Taalvirtuoos Wim Daniels nodigde in zijn wekelijkse zondagse taalspel twitteraars uit om termen te bedenken voor een winter die maar geen winter wil worden. Er volgden maar liefst 282 suggesties: 'Weigerwinter', 'Rokjeswinter', 'Winterslaapt' en, de mooiste, 'It-giet-net-oan-winter'.
Maar zoals dat elke winter gaat, half januari gaat het kwik dan toch nog dalen. Met nachtvorst, gladheid en het krabben van ruiten. Dus sta ik nu niet meer buiten te zweten zonder jas, maar hijs ik me 's ochtends fijn in mijn thermobroek en trek onder mijn werkkleding een warme wollen borstrok aan.
Zodra de kou zich aandient, kakt ook mijn werk vaak in. Tien jaar geleden baarde me dat nog de nodige zorgen. Ik moest de boer op, meer visitekaartjes uitdelen en wellicht zelfs adverteren, hoe moest ik anders mijn rekeningen betalen? Inmiddels leidt zo'n winterdip met vorstverlet niet meer tot paniek. Het biedt meer ruimte om te zingen, te wandelen in de winterzon, te schrijven over het weer en, wie weet, kunnen de schaatsen straks nog uit het vet.
Er rest me ook meer tijd om kennis te nemen van de toestand in de wereld. Op tv roept de stem van Umberto Tan ons op om het leed in Australië te verzachten. De krant toont een foto van geredde kangoeroes die aandoenlijk in de camera kijken.
Het besef dat men elders slechter af is dan hier biedt toch troost in deze donkere dagen.
En dat werk, dat 'giet vast wel weer oan' als het warmer wordt. Alles op zijn tijd.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
Leuk dat je hier komt lezen! Nog leuker als je laat horen wat je er van vindt.