maandag 31 december 2012

Servile

In een ver verleden, maar niet ver genoeg om de taal waarin ik toen sprak, droomde en liefhad te vergeten, stond ik eens aan een raam van een enorm Toscaans landhuis. Tientallen kilometers ver kon ik uitkijken over het land van Volterra, Colle val d'Elsa en San Gimignano. De zon scheen genadeloos op bossen met steeneiken, cypressen, wijn- en olijfgaarden, ....afijn, er is beeld, nietwaar?

Binnen stond cake te garen, of reine claudes op het vuur tot jam te pruttelen of geitenyoghurt te fermenteren. Er was wellicht een middeleeuws festival aan de gang.

Ik gooide zijn portefeuille naar beneden. Gewoon, omdat hij daar om vroeg.
En ik boven was. En hij beneden.
Toen stond hij plotseling stil, keerde zich om, keek omhoog en vroeg: "Ma perchè sei così servile?" Waarop ik iets antwoordde wat leek op de woorden hierboven: "Perchè me l'hai chiesto" of "Perchè io sono sú, e tu sei già giù" Zoiets.  Of misschien zei ik alleen maar 'Cosí', 'Dáárom'.

Dat geeft te denken. Zeker als je de voorgeschiedenis erbij denkt. Waarbij ik met enige regelmaat rondhupste met blauwe plekken en aanverwante zaken. Wat dat aangaat is die nieuwe campagne tegen huiselijk geweld van Sire meesterlijk, want inderdaad 'Het houdt niet op....niet vanzelf'
  
Maar wat ik eigenlijk wilde zeggen, is dat ik me tegenwoordig, twintig jaar later, verbáás en eigenlijk ook irriteer over dergelijke servitù, dat servile zijn. Bij anderen. En dat begrijp ik dus niet goed. Van mezelf. Want het is gewoon zoals het is: omdat ik boven ben en hij beneden, of omdat er iets gevraagd wordt of, allemachtig mensen, omdat het toch ook gewoon fíjn is om dingen voor een ander te doen!    

We spelen pictionary. De oliebollen en pannenkoeken vliegen je hier om de oren. Ja, sterker nog, déze hij had aangeboden om vanavond voor mij, de kinderen èn mijn driekoppig bezoek te koken. En aangezien de kleintjes de hele week al om pannekoeken vroegen en ik voor pampus, ijlend en hoestend op de bank lag, en pannenkoeken wel het laatste was waar ik trek in had, smste ik terug dat àls hij dat wilde doen, het dan dus pannenkoeken zouden moeten worden. Wat hij deed. Servile com'è.
En hij dekte de tafel en
zette koffie en zocht naar de verloren sjoelstenen in de donkere schuur achterin de tuin en
zal op nieuwjaarsdag alles ook wel alleen gaan afwassen.
en toen zoonlief, al een tijdje kleuter-af -met een pak sap en glas voor zijn neus- om drinken vroeg,  snelde hij naar de keuken voor een glas en nieuw pak. Sokken aantrekken? Hetzelfde liedje. U vraagt hij draait. En ik, ik weet dat het goed en lief en zorgzaam en attent is. Maar ook zo servile. En daar word ik niet aardig van.

Natuurlijk bieden de kinderen aan om te helpen dekken (omdat ik ze dat zeg) en helpen ze mee met afruimen ("Kom jongens, als we allemaal iets meenemen, is het zo klaar"). Maar ik zou zo graag, ik zou zo graag...... Tja, wàt wou ik dan zo graag, hè? Dit is best een uitgelezen dag om daar eens over na te denken, lieve Lehti!

Meer rust nemen, dàt zou goed zijn, zei mijn eveneens zieke boekhouder vandaag tegen mij. Daar word je beter van en raak je minder spullen van kwijt. Die anderen dan weer, met een meer 'servilere' aard, al baggerend door een drijfnatte donkere tuin in een schuur voor me vinden. Nee, niet mijn tancodes, bril, telefoon of god mag weten wat voor onzaligs ik allemaal nog meer kan kwijtraken. Maar sjoelstenen dus. Zodat er, in combinatie met de sjoelbak die ik uit mijn 'kaboef' viste, mee kan worden gespeeld. Wie iets met symboliek of voortekenen heeft, mag nu los gaan.

O, wat 'kaboef' nu weer betekent? Of wat voor taal het is? Berghok. Duits. De taal die door meer van mijn deels hier aanwezige familieleden wordt gesproken dan het abracadabra hierboven. 

En nu ga eerst maar eens een potje sjoelen. Met kinderchampagne. En oliebollen.

Proost! Op meer rust! en servitú voor wie dat wil.

vrijdag 21 december 2012

Amsterdam ligt in de achtertuin....

....van Groningen dus, hè.
Wat? Dat wisten jullie niet?
Nou, toch is het zo. Echt en echtig, zouden ze in Vlaanderen zeggen.
Alhoewel. Die bekende vlieger, dat Groningen-Amsterdam korter zou zijn dan Amsterdam-Groningen, ging ook nu weer op (of kan een vlieger alleen níet opgaan?).

De intercity miste ik. Uiteraard. Daarvoor heet ik Lehti. Hoorde het fluitsignaal terwijl ik een kaartje kocht. Maar door dat gemis, kon ik mijn ov-chipkaart in orde maken. Eindelijk. Zo gepiept. De trein later was geen directe verbinding, had onderweg last van een storende overweg en dus boemelden we naar Zwolle. Maar die lieve conducteur aldaar wachtte ons op (en kreeg daarvoor op zijn donder: "Waarom ben je vier minuten te laat!?") met die gloednieuwe Hanzelijn. Over de mooie rode brug bij Hattem, door de hypermoderne Drontermeertunnel en toen dwars door de polder. Best jammer dat het donker was, en ik alleen door de druk op mijn oren begreep dat we in een tunnel moesten zijn. Maar zo zat ik dan toch, zoals ik hoopte, twee uur na mijn vertrek, in Amsterdam!

Maar terug, hè. Dat was me wat. Ik was op tijd. Maar het was meteen al mis. A4tjes op dienstregelingen geplakt, borden die + 10 minuten aangaven. "bovenleiding storing", "Er worden bussen ingezet" en tegenstrijdige adviezen: kon men nu beter over Almere of via Amersfoort reizen? Het werd het laatste. Alwaar een druk zwaaiende conducteur al die blind overstappende reizigers maande om vooral níet in te stappen: "Ja, we zijn te laat, maar dit is de trein naar Eindhoven, níet naar Groningen, die komt hierná, deze gaat naar EINDHOVEN!"

Ruim een uur later dan gepland was ik weer thuis. Nou ja, het was alweer donker, dus dit keer miste ik geen polder maar de Veluwe. Ik had het kunnen weten. Want Gróningen, zo zeggen ze in de randstad, "Kom jij hélemaal uit Gróningen?", dat is echt vréselijk ver van huis. 

Wat ik daar deed? In die achtertuin? Toch zeker geen dienstregeling uittesten?

Ik was daar voor het tornear van pasamanos. Trapleunigen dus. Uit Spanje. Van pvc. Die, door ze te verwarmen, van klei werden. Soort van dan. Samen met mijn vader boog ik die in de gewenste boog en hoek. Langs de lambrisering. Maf spul. Maar wel mooi.
 
En morgen? Morgen ga ik misschien nog meer hindernissen wegnemen ten behoeve van lastige heupen. Voor een andere beweeglijke moeder.
Hé wacht, dat bekt beter dan 'leuningbuiger' of 'wc-brilverhoger'. Opeens weet ik het: Ik word gewoon 'drempelverlager'!

 
















Zaterdagmiddag update: En dat deed ik dus. Bij Novy's moeder. Onder het toeziend oog van de drie kleinkinderen. Wàt zeg ik, veel méér dan ogen, ze boden zes helpende handen! Die lijntjes aftekenden waar ik moest zagen, schroeven zochten en keurden of de lijm wel goed was verwijderd. En chocolademelk dronken. Ook voor koffie werd gezorgd, door de vader van het drietal. En Novy zelf? Ik zat haar lekker in de weg. Ze stapte bij elke drempel over mij heen, ze vergat haar boodschappenlijstje en stuurde me net de foto hiernaast. Dank!

Klussen met ouders of met kinderen, zulk werk gun je iedereen.   

woensdag 12 december 2012

Vlaams vliegen (geen belgenmop)

Zonder veel saarfetuten gingen we met onze dikke frak naar de zee. Er was geen kat op het strand en ofschoon we vaak naast elkaar praatten, vonden we de schone bistro ginderachter beide beter dan het kot met de blaffetuurken. Het vlees op mijn bord was van een fijne beenhouwer. Zij koos geen straffe tas koffie, maar een pint met de naam Papegaei. Zelf nam ik een volle tas met warme cecemel. Beneden bij de piseins had een schrijnwerker schone veijs gebruikt en er was reclame (hoe heet dat mensen?) voor ne plooifiets. 'Ik wil er van af zijn', zei ze, en stak haar apparasie in haar sakosj. Thuis kuiste ze de inktvis zeer proper en smeet alle rommel in de vuilbak. Amai, de foef van het beest leek wel ne varkensluis! Maar 't was gedaan, dat was anbetant. Ik moest seffens terug naar Holland. En ik kon nog niet eens vliegen, laat staan Vlaams vliegen. Maar met een beetje oefening zou het wel gaan. Zeker en vast.












 








O, ja, nog dit. Weet iemand wat hier rechts op de foto staat? Heel Vlaanderen schijnt er mee te zijn opgegroeid. 

zondag 9 december 2012

Wilde boeken en de jacht

Er was eens, een jaar of zes geleden, in een huis hier onder mij, een stel dat elkaar sinds twee decennia kende. Zij was wild en hij las veel. Het verbaasde haar dan ook niet, dat hij verslingerd raakte aan 'zwerfboeken', beter bekend als 'bookcrossing'. (voor uitleg verwijs ik naar de officiële website van dit bizarre maar heerlijke tijdverdrijf om 'van de hele wereld een bibliotheek te maken').

De man ging bij nacht en ontij op jacht naar boeken. Want als er een boek werd losgelaten in het wild, ontving hij een 'release alert'; een melding over de plek waar het boek wachtte om bejaagd, gepakt en gelezen te worden. En als hij, of een andere boekenjager, zijn prooi binnen had, meldde hij zijn vondst op het net. Elk lid dat eens het boek in handen had gehad, kon zo volgen welke reis het aflegde. Oudgedienden mopperden op fora soms dat dit hijgerige jagen weinig meer met lezen had te maken. En echt ongelijk hadden zij niet. Wat te denken van een boek dat onderin een zandbak lag begraven of dat zat vastgebonden aan de slagboom van een overweg, zodat alleen bij het langskomen van een trein, onder het oog van tientallen wachtende fietsers, het boek kon worden losgepeuterd? Heeft niks met lezen van doen. Maar daarom niet minder leuk. 

De man legde en joeg op boeken. En hij niet alleen. De Groningse scene haalde er zelfs de krant mee. Men opereerde onder schuilnamen, een persoonlijke foto op je profiel was zeldzaam. Ook wie man of vrouw was, bleef vaak onduidelijk. Spannender dan facebook. Tot welke hilarische toestanden dit soms leidde, kan een goed jager teruglezen in de archieven van bookcrossing. Hier beperk ik me tot het boekenstel.

De vrouw kreeg er lucht van dat de uithuizigheid van haar ega niet alleen de jacht op boeken betrof. En ze bedacht -want dat gaat zo in sprookjes- een list. Zij werd, zonder dat hij het wist, zelf lid van de zwerfboekclub. Onder de naam 'Letterzetter'. Nu wil het toeval dat de vrouw toentertijd haar brood verdiende met het begeleiden van langdurig werklozen in een kringloopwinkel. En, net als bij tweedehands kleding het geval was, was ook maar een klein deel het ingebrachte leesvoer geschikt voor wederverkoop. Zo beschikte Letterzetter over honderden doorgedraaide boeken. In de trein naar huis selecteerde ze elke dag zorgvuldig de titels en broedde op haar plan. Ze zou een soort speurtocht voor hem uitzetten, door kwistig te strooien met boeken. Boeken over vrouwen, met wulpse plaatjes op de cover of met vrouwen in de titel. Waar hij dan op zou jagen, gissend wie toch die mysterieuze boekenlegger kon zijn. 

Aldus geschiedde. Hij volgde, maar vermoedde niet dat Letterzetter zijn lief was. De veelheid aan boeken en vreemde titels als 'Een vrouw volgt het spoor' wekten bij hem geen argwaan. Zelfs toen ze een boek afgaf bij een aardige 'abuela' van lichte zeden, en er op het forum druk werd gespeculeerd wie het boek bij haar zou durven afhalen, ging er geen lichtje bij hem branden. Maar liegen en leedvermaak waren niet echt haar ding, dus ze onthulde al gauw zelf haar grap. Toen was het even stil.

Letterzetter bleef langer lid dan nodig was voor de duur van de list, en ze kreeg al leggend en jagend, de smaak van het lezen te pakken. Ze maakte kennis met werk van Tom Lanoye, Nelleke Noordervliet en John Irving. En ze genoot met volle teugen.

Hoe het afliep met dat stel? Nou ja, dat ging dus, jaren later, alsnog uit elkaar. Zo gaat dat soms. Maar de boeken trof geen blaam, hoor. Sprookje van niks, hè. Geen spinnewiel, geen wolf, geen glazen muiltje ter verhoging van de feestvreugde, en zelfs geen behoorlijke moraal.

Scheiden doet natuurlijk lijden, maar opent ook het jachtseizoen. Op bewegend wild. En soms, soms levert die jacht dan weer een boek op. Een nieuw boek, nota bene. Als cadeautje. Nu schrijf ik zelden over boeken, maar aan dit boek had ik al eens een logje geweid. Zonder er in te hebben gelezen. Terwijl 1 miljoen Nederlanders me al voorgingen. Zal ik het dan toch wagen? Daar gaat ie: bladzijde 280: "We pakken het ritme op... op, neer, op, neer, op, neer ... en weer en weer en het voelt zo...lekker" (...) zwoegende (...) barstens (...) heftig (....) kloppend (....) tuimelend (....) kreten.

Hm. Ja ja. Wat zal ik doen met deze prooi? Ruilen of toch liever loslaten? Er zal vast gretig naar worden gezocht. Mijn eigen ingedutte instinct leefde gister ook even op. Want ik bejaagde een boek. Tussen de wortels in een winkel. En ik vond het!

Nieuwsgierig geworden? Ga ook op jacht! Waar? Nou, op zes december werd er in Amsterdam, bij de bloedbank aan de Plesmanlaan, een boek neergelegd. En fivergirl liet daar eerder al 'De vrouw van de keukengod', los. Ben je meer een type voor Baldacci?, die ligt in Zwolle te wachten op de vuilcontainer aan de Zanzegge. Misschien is ie nog warm van het lezen, want hij werd er vandaag neergelegd. In Groningen ligt in de poststraat 'de Pianoman' van Bernlef op nieuwe lezers te wachten. En ook in België ligt veel fraais. Zo reisde er een boek via Tilburg, Emmen en Castricum naar het station in Turnhout: 'Van aardbei tot zweepje'

Happy hunting! (en de vangst natuurlijk even melden)