Van verre zag ik de brievenweegschaal al staan. Alwaar een wat oudere kassière -mijn leeftijd dus- met een te luide stem juist bezig was een bakje bessen af te wegen. Een klant beweerde daar teveel voor te hebben betaald. Er moest een bon gecheckt, er was een sleutel nodig, er moest een meerdere worden gepolst en, vermoed ik, de besjes moesten gewogen want zomaar geld teruggeven, dat ging natuurlijk niet. Best lastig om een klantenservice te combineren met een tijdelijke waarneming van post gerelateerde zaken. Te meer als dit dient te gebeuren op de vierkante meter waar zich tevens de uitgang van één van de kassa's bevindt. De kassa waar men ook rookwaar koopt en dat zal vanwege de sluiting van de sigarenboer toch al meer klanten trekken.
Een jongere kassière nam mijn pakjes aan en ik zei dat ik graag wilde weten of mijn post 'voldoende was gefrankeerd'. Ze keek me glazig aan en haar 'Wat?' kwam vast niet omdat ik een mondkapje droeg maar omdat ze het woord 'frankeren' niet kende. Toen ze de pakjes even tussendoor voor mij wilde wegen, wuifde de luide-stemcollega wuifde haar weg met 'effe hierop concentreren hoor'. De bessenklagers kregen hun hun geld retour en dropen af, nu was het mijn beurt. 'Vier euro tachtig' las de kassière voor. Ik vermeed dit keer ouderwetse woorden en zei dat 'er al een aantal postzegels op zaten'. De jongedame keek wat hulpeloos naar de plakkers van de koning en toen naar haar collega, die nog steeds met de bessenbonnen in haar hand stond. Dat moest ze eerst afhandelen zei ze. Het ongemak van de jonge kassière was bijna voelbaar. Misschien kauwde ze nog op het woord 'frankeren'. Toen de luide stem eindelijk klaar was wist die me te zeggen dat ze helaas niks voor me kon doen. Het apparaat kon alleen 'vier euro tachtig' uitprinten en ze er kon er geen losse postzegels bijplakken, want die waren op, niet geleverd: 'Morgen misschien'. Onverrichter zake keerde ik weer huiswaarts, plakte de ontbrekende postzegels bij en was blij dat er om de hoek van mijn straat nog een brievenbus stond. Maar helaas, daar pasten de pakjes, ondanks dat ze als 'brievenbuspost' waren aangemerkt, toch niet in.
Terug bij de supermarkt bleken de pakjes gelukkig voldoende gefrankeerd maar ik was nog niet klaar, want dit keer werd ik bevraagd over de adressering: 'Is dat een vier?' en 'Staat daar een b'? Braaf en enigszins beschaamd om mijn onleesbare handschrift onderging ik het verhoor. Even later rolde het overgetypte adres als label uit de postmachine. Toegegeven, mijn handschrift is zo belabberd dat ik zelfs mijn eigen boodschappenbriefjes met moeite ontcijfer maar op de adressen had ik toch echt mijn best gedaan. En daarbij weet mijn generatie hoe leuk het is om aan de hand van een handschrift te raden wie de afzender is. De getypte labels werden over mijn geschreven adres geplakt.
Beteuterd maar toch blij dat de pakjes onderweg gingen, vroeg ik of ik nog wat rookwaar mocht kopen uit de kast achter de kassière, hoewel ik het antwoord al kende en er alvast aan toevoegde: 'Of moet ik daarvoor omlopen, door de hoofdingang en eerst de hele winkel door?' Dat bleek te kloppen.
Toen ik na mijn ronde door de winkel en het wachten in de rij om mijn pakje shag vroeg, bleken ook die op te zijn, niet geleverd... misschien morgen.
Dank voor de tip! Het voorkomt vast een hoop heen en weer geloop. :-)
BeantwoordenVerwijderen