Eenmaal boven bij de notaris moeten we toch nog wachten. De dames
drinken thee, de heren allen koffie. Er is eindelijk even tijd om een
paar woorden met de kopers te wisselen. Zij geeft Griekse les, mijn ex spreekt daar de nieuwe variant van. Hij is archeoloog. Romeinse
richting. Beide spreken ze Italiaans, mijn tweede taal. Dan schuift er
een derde heer in pak aan. Aan de ronde tafel leest hij een belangrijk en ingewikkeld verhaal voor. Waarna alle aanwezigen zonder
pak er hun handtekening onder zetten. Het zoontje van de
kopers bladert in het paspoort van zijn vader.
In de lift
terug naar beneden kijk ik met afgewende blik uit over nat en
schitterend Groningen. De hemel is al uitgehuild. Meneer de makelaar haalt
twee kadoverpakkingen uit zijn leasebak. Ik drink geen wijn. Maar dat
weet hij natuurlijk niet. Hij feliciteert ons: "Jullie hebben meer gekregen dan ik had gedacht". ("Jij anders ook", denk ik stiekem). Als hij me even omhelst, komt er wat snot op
zijn mooie jasje. Na het handen schudden rijdt hij naar het volgende tranendal.
Daar staan we dan.
Onder een strakblauwe hemel.
'Waar gaan we nu heen?'
Eenmaal terug
in de straat voor de aller- allerlaatste zooi, moet ik plassen. We hebben alleen nog een
sleutel van de buurvrouw. Kan ik zomaar ongevraagd van haar toilet
gebruikmaken? Zonder dat ik de kat hoef te voeren? Gisteravond hielp ze
nog met het inladen van mijn zaagtafel, die nog net tussen de box en
bureaustoel in mijn auto paste. Ja ja, al die spullen kwamen nog
tevoorschijn uit de catacomben van het kasteel waarvan ik maandag toch
echt meende dat het leeg was.
In mijn nieuwe huis heb ik
een nieuwe buurvrouw. Aan wie ik de box doorsluisde. Ze is net opnieuw
(oppas-) oma geworden. Tot voor kort laadde ik andere bruikbare spullen vaak over in de auto van mijn laatste vriend, met wie
ik, om het nog ingewikkelder te maken -een notaris is er niks bij- ook bijna buren ben. Waarna hij het weer versleepte naar zijn
tweedehandswinkel. Maandag vroeg ik het hem weer, schoorvoetend, of hij wat mee wilde nemen. Het was goed, schreef hij. Toen we elkaar zagen, na een maand, was de woede, die via de mail soms zo
welig tiert, gelukkig even weg. Een woordeloze omhelzing brengt
soms rust.
Ik sta nu weer de dralen op de stoep van het huis
dat het mijne niet meer is: 'Ik voel me net een kat van wie de kleintjes zijn verplaatst'. De makelaar appt me de meterstanden door.
Zes. Ik ben zelf de tel kwijt.
De beschimmelde skeelers
die ik naast de gasmeters vond, moffel ik tussen de fietswrakken in de
klusbus. Ook de douchebak, destijds aangeschaft voor het bouwen
van een nieuwe badkamer, die er nooit kwam, past er nog in. Gister
vroeg ik grote zoon Frans wat ie met de tweepersoons lattenbodem wilde. Nu sta ik het bed met mijn ex vast te sjorren op het imperiaal.
'Wil je die mop nog?' vraagt hij, 'anders wil ik 'm wel.' 'Nee',
zeg ik, en trek het ding waar ik net nog een laatste keer de door hem
gelegde houten vloer mee dweilde, weer uit de achterbak.
'Wat een puinhoop', zeg ik.
Hij beaamt het.
Een omhelzing.
Dat was het dan.
Als
ik de straat uitrij, zie ik hem in de
achteruitkijkspiegel de andere kant op fietsen. Hij houdt de bezem en mop in zijn hand.
Op de radio klinkt: What's the use to cry?
Ohboy, vreselijk!
BeantwoordenVerwijderenverhuizen, spullen delen, uitdelen, verdelen, splitsen.
En je gevoel ongeveer net zo.
Ik ben 15 keer verhuisd tot nu toe, de laatste 2 waren heftig, toen heb ik beide keren de kringloopwinkel een vrachtvol laten halen. Ik had niemand om iets aan te geven.
Ik wil echt niet weten wat hier allemaal op zolder rondslingert. Maar verhuizen, nee dank je, zo weinig mogelijk.
BeantwoordenVerwijderen