordenVerwijderen
  7. N.a.v. reactie Novy
    De voorkennis luidt: Keesje slaapt veel en vaak op onlogische momenten. Vandaar dit onderzoek. Maar er is geen sprake van pijn en er gaat niemand dood. Kees wil wel graag dat er iets wordt uitgevonden om de dagen langer te maken. Wat die van hem zijn nu soms wat kort. Misschien frommel ik dit laten nog wel tussen de regels door.

    BeantwoordenVerwijderen
  8. Ah, had ik eerst even naar je blog doorgeklikt, had ik niet zo'n verhandeling over de Maartenskliniek tegen je opgehangen :) Hele andere tak van sport! Maar toch, dezelfde draadjes. Jullie ook succes met alles.

    BeantwoordenVerwijderen

Leuk dat je hier komt lezen! Nog leuker als je laat horen wat je er van vindt.