vrijdag 25 april 2014

De houthandel belde toen ik in de avondzon de ochtendkrant las en toen lag er een kind in het water

'Rust'; dacht ik nog. Daar in het gras, onder het frisse groen, tussen de molshopen, omringd door lieflijke watertjes en meertjes. Met achter een boomwal het geluid van forensen die zich over de A28 naar huis spoedden.

Op veilige afstand, met een schuine blik op de krant, aanschouwde ik een potje 'rugby op het water'. Wist niks af van het bestaan van deze sport. Met bal, helmpjes en vooral veel gespetter. Een soort waterpolo, maar dan zittend. Ik moet er niet aan denken om zo'n verdwaalde mep met een roeispaan, of moet ik peddel zeggen, tegen mijn kop te krijgen. Doe mij maar de krant.  

De crisis moet wel erg zijn. Dat maakte ik niet op uit de krant. Maar meende ik te concluderen toen de groothandel mij opbelde om te melden dat ze me misten. Bij het horen van de bedrijfsnaam dacht ik in eerste instantie dat mijn rust voorbij was, en wachtte gespannen af welk bedrag er zou volgen dat ik hen nog schuldig was. Maar de uiterst vriendelijke mannenstem vroeg hoe het met me ging, dat hij me zo lang niet had gezien en of ik nog eens langskwam voor een geheel vrijblijvend kopje koffie.

In het niet meer vochtige gras, met een laaghangende zon, wachtend zonder echt te wachten, was ik erg geduldig. Ik hoorde de beste man uit over hoe het stond met hun bouwshop en de mogelijkheid om online facturen te ontvangen. Op mijn programma staan horren die ik nog moet maken. Misschien dat ik het hout voor het frame bij hun ga aanschaffen. Bij een kop koffie. En misschien krijg ik dan weer een knuffel kado. De eerdere bruine beertjes werden door mijn kinders 'houtje' en zaagseltje' gedoopt.

O ja, kinders. Dat was waar ook. Wel zo aardig dat ik wat interesse toonde voor zoonlief. Ik was hier per slot beland dankzij hem. Hij ging voor het eerst bootje varen, ik bedoel roeien, eh, kanoën, met een vriendje. De clou verklapte ik al in de titel.

Terwijl ik Kees ontdeed van het aan zijn lijf geplakte T-shirt, klaagde hij over het gebeurde. Over hoe stom het was dat hij na het omkiepen ook nog terug in de boot moest. Hij was liever naar de kant gezwommen. Maar dat mocht niet. Zijn slechte humeur was onder de warme douche gelukkig gauw over. En toen we het vriendje thuis afzetten, zei hij dat hij de volgende keer samen met hem 'Intouchable' wilde kijken. Want dat was zo'n mooie film.

's Avonds aten we Surinaamse kippensoep met het Algerijnse buurmeisje. En Griekse balletjes met basmatirijst. En sla met zachte geitenkaas. En gegrilde aubergines en courgettes.

Kees zette het nummer 'Fly' op. Dat hij zo mooi vindt. Van de film. 
En nu maar hopen dat er niet ook een vriendje op skydiven zit.

4 opmerkingen:

  1. Als de houthandel waar ik in vijf jaar tijd misschien drie schuttingpalen kocht, er tijd en moeite in steekt om achter me aan te bellen. Als ik een spiegel op maat bestel, maar de zaak die dat doet failliet blijkt, als er om me heen vaak zulke dingen gebeuren, ga ik vanzelf geloven wat de krant beweert. Maar misschien gebeuren die dingen altijd. En moest ik niet alleen de tv, maar ook de krant de deur uit doen. En dan alleen nog maar naar de lente luisteren. Hoogconjunctuur hoezee!

    BeantwoordenVerwijderen
  2. O, maar het was een retorische vraag hoor. De wereld werd een dorp en de crisis sloop binnen. Er is gewoon niet genoeg voor iedereen, zo simpel is het helaas. Waardoor de strijd om wel iets te hebben bikkelhard en tot op de penny gevoerd wordt. Je moet in deze maatschappij een gigant zijn met serieuse buying power om te overleven. De rest knijpen ze/we langzaam dood.

    BeantwoordenVerwijderen
  3. Het bittere is dat er op deze wereld wel degelijk genoeg is voor iedereen. Maar als de hele wereld (vooral de westerse) opeens de knop zou omzetten en ook handelen naar dit 'genoeg', dan stort de economie pas goed in elkaar.

    BeantwoordenVerwijderen

Leuk dat je hier komt lezen! Nog leuker als je laat horen wat je er van vindt.