.....en Arthur en Nelleke natuurlijk niet te vergeten,
Ja, dit is weer 's wat anders dan dat ik júllie bespiegelingen lees over kerstdiners, zwervers of het eindeloze ikke-getwitter. Of over serveersters die schrijver in spé blijken te zijn. Maar dat was dacht ik Giphart die daarover schreef, om geen hoge verwachtingen te hebben, compleet met waarschuwende ramsj-scenario's. Die zich wellicht weer had laten inspireren door Will Self. Maar ik deed het lekker toch: mezelf uitnodigen voor het boekenbal. Middels een aanhef-loze email. Waar Renske op haar beurt weer over schreef: wat voor boodschap geeft de briefschrijver over zichzelf mee bij de keuze hierin. Ik liet hem maar helemaal weg, die aanhef. En zet 'm bij wijze van nagekomen bericht boven dit logje. Als een teckel die nog wat nakeft: 'Sorry, dit hoort er ook nog bij.'
Maar vanwaar die mail? (nu volgt enige uitleg voor lezers die niet Noordervliet, Japin, Brandt Cortius of Witteman van achteren heten). Wel, jullie hadden daartoe opgeroepen. Om een kort verhaal in te sturen. Van maximaal vijfhonderd woorden. Over 'foute vrienden'. Of nou ja, oproep. Meer het tegendeel. Zo van: waarom zou een gevestigd schrijver concurrentie aanmoedigen? 'Bedreigend' en zelfs 'Paranoïde horror' las ik, toen het over het effect ging dat het leger aan getalenteerde, nooit gepubliceerde schrijvers kon hebben op het gevestigde soort. Zulke termen fungeren als lokaas om dat leger uit hun tent te lokken. Als toefje slagroom werd de winnaar uit 2011 ten tonele gevoerd. Want zíjn roman verschijnt binnenkort bij Prometheus. Laat dat nu nèt één van de uitgevers zijn die mijn manuscript retour zond. Zonder verdere uitleg, want, zo schreef mevrouw de la Rive Box, ze ontvingen bij Prometheus tientallen manuscripten per dag. Vermenigvuldig dat met zo'n vijftig uitgeverijen -grove schatting- en je zit al gauw op een kwart miljoen per jaar. Da's best een heus leger. Arme jury. Arme jullie.
O, wacht, nu bijt ik mezelf in de billen. Want niets ontsiert zo, als iemand die zich zichzelf afschildert als 'talent'. Zelfkennis, bescheidenheid, dàt is wat scoort. Wat best krom is. Want degene die, net als ik, een stukje instuurt, wil natuurlijk gewoon winnen. Dus laat ik die calvinistische soberheid vandaag gewoon lekker voor wat ie is en blaas mooi hoog van de toren.
Want ik ben niet alleen goed. Ik ben ook nog 's erg braaf. Vier tips gaf je, Sylvia. De dromen, heidelandschappen en dat verdwaalde paard heb ik dit keer dus niet gebruikt. En van je suggesties 'pluizig diertje' en 'seks', koos ik voor die tweede. Dat ligt me nu eenmaal beter. Ook gebeurt er 'iets ergs' (tip 3) en sloeg ik de tekst zelfs op (4). Sterker nog, dat had ik al gedaan. Het verhaal wàs er namelijk al. Ik had het hier alleen verwijderd. Vanwege de seks, hè. Want ik ben braaf. En dit is een kuis blog.
Maar er is toch een probleem. Want ik hield me niet aan het onderwerp. Heb ik wel vaker last van. Ooit zei mijn leraar Nederlands van het Haags Lyceum: 'Mooi verhaal, maar dat vróeg ik niet.' Ook hier en nu viert de verwarring hoogtij. Ik vind muizen waar ik moet loodgieten, verwar eten met politiek of zoek een verband tussen hangtieten en ayatollah's. En ik laat jou, Sylvia, zelfs oppeuzelen door mijn bijtgrage liefdesvogel. Zo, genoeg reclame gemaakt. Maar ik heb me dus niet gehouden aan de opdracht. Ben niet zo goed in 'foute vrienden'. Of het moet deze eikel zijn. Maar die ken ik verder niet. Dus werd het een verhaal over een ziekenhuis. En over seks. Niet over een paard. Zonder foute vriend. Maar wel met bloed. En dat stuurde ik gister bij die mail.
Vanmorgen las ik het nog eens over. En ontdekte een woord te zijn vergéten. Van slechts drie letters, maar toch. Het oogt slordig. Of is onvergeeflijk, zo merkte ik eens als lid van een sollicitatiecommissie. Gedrieën voerden we een discussie. Moesten we de briefschrijver die een dt-fout maakte nu wel of niet uitnodigen? Wat het werd, ben ik vergeten. Wel weet ik dat uiteindelijk niemand de baan kreeg. Ze waren allen ongeschikt. Om mijn baas te worden.
Maar ik vergat dus, ondanks het nalezen in uitgeprinte vorm van de ruim vierhonderd woorden (ja, aan het kwantitatieve criterium had ik wel gedacht), een heel wóórd.
Gooi ik dat nu dan maar op het net.
Nasturen is ook zo wat.
Moet mezelf niet àl te serieus nemen.
Hier komt ie:
'wat'
Tweede alinea, één na laatste zin.
Tussen 'hoort' en 'hè'.
Even cutten en pasten.
Sorry voor het ongemak, Aaf en Sylvia.
Zo, dat heb ik dan ook weer rechtgezet op deze miezerige maandag.
En nu ga ik een speurtocht uitzetten.
Voor Leo
Die vandaag elf jaar wordt.
Hoera!
Met vriendelijke groet,
Lehti Paul (nee, dìt is niet mijn echte naam)
P.S. Op internet staat dat jullie ook leeftijd en geslacht van de inzender willen weten. Had dat er in de krant van 1 februari dan gelijk bij gezet, beste mensen.
Ik ben een man van 83 en draag een hoofddoek. Zo goed?
Posts tonen met het label Sylvia Witteman. Alle posts tonen
Posts tonen met het label Sylvia Witteman. Alle posts tonen
maandag 13 februari 2012
zaterdag 3 december 2011
Veren van Sylvia Witteman
Aaf Brandt Corstius. Ik hou van haar manier van schrijven en waarover ze schrijft. Waarom ik haar column dan niet vaker lees? Ach, het zal vast niet alleen met tijd, geld of prioriteiten van doen hebben, een nieuwe leesbril zou ook wonderen doen. Nu lees ik Aaf gewoon af en toe. In de wachtkamer, als ik bij mijn ouders ben, of in de krant van de buurvrouw.
Ik hou ook van Sylvia Witteman. Van hoe ze schrijft. Maar mijn vogel houdt er een andere mening op na. Ze maakt er snippers van, die ze sierlijk in haar staart steekt, tussen de andere veren. Met de zon er bij levert dat wel weer mooie plaatjes op.
Ik hou ook van Sylvia Witteman. Van hoe ze schrijft. Maar mijn vogel houdt er een andere mening op na. Ze maakt er snippers van, die ze sierlijk in haar staart steekt, tussen de andere veren. Met de zon er bij levert dat wel weer mooie plaatjes op.
Abonneren op:
Posts (Atom)