'Verderop staan een paar skaters te liften', zegt Leo, als ik terugkom van een plaspauze bij Aix-en-Provence, 'Zullen we ze meenemen?' Na onderling beraad besluiten we dat als we wat bagage van achterbank naar laadruimte verplaatsen, ze er prima bij passen. Het lijkt me ook wel handig, een beetje aanspraak. We hebben er weliswaar driehonderd kilometer op zitten, maar nog zo'n negenhonderd te gaan.
'Vers Italie' staat op hun bordje. Dat komt goed uit, daar gaat onze reis ook heen. Hun longboards belanden naast de fietsen en de tent, de proviand wordt herschikt en de uren die volgen hoor ik flarden van gesprekken in het Frans en Engels. Dit is nog eens jarig zijn: onderweg, achter het stuur, twee zoons die kletsen met wildvreemden over reizen en rappers. Tot onze hilariteit wordt dit door de meereizende Normandiërs uitgesproken als 'rapers'. Als één van hen de favoriete 'raper' van Kees niet kent, stel ik hem voor het te zingen. Met een grote glimlach luister ik naar de prachtige basstem van mijn jongste telg. Als we Genua naderen loopt het tegen twaalven en zet iedereen nog één keer 'Happy birthday' voor me in.
Eerder op de dag werd ik al toegezongen door Italianen, Duitsers en een Amerikaan. Mijn zus zorgde voor twee Franse taarten, de restjes nam ik in de koelbox mee naar de volgende stop. Alwaar mijn vrienden uit Guadeloupe, Algerije en Versailles, waar ik eerder 'Bella Ciao' mee had gezongen, helaas al waren vertrokken. Maar het maakt niet uit. Onderweg zijn, verhalen horen en vertellen, samen zingen en dansen, genieten van het leven met mensen vanuit de hele wereld. Die in de bouw, aan het spoor of bij een bierbrouwerij werken. Die arts, autohandelaar of onderzoeker zijn. Dit is vakantie.
Behendig laveer ik over de te krappe bochten van de A7. Het verkeer wordt over spaghettislierten van asfalt en beton hoog boven de stad geleid. 'Jij vindt dit net karten, hè mam'. 'Ja lief, zolang ik niet de diepte in kijk, vind ik dit heerlijk. Ik leerde in Italië autorijden en het kan me niet bochtig genoeg zijn.' Meestal komen we uit het Noorden via de Brenner of Gothard Italië binnen. De prachtige kust van Ligurië ligt voor doorgaand verkeer uit Frankrijk onhandig tegen de bergen aangedrukt. 'Kijk, jongens, hoe mooi, onder ons ligt Genua en daar in de verte zie je de zee. Kijk ook maar voor mij, ik moet hier even opletten. Het is hier 'anstrengend' rijden.' Links er rechts van mij rijden andere vierwielers met onbekende inzittenden door de nacht. Anonieme reizigers waar ik de namen niet van ken.
Drie dagen later zal over deze brug eenzelfde vakantiegezin rijden. Waar ik de namen wel van ken. Ze wilden inschepen naar Sardinië. De weggebruikers links en rechts van hen zijn ook niet meer anoniem, hoewel ik nooit met ze zal kunnen zingen. Ze hebben gezichten en namen gekregen: Giovanni, Matteo, Francesco. Elisa, Stella, Marta. Carlos, William, Axele. De laatste was een Franse vakantieganger, die, net als onze lifters, de auto verkoos boven het vliegtuig. Er was een jong stel, zij kwam uit Arezzo, hij was geboren in de Cariben. Er reden mensen van of naar hun werk: een groentehandelaar, een kok, een anesthesist en een verhuizer. Er was een vrouw die sinds kort gescheiden was en die onlangs beiden ouders was verloren. Ze keerde huiswaarts na een vakantie in een kuuroord. Er waren twee Albanezen, drie Chilenen en een man uit Colombia die al jaren fervent fan was van Inter. Kinderen van negen, twaalf en veertien jaar oud. Een man die een gevierd motorcoureur was, een vrouw die Manuela heette en een carrière als mountainbiker tegemoet ging.
'Was'....
'ging'.....
Want al die levens stopten op veertien augustus boven Genua.
Ze werden bedolven onder enorme brokstukken van teer en cement.
----------------------
Zestig procent van de duizenden bruggen in Italië zou risicovol zijn. Een paar zijn er gesloten, andere stortten al eerder in. Ook bruggen die jonger zijn dan de Morandibrug bij Genua. Zo begaf de brug Palermo-Agrigento het in 2014 een week nadat ze in gebruik was genomen. Gister werd op Rai Uno beweert dat het weghalen van de restanten van de meer dan een kilometer lange brug bij Genua een te kostbare operatie zou zijn.
Toen de brug in 1966 werd gebouwd, schreef Paolo Conte 'il Ragazzo della via Gluck'. Een lied dat vraagtekens zet bij de zin van al dat cement, ten koste van het groen. Het vertelt over een jongen die goed geld verdient in de stad maar bij terugkomst het huis uit zijn jeugd toch niet kan kopen omdat het niet meer bestaat. De versie van Adriano Celentano wordt na meer dan een halve eeuw nog altijd gezongen. Buiten Italië zong Françoise Hardy het als 'La maison ou j'ai grandi', de Zweedse versie is van Anna-Lena Löfgren, de Noorse van Margrethe Toresen. In het Tjechisch heet het Závidím, in het Duits Die junge aus der Via Gluck. In Argentinië werd 'La casa Donde Yo Creci' uitgebracht en de Engelse versie van Verdelle Smith stond eind jaren zestig van VS tot Australië in de hitlijsten: 'Tar and cement'
Samen spelen en muziek maken lijkt me duurzamer dan het blijven bouwen van bruggen van cement.
Ja, zo is het, en niet anders.
BeantwoordenVerwijderenMooi geschreven, zusje.