donderdag 31 oktober 2019

Er klinkt weer muziek op het feestje

Als er bij het ontbijt geen brood meer is om je lunchpakketje mee klaar te maken.
Als je het ijs weer van je voorruit moet krabben en de krabber kwijt is.
Als je autoradio al drie maanden stuk is en je muziekloos op klus gaat.
Als die klus van een simpel dichten van een kleine lekkage uitmondt in het afbreken van een gehele balkonvloer en dat dan blijkt dat er ook twee stalen draagbalken van het huis zelf zijn doorgeroest. En dat die dan doorlopen in het huis van de buurvrouw die het huis net voor een topprijs kocht.
Als je, in afwachting van een constructeur, naar een andere klus rijdt en ter plaatse ontdekt de benodigde ladder niet te hebben meegenomen.
Als er bij een door jou strak geschilderd huis na een half jaar weer lekkageplekken verschijnen.
Als je bij de stort de postcode van je werkadres vergat en vervolgens twintig euro moet betalen voor drie emmers gipsafval.
Als de prijs van een liter diesel de grens van één euro veertig is gepasseerd.
Als je bij thuiskomst aanbelt bij de Antilliaanse buurman die beloofde jouw radio te fiksen en dat die niet thuis is.
Als je daarbij een andere bovenbuurman tegen het lijf loopt die voor de zoveelste keer naar je briest dat hij door mijn afdak zijn was niet meer kan ophangen, dat er inbrekers op zullen klimmen en dat de kat van de buurvrouw bij hem naar binnen loopt. En dat ik nooit meer over hem mag klagen! Nooit meer!
Als je hem dan antwoordt dat je dat toch al niet deed en je waardering uitspreekt dat het de laatste jaren weer fijn rustig is, dat hij dan dreigt met 'De zomer komt er weer aan!'  (Lees: als jij je afdak niet afbreekt, ga ik bij mooi weer lekker Hazes meeblèren op mijn balkon en jij houdt je bek!')
Als je dan moedeloos op funda en woningnet rondsurft om te kijken of je elders heen kan vluchten.
Als je dan concludeert dat de woningmarkt oververhit en tegelijk potdicht zit.
Als de kat op het tapijt kotst.
Als je moe bent.


Dan rest je niks anders dan met je hoofd onder de dekens op bed gaan liggen. Met je bestofte werkkleding nog aan. Op het bed van je zoon uiteraard. Want op je eigen bed liggen nog twee wassen die gevouwen moeten worden. En dan, als je weer wakker wordt, gewoon te gaan wandelen. Weg van huis. Weg van lekkages en boze buurmannen, weg van kutklussen en kattenkots. Weg van de was, een volgestouwde auto en een bed vol bouwgruis. 

En dan blijken er opeens goudsbloemen te bloeien. En bramen. En zelfs rozen.  Dan tuur je naar roofvogels, hazen en fazanten. Bewondert de gouden haan op de torenspits die licht geeft in de avondzon. Dan zie je geiten die hun eigen sores hebben, zoals gras dat bij de buurwei groener is.







En bij thuiskomst belt dan de Antilliaanse buurman bij jou aan. Die dan in tien minuten je autoradio fikst. Gratis. Dan blijkt het gist dat al twee weken in de koelkast ligt nog goed te zijn en kneed je zelf twee volkorenbroden. Als die staan te rijzen lach je om het appje van je zus die vijftig bananen, zeven komkommers en een appel uit het afval viste en daar een feestje mee bouwt. En je kijkt vrolijk uit naar de volgende zomer. Zonder ijs te hoeven krabben en met 's avonds de deur open. Zodat alle buurkatten bij je binnenlopen en je lekker kunt meeblèren met 'de glimlach van een kind'. die door de straat galmt.













Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Leuk dat je hier komt lezen! Nog leuker als je laat horen wat je er van vindt.