Angstig en luid klinkt er een kinderstem van boven. Het poepritueel was voorafgegaan door het spelen met de knikkerbaan en nu ligt er een hele mooie knikker in de toitelpot, die geen plateau kent. Moeizaam hijs ik me uit bed en de trap op. In de richting van Keesje in paniek: "Me knikker is in de wéécéhéhéé gevallen". Tja, wat nu. Deksel van de pot eerst maar dicht doen. Geen paniek Kees, mama lost dit wel even op. Ze weet alleen nog niet hoe. Kees heeft niet alleen de gave om váák te poepen, zijn productie is vervolgens ook nog eens van een zeer onsamenhangende substantie. Intussen komt Leo zijn beklag doen. Die was nog niet uitgeslapen en is wakkergeschreeuwd door zijn broertje. We staan met z'n drieën beteuterd in de badkamer. En Leo kan niet plassen want doorspoelen, dat mag niet van Kees. Hoe redden we ons hier uit.
Ieder vak kent zo zijn voordelen als er zich huiselijke problemen voordoen. Dat van mij ook. Ik hijs me in het stoffige kloffie van de dag ervoor en ga rommelen tussen de kwasten en de krabbers. Ja, zowaar, één paar handschoenen is nog heel. Als een ervaren chirurg voel ik al gauw een harde knobbel tussen de uitwerpselen. Schijnbaar onverschillig neemt Kees zijn van stront ontdane knikker in ontvangst. Ik kan me prettiger ochtendrituelen bedenken dan dit.