Posts tonen met het label auto. Alle posts tonen
Posts tonen met het label auto. Alle posts tonen

donderdag 30 januari 2020

Liften moet je doen

Mijn steekkar maakt een mooi spoor in de pasgevallen sneeuw. Aangekomen bij mijn klusbus laad ik de kistjes gereedschap op de achterbank. Vanuit mijn ooghoek zie ik een groepje pubers op de stoep staan, ligt ineengedoken in een kringetje. Hun aandacht is waarschijnlijk gericht op de smartphone van één van hen. Maar dat kan ik niet zien want ze staan met hun ruggen naar buiten gericht.

Nadat ik de sneeuw van mijn spiegels en voorruit heb geveegd, eet ik in de auto nog snel even mijn vergeten lunch op, pleeg wat telefoontjes en keer mijn auto. Ik ben lekker vroeg vrij. De sneeuw is intussen weggestroomd met de regen, die nu met geweld uit de hemel valt. Raar weer.

Al laverend tussen de vele fietsers door zet ik koers naar huis. Drie straathoeken verder zie ik het groepje jongens opnieuw. In eenzelfde kringetje. Dit zijn overduidelijk geen Pieterpadlopers die voor de fun door de regen banjeren. Daarvoor ontbreken de Nordic walkingstokken en de Gaastra jassen. Deze jongens dragen slechts een papieren tas. Of meer de flarden die daar van over zijn.

Ik doe het bijrijdersraampje naar beneden en roep: 'Zoeken jullie iets?' De jongens kijken op van onder hun capuchons en lopen door elkaar pratend mijn kant op. Ze lijken lichtelijk in paniek. Uit hun half Engelse, half Duitse antwoord maak ik op dat ze hun klas zijn kwijtgeraakt en dat ze naar het Groninger museum moeten, van waar hun bus over tien minuten vertrekt. 
Het Groninger museum? Dat is compleet de andere kant op! De stakkers.  

Ze zijn met z'n vijven, dat zou net passen. Probleem is echter dat alle zitplaatsen al volstaan. Ik stap uit en zet de commandomodus aan. 'I will bring you there but first you have to help me to make some space.' Uitgelaten nemen ze de kistjes gereedschap van me aan en nadat de accuboren, schroevenbakken en verfbenodigheden schots en scheef in het laadruim staan, persen de jongens zich dicht tegen elkaar aan in mijn klusbus. 

Wat hou ik toch van deze leeftijd. Jongens met zware basstemmen en het postuur van een uitsmijter in spé maar met een houding die die van een kleuter nauwelijks ontstijgt. Het roept terstond de opvoeder in mij boven. Net als ik de dag eerder deed met mijn zoon van dezelfde leeftijd. Die me appte of ik hem van school kon halen vanwege een lekke band. 'Ja', schreef ik toen terug, 'Maar bij thuiskomst gaan we dan gelijk je band plakken.' Dit keer taxi ik vijf verloren pubers tegelijk. 

Als we door de Ebbingestraat rijden wijs ik ze op de vele voetgangers. 'If you get lost again, it might be better to ask one of them instead of checking your smartphone. All those people know where the Groninger museum is'. Eén van hen geeft toe: 'Yes, we are dumb'.

'Nou, jullie zijn vast niet dom, alle jongens van jullie leeftijd wonen in hun foon, dat doen mijn zoons ook. Maar soms is de weg vragen aan vreemden handiger dan internet. Belerend voeg ik er aan toe: 'Wat andere volwassenen jullie ook wijsmaken, als jullie later nog 's gaan reizen, ga dan vooral liften, dan ontmoet je nog 's iemand.'

Op de Eendrachtskade staat het zoals altijd vast. Het volume van mijn gezelschap stijgt. Eéntje belt opnieuw de docent om te zeggen dat ze er met vijf minuten zijn, dat ze worden gebracht door een 'Nette Frau'. Ik zeg dat ze vast boos op hen zullen zijn. 'Yes, very angry', antwoorden ze in koor. 

Exact om 14.20 uur stuift het vijftal uit mijn auto en steekt de weg over naar de al klaarstaande bus die na hun instappen gelijk de deuren sluit en vertrekt. Ik wacht nog even om te zwaaien, zodat de docenten kunnen zien dat die met plamuur en purschuim besmeurde Nette Frau geen enge heks is. Maar of ze daaruit de les trekken om toch vooral met vreemden mee te gaan betwijfel ik.

Op de grond voor de bijrijdersbank resten wat flarden van een natgeregende papieren tas.







donderdag 5 december 2019

Een kus voor de bus

Ik werd gebeld door de garage, mijn bus was klaar om opgehaald te worden. Voorzien van thermobroek, handschoenen, wollen ondergoed en twee paar sokken zou ik naar de andere uithoek van Groningen fietsen. Maar toen besefte ik dat dat niet kon. Althans, niet als mijn stalen ros ook weer mee terug naar huis moest. Normaliter passen er wel drie fietsen achterin, maar door mijn late klus van een dag eerder, had ik geen puf meer om de parketresten, verfemmers, een rol stucloper, dekzeilen, ondervloer en alle andere zooi uit te laden, en ging de auto met inhoud en al voor een grote beurt.

Niet getreurd, het openbaar vervoer is geduldig. 9292 vermeldde dat ik met slechts één overstap bij de afgelegen garage kon komen. Hoezee!

Zonder ijs van de voorruit te hoeven krabben stapte ik in een behaaglijk warme bus. Alwaar ik tientallen zitplaatsen voor het uitkiezen had, aangezien ook ik in een uithoek van Groningen woon en er vóór mijn halte vrijwel niemand instapt. De bus passeerde scholen, sportcentra en de binnenstad. Ik gaf mijn ogen de kost. Meiden met dicht geplamuurde gezichten scrolden over hun schermpjes, drie jongens bleven middenin het harmonicadeel staan en hielden stoere praatjes. De jongen tegenover me plugde gedachteloos zijn usb aansluiting in het contactpunt vlak boven hem. Ik zag toen dat vrijwel elke zitplek van zo'n blauw oplichtende aansluiting was voorzien.

Bij mijn overstap op het Zuiderdiep tuurde ik op de digitale borden waarop altijd exact wordt aangegeven hoe lang het nog duurt voordat de bus ter plaatse is, maar er stond niks vermeld over mijn lijn. Ook niet bij de halte ernaast. Ik had slechts twee minuten dus het hele Zuderdaip aflopen zat er niet in. En het was koud!

Aan de chauffeur van de bus die naast me stopte vroeg ik de weg. Hij wist het ook niet maar via een collega die hij raadpleegde, wist ik sneller dan welke wifi of 4G verbinding ook, dat ik aan de andere kant, honderd meter verderop moest zijn. Alwaar na mijn aankomst lijn 174 inderdaad de hoek om kwam. Wat een perfecte aansluiting! Ik had zelfs geen tijd om te kunnen verkleumen. Verbaasd merkte ik hoe deze lijn de straten volgde die parallel liepen aan de route van de eerdere bus. Waarschijnlijk kun je elk deel van de stad per bus bereiken, iets wat met de auto in Groningen steeds lastiger wordt.

Het bord in de bus gaf keurig aan dat de halte van het UMCG tijdelijk was verplaatst. Wat een service! En via het bakkie van de chauffeur hoorde ik dat die service nog verder reikte. Aan de bestuurder van een aansluitende bus werd gevraagd om even te wachten: "Ik heb een passagier voor je". Dat was geen enkel punt.

Op de Oosterhavenbrug liepen we even vast tussen de ronkende éénpersoonsvehikels (een brug verbreden is geen sinecure) maar op de Europaweg kon de bus gemoedelijk langs de file tuffen. Bij de Boumaboulevard stapten weer andere dichtgeplamuurde meiden in en bij het prachtige nieuwe treinstation werd de bus steeds leger. Toen we vaart maakten -omdat er minder auto's in de weg reden- vroeg ik aan een medepassagier waar de halte precies was. Maar toen kreeg ik de APK-vlaggen in het oog en stopten we pal voor mijn garage. Alwaar ik, na het voldoen van een rekening die honderd keer hoger lag dan de prijs van mijn OV-rit, al filerijdend terug naar huis reed. 

Als het niet om al die spullen was die ik meesleep, dan ging mijn klusbus in de ban en nam ik zonder enige twijfel het OV naar mijn werk. Geen wegenbelasting, verzekering, brandstof en eventuele parkeerboetes meer. Nauwelijks vertraging door files, je kunt je telefoon opladen, hebt gratis wifi en mag al rijdend zonder gevaar voor eigen leven losgaan op je schermpje. Om te appen met de klant, facturen uit te schrijven of gewoon wat suf te twitteren. Je hoeft niet af te spreken wie de Bob is, hoeft geen riem om en kunt zelfs een dutje doen. Daar kan geen zelf rijdende auto aan tippen! Je hoeft nooit terug te lopen naar waar je je bezit hebt neergezet, bang te zijn dat er wordt ingebroken of dat er spiegels van af worden getrapt. Om maar niet te spreken van de prijzige reparatie die dan weer wacht. En dat allemaal voor een prijs waar je nog geen kopje koffie van kunt kopen! Kortom:

Hulde aan de bus!
En een kus voor alle chauffeurs!

maandag 20 augustus 2018

Vers Italie by tar and cement

'Verderop staan een paar skaters te liften', zegt Leo, als ik terugkom van een plaspauze bij Aix-en-Provence, 'Zullen we ze meenemen?' Na onderling beraad besluiten we dat als we wat bagage van achterbank naar laadruimte verplaatsen, ze er prima bij passen. Het lijkt me ook wel handig, een beetje aanspraak. We hebben er weliswaar driehonderd kilometer op zitten, maar nog zo'n negenhonderd te gaan.
 
'Vers Italie' staat op hun bordje. Dat komt goed uit, daar gaat onze reis ook heen. Hun longboards belanden naast de fietsen en de tent, de proviand wordt herschikt en de uren die volgen hoor ik flarden van gesprekken in het Frans en Engels. Dit is nog eens jarig zijn: onderweg, achter het stuur, twee zoons die kletsen met wildvreemden over reizen en rappers. Tot onze hilariteit wordt dit door de meereizende Normandiërs uitgesproken als 'rapers'. Als één van hen de favoriete 'raper' van Kees niet kent, stel ik hem voor het te zingen. Met een grote glimlach luister ik naar de prachtige basstem van mijn jongste telg. Als we Genua naderen loopt het tegen twaalven en zet iedereen nog één keer 'Happy birthday' voor me in.

Eerder op de dag werd ik al toegezongen door Italianen, Duitsers en een Amerikaan. Mijn zus zorgde voor twee Franse taarten, de restjes nam ik in de koelbox mee naar de volgende stop. Alwaar mijn vrienden uit Guadeloupe, Algerije en Versailles, waar ik eerder 'Bella Ciao' mee had gezongen, helaas al waren vertrokken. Maar het maakt niet uit. Onderweg zijn, verhalen horen en vertellen, samen zingen en dansen, genieten van het leven met mensen vanuit de hele wereld. Die in de bouw, aan het spoor of bij een bierbrouwerij werken. Die arts, autohandelaar of onderzoeker zijn. Dit is vakantie.

Behendig laveer ik over de te krappe bochten van de A7. Het verkeer wordt over spaghettislierten van asfalt en beton hoog boven de stad geleid. 'Jij vindt dit net karten, hè mam'. 'Ja lief, zolang ik niet de diepte in kijk, vind ik dit heerlijk. Ik leerde in Italië autorijden en het kan me niet bochtig genoeg zijn.'  Meestal komen we uit het Noorden via de Brenner of Gothard Italië binnen. De prachtige kust van Ligurië ligt voor doorgaand verkeer uit Frankrijk onhandig tegen de bergen aangedrukt. 'Kijk, jongens, hoe mooi, onder ons ligt Genua en daar in de verte zie je de zee. Kijk ook maar voor mij, ik moet hier even opletten. Het is hier 'anstrengend' rijden.'  Links er rechts van mij rijden andere vierwielers met onbekende inzittenden door de nacht. Anonieme reizigers waar ik de namen niet van ken.

Drie dagen later zal over deze brug eenzelfde vakantiegezin rijden. Waar ik de namen wel van ken. Ze wilden inschepen naar Sardinië. De weggebruikers links en rechts van hen zijn ook niet meer anoniem, hoewel ik nooit met ze zal kunnen zingen. Ze hebben gezichten en namen gekregen: Giovanni, Matteo, Francesco. Elisa, Stella, Marta. Carlos, William, Axele. De laatste was een Franse vakantieganger, die, net als onze lifters, de auto verkoos boven het vliegtuig. Er was een jong stel, zij kwam uit Arezzo, hij was geboren in de Cariben. Er reden mensen van of naar hun werk: een groentehandelaar, een kok, een anesthesist en een verhuizer. Er was een vrouw die sinds kort gescheiden was en die onlangs beiden ouders was verloren. Ze keerde huiswaarts na een vakantie in een kuuroord. Er waren twee Albanezen, drie Chilenen en een man uit Colombia die al jaren fervent fan was van Inter. Kinderen van negen, twaalf en veertien jaar oud. Een man die een gevierd motorcoureur was, een vrouw die Manuela heette en een carrière als mountainbiker tegemoet ging.

'Was'....
'ging'.....

Want al die levens stopten op veertien augustus boven Genua.
Ze werden bedolven onder enorme brokstukken van teer en cement.
----------------------

Zestig procent van de duizenden bruggen in Italië zou risicovol zijn. Een paar zijn er gesloten, andere stortten al eerder in. Ook bruggen die jonger zijn dan de Morandibrug bij Genua. Zo begaf de brug Palermo-Agrigento het in 2014 een week nadat ze in gebruik was genomen. Gister werd op Rai Uno beweert dat het weghalen van de restanten van de meer dan een kilometer lange brug bij Genua een te kostbare operatie zou zijn.

Toen de brug in 1966 werd gebouwd, schreef Paolo Conte 'il Ragazzo della via Gluck'. Een lied dat vraagtekens zet bij de zin van al dat cement, ten koste van het groen. Het vertelt over een jongen die goed geld verdient in de stad maar bij terugkomst het huis uit zijn jeugd toch niet kan kopen omdat het niet meer bestaat. De versie van Adriano Celentano wordt na meer dan een halve eeuw nog altijd gezongen. Buiten Italië zong Françoise Hardy het als 'La maison ou j'ai grandi', de Zweedse versie is van Anna-Lena Löfgren, de Noorse van Margrethe Toresen. In het Tjechisch heet het Závidím, in het Duits Die junge aus der Via Gluck. In Argentinië werd 'La casa Donde Yo Creci' uitgebracht en de Engelse versie van Verdelle Smith stond eind jaren zestig van VS tot Australië in de hitlijsten: 'Tar and cement'

Samen spelen en muziek maken lijkt me duurzamer dan het blijven bouwen van bruggen van cement.

maandag 9 april 2018

Papschachtel in de nacht.

Met al die zon van het afgelopen weekend zou je bijna vergeten dat het onlangs nog zo koud en nat was. Er leek geen eind aan te komen. Maar misschien kwam dat ook omdat ik toen tweehonderd kilometer door de regen reed. 's Nachts.

Rond Schiphol was er nog overal licht. Langs de snelweg, in de lucht en op alle hoogbouw rondom al dat oneindige randstedelijke verkeer. Maar na Lelystad werd de nacht steeds zwarter en nam ook het aantal tegenliggers gestaag af. Het schijnsel van mijn koplampen maakte van de regen strepen als bij een oude film, maar dan zonder gezwabber. Bij het inhalen van een paar eenzame vrachtrijders kwamen er watergolven over mijn bus en kon ik me goed voorstellen dat oudere mensen een hekel krijgen aan 's nachts rijden. Er bleken opvallend veel tankstations te zijn die vierentwintig uur per dag open zijn. Niet dat ik brandstof nodig had. Maar ik had zin in iets warms en moest plassen.

Wantrouwig keek ik naar de warmhoudplaten en nam er een bakje met twee lauwe kroketten uit. Sinds we thuis vegetarisch eten (iets met puberkinderen die hun plek op de wereld willen 'verdienen'), oefent de geur van warm vlees een vreemde aantrekkingskracht op me uit. Met mijn snack en flesje cassis slenterde ik langs de schappen. In ruil voor mijn plasje van vijftig cent kreeg ik een kortingsbon. Ik rekende af bij de man die achter glas zat dat nog dikker leek dan de douchewand die ik eerder op die dag plaatste.

Op het vette papieren bakje stond 23.30. Misschien was dat de tijd waarop de nachtwacht mijn kroketten uit de broedmachine moest halen om voedselvergiftiging te voorkomen. Maar met een dot mosterd en wat frisdrank kreeg ik het zompige eten wel weg. Prik leent zich goed voor nachtelijke autoritten. Net als 'Het oog'.

Toen de ruitenwissers opnieuw mijn kijk op de nacht verhelderden, luisterde ik op radio 1 naar 'Ein letztes glass im stehn', waarna één van die prettige stemmen van 'Met het oog op morgen' vertelde wat er die dag was gebeurd. Ik hoorde dat Winnie was overleden. Waarna de vraag rees of een staatsbegrafenis wel passend voor haar zou zijn. Als deskundige inzake de weduwe dan wel ex-vrouw van Nelson Mandela werd tot mijn verbazing Tom Lanoye geïnterviewd. Die schijnt een deel van het jaar in Kaapstad te wonen. Hij zei dat zowel op de verguizing van  Winnie als op de aan heiligverering grenzende bewondering van Nelson wel wat valt af te dingen. Die visie bevalt me wel. Maar misschien komt dat ook omdat ik Lanoye mooi vind schrijven.

Mijn zus woonde eens een lezing van hem bij in Berlijn over zijn boek 'Kartonnen dozen'. Die titel was correct vertaald als 'Papschachtel'. Maar toen Lanoye begon met praten, sprak hij het woord eerst meerdere keren vol verbazing uit.

'Papschachtel', dat klinkt een beetje naar oude kroketten van een tankstation bij Urk.

woensdag 3 mei 2017

Vergeet Parijs (2)




In de koude aprilzon doorkruisten we per fiets en te voet het prachtige Rijsel. Van de voorspelde hagel en onweer geen spoor. We lachten om de groene berg boontjes die Kees kreeg nadat de Vietnamese serveerster hem nadrukkelijk vroeg of hij écht 'haricot verts' in plaats van 'pommes frites' bij de kip wilde. We juichten 'defence' dat rijmt op Frans als echte supporters Lilloises in het Centre sportif van San Saveur en Leo en Kees verzamelde na de wedstrijd handtekeningen. We aten wild zwijn uit een potje en meters baguette. Zochten veldjes om te basketballen, alwaar werd kennisgemaakt met het fenomeen 'straatschoffies' -Non, tu ne peux pas faire du wheely op my bicicle!!'- Maar ze zagen elders ook dat een vrouw met hoofddoek prima kan dribbelen.

We bezochten alsnog een voorstelling door jongeren in 'Le grand Bleu' waarbij ik het weinige dat ik er zelf van verstond simultaan vertaalde voor beide jongens en bezochten de Chambre de Commerce uit 1715 waar Kees de ultieme foto wilde maken van het glas in lood plafond van zestien meter doorsnee. Tussendoor werd af en toe de aftandse hotelkamer bezocht voor de verzorging van Kees' teen of het doen van een dutje.
In deze stad troffen we geen hordes Engelsen, Hollanders of kuddes Chinezen met selfiesticks. Ook uren wachten voor de Tour Eiffel of het Louvre om een glimp van de Mona Lisa op te vangen was niet nodig. Het toerisme in Lille bestond slechts uit schoolklassen die met handen vol papieren met opdrachten over de pleinen liepen. Op de dag van vertrek liet Leo zich bij de coiffeur tussen de kebabzaak Istanbul en de Unversité du Droit et Santé knippen.

Na twee dagen laadden we de fietsen weer in de bus, leidde mijn smartphone me via Breskens en Goes om de file in Antwerpen heen en waren we 's avonds weer in Groningen. Er werd zelfs nog een bezoekje aan Bergen op Zoom ingelast, waar Leo's vakantieliefde woont die hij vorig jaar leerde kennen in de Ardennen.

Voor mensen bij wie Parijs als mythische bestemming op hun bucketlist prijkt zou ik willen zeggen: Kom lekker tot rust in het prachtige Lille. Ook voor shopliefhebbers is het er een paradijs. Hoewel we dat laatste niet hebben kunnen verifiëren want toen Leo met het plan kwam om kleren te kopen, vond ik het welletjes en zetten we koers naar het Noorden.

Mocht u niet zelf in gelegenheid zijn om fietsen mee te nemen is dat geen punt. Want net als in Wenen en Sevilla zijn er talloze plekken waar je fietsen kunt huren die op straat al voor u klaarstaan. En een metro is er ook.




















dinsdag 2 mei 2017

Vergeet Parijs (1)



De meivakantie van mijn kinderen kwam voor mij als complete verrassing. Het stond keurig in mijn agenda maar opeens waren ze vrij. Wellicht speelt mijn leeftijd hierbij een rol, Douwe Draaisma schreef daar eens een mooi boek over: "Waarom de tijd sneller gaat als je ouder wordt".  Dat de mei-vakantie volledig in april viel, hielp natuurlijk ook niet mee.

Leo wilde gaan kamperen of naar Parijs of waarom geen lastminute naar Mallorca of Malta? Ook ik hou van reizen maar tegen de voorbereiding zie ik vaak op. Dus zette ik Leo zelf aan het werk en hij pakte het serieus aan. Waar was het mooi, waar waren huisjes, welke vliegtickets betaalbaar? Helaas moest ik zijn euforie vaak temperen omdat de schreeuwerige lokkertjes met dumpprijzen verwezen naar vertrekdata buiten de vakantie. Tot zijn teleurstelling zag hij dat de prijzen meer dan halveerden zodra ze weer naar school moesten. Zelf had ik hun halve vakantie al werk gepland. Hij stelde zijn eisen bij en opperde toen Rijsel, wél in Frankrijk, wat hij graag wilde, maar toch niet ver. 'Och nee, niet naar Lille', wierp ik tegen, 'dat is een vieze, vervallen stinkstad waar het altijd regent'.

Nadat ze in bed lagen zocht ik zelf verder. Vanwege weersvoorspellingen met hagel, natte sneeuw en onweer lieten ik het kampeerplan varen. Maar Lille leek na enig speurwerk toch meer te bieden te hebben dan ik dacht. Een hotel in hartje stad was voor 70 euro per nacht voor drie man gauw gevonden. En een dure Thalys was goed vervangbaar door een drie keer goedkopere Flixbus. Maar  daarmee zouden we twee van de drie geplande vakantiedagen in een touringcar zitten. Ik besloot met mijn eigen klusbus te gaan, daar zat per slot een nieuwe motor in. Als we op tijd vertrokken, konden we aan het begin van de middag in 'la douce France' zijn.

De dag erna zat de stemming er goed in. De jongens gingen in de miezerregen met steeksleutels in de weer. Op twee keukentrapjes demonteerden ze het imperiaal van mijn bus, dat zou toch weer een tientje aan brandstof schelen. Ook zou het de toegang tot een eventuele parkeergarage  vergemakkelijken (ik bleef al eens steken in die van de Oosterpoort. Geen feest om in hartje stad achteruit te moeten als er drie auto's achter je staan). En het scheelt ook een hoop herrie bij het scheuren over snelweg.

We zetten de fietsen achterin, Kees smeerde broodjes, Leo bracht zelfs nog oud papier weg (om één of andere reden zijn klusjes die de hele week blijven liggen vlak voor vertrek opeens urgent) en kocht steriele gaasjes om de net geopereerde teennagel van Kees mee te kunnen verzorgen. Ik probeerde intussen kaartjes te regelen voor een toneelstuk maar de voicemail van het theater meldde iets met 'complet' en 'liste d'attendre'. Toevallig bleek er tijdens ons verblijf wel een belangrijke basketbalwedstrijd tussen Lille en Boulogne-sur-Mer te zijn. Op nog geen kilometer van het hotel. Wat wilden mijn twee dribbelaars nog meer?

Na viereneenhalf uur rijden waren we in Lille, zochten we een gratis parkeerplek, plantten onze rolkoffertjes achterop de fietsen en vervolgden onze weg. Net als in Nederlandse steden zijn bijna alle one-way-wegen aan beide zijden toegankelijk voor fietsers. Kees, die steevast onvoldoendes op school haalt voor Frans, vergeet het woordje 'sauf' nu nooit meer. Via de 'Rue de Jeanne d'Arc' (hoe Frans wil je het hebben?) reden we naar ons aftandse hotel waarvan de naam 'Mister Bed' weinig goeds beloofde. Op een misgelopen reservering, ramen die niet open konden, een restje wiet op de dekens, een lekkende kraan en beschimmelde kit na, was het voor twee nachten prima te doen.

Het vervolg....










dinsdag 11 april 2017

Nieuw Rotterdam door oude ogen


Ik vrat de afgelopen dagen honderden kilometers. Plekken passerend waar ontelbare herinneringen lagen. Langs de A13 prijkt nog steeds de reclame voor 'Van Leeuwen buizen' op een flat langs de snelweg. Jarenlang was dit de aankondiging dat we bijna terug waren van vakantie uit het zuiden. Bijna thuis. Mijn zus en ik liggend op bedjes achterin. Eerst in een wit en later een oranje Renaultje. Heden ten dage zou je voor dergelijk roekeloos gedrag waarschijnlijk je rijbewijs verliezen. Maar ik heb het overleefd. Net als mijn zus. Die nu verder oorden bezoekt en appjes stuurt uit China en Nieuw-Zeeland. Verderop schitterde de skyline van Delft in de late avondzon, de volle maan al hoog aan de hemel. Daar trouwden mijn ouders en werd ik geboren.

Ik leerde hier praten, lopen, fietsen, schrijven en zoende er voor het eerst, maar de herinneringen zitten in mijn hoofd, niet in straten of huizen. Er is weinig wat me nog aan deze plek bindt. Met de klasgenoten die hier bleven, heb ik geen contact meer. Met hen die uitwaaierden nog wel. Een paar belandden er net als ik in Groningen. Anderen vonden hun heil in IJmuiden, Utrecht of Arnhem. Eén van hen woont al sinds jaar en dag in Venezuela. Een enkeling raakte aan de drugs, sommigen zijn overleden, al dan niet zelf gekozen. Mijn zus verkaste naar Berlijn en mijn ouders wonen nu al langer in Amsterdam dan ze ooit in Pijnacker woonden.

Op de radio komt muziek voorbij waar ik toen voor het eerst mee kennismaakte. Sade Adu, David Bowie, Joe Jackson en Bruce Springsteen. Misschien hebben mijn medeweggebruikers ook herinneringen aan deze muziek, anders werd het vast niet meer gedraaid. Van de weinige concerten die ik bijwoonde, waren er twee in Ahoy in Rotterdam. Vanaf een hoog balkon -kaartjes waren vroeger ook al duur- zag ik stipjes van UB-40 en later Sting. Ik kocht foto's bij de uitgang. Wat een wereld van verschil met de miljarden plaatjes die nu in real time over de wereld gaan.

Bij de Hofstad adverteert een mij bekende doe-het-zelf-zaak met 'Er komp iets heel grauts naah De Haag'. Profilering door maximale inzet van de eigen taal. Wat ooit plat was wordt nu met trots geëtaleerd. Rowen Heze brult door de ether: 'Het is een kwestie van geduld, tot heel Holland Limburgs lult' en Guus Meeuwes wenst dat men op Brabant trots zou zijn als een Fries. Na Radio Rijnmond en Stadsradio Delft volgt uren later Omrop Fryslân en Radio Drenthe. Angst voor het vreemde, omarming van wat nabij en bekend is.

Als fysieke plekken geen emoties meer oproepen, of dusdanig rigoureus zijn verbouwd dat ik weinig meer herken van de straten uit mijn jeugd, is er des te meer ruimte voor nieuwe dingen. In Rotterdam is na de oorlog al verschrikkelijk veel gebouwd, maar ook nu wordt er nog volop aan de weg getimmerd. Twee goede vrienden leidden me er rond. Hij maakte zelf het bombardement van 1940 mee. Zijn vader werd geboren in 1890. Zij is degene die tien jaar terug het logo voor mijn klusbedrijf ontwierp. Ze toonden me de enorme Maas, waar boten de schittering van de zon op het water braken. We liepen over de plek waar bijna 77 jaar geleden de eerste bom neerkwam, door de gezellige winkelstraat de Meent en dwars door de kleurrijke Markthal, waar het wemelde van de Chinese toeristen.

Als ik weer thuis ben in het Hoge Noorden, zie ik pas hoe het kwam dat ik een half uur langer dan voorspeld over deze rit deed. Onbedoeld reed ik een rondje om de plek waar ik de eerste zestien jaar van mijn leven woonde. In plaats van direct Oostwaarts de A20 te nemen, maakte ik een onnodige lus via het Prins Clausplein. Dat nog in aanbouw was toen ik er midden jaren tachtig langsfietste op weg naar school. Wellicht stuur ik ongewild toch vaker de kant op van wat bekend is.



















vrijdag 4 november 2016

Zjuh swie an pan (1)

Ik had een goed kwartaal gedraaid. Ook de aangifte omzetbelasting was tijdig de deur uit. Het huis op orde, laatste rekeningen gemaild en zelfs mijn klusbus was voor een laatste check langs de garage gegaan. ('Ik zou niet weten waarom je met deze auto niet op vakantie zou kunnen'), Achterin laadde ik netjes twee fietsen, kratten met de speciaal voor ons gebakken broden, koffie, thee, suiker, kruiden, lakens en handdoeken voor zeven mensen en nog honderd dingen meer. De geplande ontvoering van onze ouders naar la douce France kon beginnen.

En toen mijn zus uit Berlijn met haar dochter in het vliegtuig naar Schiphol zat, was ik met mijn eigen kinders al driehonderd kilometer zuidwaarts in het Vlaamse land. Alwaar we overnachtten bij onze geliefde Olijf. En toen zuslief later met de aangehaakte ouders uit Amsterdam naar Nice vloog, reden wij vrolijk over de Franse autoroute. We dachten aan hoe vier familieleden ons al vliegend inhaalden en zongen mee met Maitre Gims' "Laisse moi partir loin dici".  

'So far so good'. Of, beter gezegd: 'Jusqu'ici tout va bien. 

Toen was er dat rare geluid.
Vlak bij een péage,
Waarna er gelukkig een P was.

De ANWB begreep na wat heen en weer gepraat dat ik langs de snelweg stond. Alwaar ze me niet mochten helpen. Want daar zwaaiden de Fransen de scepter. Waarna er een sms volgde met instructies wat ik in het grote roze oor moest zeggen: 'Zjuh swie an pan. Poeri-jee voe- man-vwa-jee uun dee-paa-neuz'  (vrij vertaald: 'Iek eb peg, kunt u maai un mannetju sturuh' )

Motor stuk. Bergbedrijf. Online trein zoeken. Vite vite, jongens, graai snel wat spullen bij elkaar! (maar filmpjes maken op de vrachtauto waar juist de bus op stond is veel leuker). Dus reduceerde ik zelf de de busvoorraad tot iets draagbaars waarmee we met ons drieën enigszins door de als een guillotine dichtklappende metropoortjes van Parijs pasten. Ja ja, want ongeacht waar je in Frankrijk strandt, of heen wilt. Over Parijs zúl je! Alwaar je van het ene naar het andere station moet per metro, taxi of RER. Om ergens met het openbaar vervoer in Frankrijk te komen moet je altijd dwars door Parijs.

De nood van de clochards op metrostation Bastille moest door zoon Frans (15) natuurlijk ook terstond worden gelenigd. Kees (12) balen: 'Nu hebben we straks niks te eten.' Maar de voedselbankactie van Frans verlichtte onze bagage gelukkig wel. Er volgden nog een kapotte kaartjesautomaat en een klemgeklapte rolkoffer (reistip: Draag die krengen altijd vóór je, anders riskeer je een arm-amputatie) maar toen zoefden we met tassen vol lakens (maar zonder jas), mét pepernoten, (maar zonder koffie) met driehonderd kilometer per uur naar de Mediteranée.
Hoezee!














vervolg









woensdag 22 juni 2016

Na de HWA nu VIP van Christo

Donderdagmorgen. Ik app mijn ex. Of hij wil helpen met het vervoeren van een vijf meter lange buis. Voor het afvoeren van hemelwater. In normaal Nederlands ook wel regenpijp genoemd.

Voor dit vervoer had ik natuurlijk de inmiddels geleverde dakdragers op mijn auto kunnen monteren. Ook had ik de pijp, mits ik over een vooruitziende blik had beschikt, online kunnen bestellen en laten afleveren op het werkadres. Of, nog slimmer, ik had een half jaar terug mijn kleinere klusbus niet moeten verruilen voor de huidige. De oude voldeed immers nog prima en, niet onbelangrijk, er zat een imperiaal op. Waar ik de afgelopen acht jaar vele deuren, balken, plaatmateriaal en niet te vergeten, hemelwaterafvoerpijpen, op had vervoerd. Maar nee, ik moest zo nodig groter, nieuwer, hoger, luxer. Toegegeven, de muziek klinkt een stuk lekkerder. En de instelbare bijrijdersstoel is handig voor als Kees een dutje doet. Fiets achterin. Perfect geregeld. Maar dus niet voor klussen waar lang materiaal voor nodig is.

Hij schreef terug dat hij wel wilde helpen. De winkel lag tweehonderd meter aan de ene kant van zijn huis, het werkadres lag driehonderd meter de andere kant op. Het was een mooie stunt geworden. Met zo'n grijze buis dwars door de stad lopen. Er doorheen praten. Letterlijk. Oversteekplaatsen, stoplichten, fietsers die er onderdoor duiken. Een soort choreografie van de bouw. Ik had al voorpret bij de gedachte. Maar ik zegde mijn ex af. Want in mijn inpandige stortplaats die voor 'werkplaats' moet doorgaan, vond ik tussen de gipsplaten en rollen isolatie ook nog een stuk pijp van de juiste diameter. Nieuw stuk er bij kopen. Onderling verlijmen en voilà. Geen dakdrager, ex of oude bus meer nodig. Aldus geschiedde. Dus sorry stadjers, ik heb jullie dit stukje theater door de stad onthouden.

Als jullie dit lezen is het inmiddels een week later. En ben ik er tussenuit geknepen om over kunst te lopen. Op het water. Christo had zijn 'floating peers' eerst in Buenos Aires willen bouwen, daarna Tokyo, en nu is het dus toch het Lago d'Iseo geworden. En net als ik daar toevallig ben, blijkt Christo er, nadat hij het concept al bedacht in mijn geboortejaar, er zijn kunst te hebben geopend. Voor twee weken. En de mensen met wie ik er heen ga, kennen mensen, die weer mensen kennen en ....
Nou ja, ik snap er niet veel van, want de toegang tot Christo's kunst is altijd gratis. Maar toch schijnen we een soort Vip behandeling te krijgen. Maar misschien heeft dat ook met het verwachte aantal bezoekers te maken. Eén miljoen in twee weken. En zo loop ik dus niet met een grijze regenpijp door de stad maar over een dahliagele pier op het water. Dit kunstwerk is als een surrealistisch sprookje.

Wel vreemd dat het monteren van drie dakdragers me kennelijk meer moeite kost dan het lopen over de rug van een walvis (zoals de kunstenaar het zelf zegt). Ook apart dat ik boven dit stukje de titel 'slakkensoep' intypte. En dat ik het over aardbeien had willen hebben.

Aárdbeien?? Nou ja, bij mij loopt alles toch altijd anders. Dat houdt het leven spannend.


(U hoeft trouwens niet de Alpen over om over water te lopen. In Nederland realiseert kunstenaar Paul de Kort dit najaar zijn Pier + Horizon in het Zwarte Meer. Ten Zuiden van de Noordoostpolder. Dan kunt u dat vast inplannen.)








zondag 19 juli 2015

Onder de trein streetballen


Begrijp me niet verkeerd. Ik ben gek op Groningen. Ik hou van het kletspraatje op de markt, het wachten voor de vele open bruggen of omrijden voor het zoveelste stuk ringweg dat op de schop gaat. Van de vleermuizen achter huis en landmuizen in huis. Van de Grote markt, het Overwinningsplein, de Dondersgang en Kleine Snor. Van de vele festivals waarvan de beat verraad waar ze plaatsvinden.  Maar sommige dingen vind je nu eenmaal alleen in Amsterdam.




Wat dacht je bijvoorbeeld van een streetbasketbaltoernooi onder een station. Of, nog gekker, óver een vierbaansweg ónder een voetbalsstadion doorrijden? Allemaal daar bij de ArenA. Met twee hoofdletters A. Dat had iets te maken met het bezet zijn van 'de Arena'. Zoals hier gespeld. Maar eigenlijk is het gewoon Bijlmer, hoor. Wat op haar beurt dan weer last heeft van een plakkerig slecht imago.

Soms waan je je even in Buenos Aires, in die voetbalgekke wijk la Boca, die ooit vooral bekend stond om de hoerenkasten en nu toeristische trekpleister is en bakermat van de tango. Het kan verkeren. Maar de associatie van dit stukje Bijlmer -Zuid-Oost van mijn part- met la Boca had ik vooral vanwege de gevels, waar je boven al die kleurtjes de thuisbasis van Ajax kan ontwaren.





Of wat dacht je van zwemmen in die wereldberoemde rivier waar de stad naar werd vernoemd? Zomaar tussen de bootjes. Of een fiets die in de zon verandert in een huis. Of fietsen op een boot die een huis blijkt en waar fietsen verboden zijn. Of tussen de Hispaniola's en Italiani in de metro naar Gein rijden. Alles kan, daar in Amsterdam.

Waar ik gister vertoefde met zes jongens. Zij sporten en ik keek. En was hun chauffeuse. Ik reed ze zelfs naar het strand. Nee, dat was nou weer niet in Mokum. Maar in het Friese land. In Lemmer om precies te zijn. Waar de zon zakte en de frieten smaakten.

Zes opeengepakte Groningse sardientjes zongen op de terugreis 'Een hele mooie dag'.
En dat was het.

Dag Amsterdam, dag Friesland, wij zijn weer fijn terug in Groningen.
Waar vissen uit de lucht vallen. Met slakken.

Weer 's wat anders dan kat met muis in huis.
En ook best bijzonder toch?













woensdag 13 augustus 2014

Wil de overledene de modem even op de bus doen?

Niet dat er tomatensoep op de muren was gespat -hoewel ik wel een soepfeestje gaf om me door de kilo's pompoen en courgette heen te werken- maar toch voelde ik me een beetje als de dweilende 'zuster' uit Floddertje van Annie M.G. Schmidt. Op mijn knieën probeerde ik zonet om de restanten gescheurde reclamefolders onder de bank en de plinten vandaan te peuteren. Veroorzaakt door de twee dozen confetti die ik gister over me heen kreeg. Net op het moment dat iedereen zijn sinaasappel-kerrie-gorgonzola-soep stond op te lepelen (of piano speelde, tafeltenniste of stiekem zijn snotvingers in de verse pesto dipte).

Onnozel als ik ben, had ik niets vermoed toen alle scharen opeens weg waren, de perforator kapot ging, Leo en Kees het oud papier wel héél erg snel naar de container leken te brengen en ik achter de gesloten deur van de kinderkamer (waar zich naast mijn eigen kinderen ook een viertal nooit eerder geziene buurtkinderen van verschillende nationaliteiten en leeftijden had verzameld) het onmiskenbare geluid van mijn verroeste pastamachine hoorde.

Logisch dat ik niks doorhad. Was zelf druk doende met het versnipperen van kool en komkommer (nog een geluk dat ik geen tzaziki over me heen kreeg). Maar het resultaat van al die kinderkniparbeid lag vandaag dus in elke bilnaad van mijn huis. Dus kroop ik (samen met de veroorzakers) over de vloer om mijn woonst van haar carnavaleske karakter te ontdoen.

Het was trouwens niet alleen een soepfeest, maar ook een bedelfeest. Voor mijn verjaardag vroeg ik om de cadeaus achterwege te laten en het bedrag van de niet gekochte wijn/boek/plant in de bus voor mijn klusbus te stoppen. Die stuk is (en het is niet erg waarschijnlijk dat mijn autogarage wil worden uitbetaald in groente).

De vakantie was verder trouwens prima, maar het vertrek leek wel wat op 'Lola Rennt'. Twee nachten na elkaar vertrok ik van dezelfde plek, met dezelfde mannen, naar dezelfde bestemming. De eerste keer strandde in lekkend koelwater en veel sissen en 's nachts de marechaussee in donker Oost-Groningen storen om hen om water te vragen. De herhaling ging in de auto van mijn ouders (met achterlating van flink wat bagage).

Eenmaal in Tsjechië, probeerde ik, compleet gaar van het dubbele nachtelijk vertrek, de benodigde campingpapieren voor iedereen in te vullen. Maar dit sneeuwwitje haalde daarbij de namen van haar huidige en vorige vriend door elkaar. Dat is geen hogere wiskunde, want ze dragen dezelfde naam. Hetgeen bij de dagelijkse communicatie in dit fusiegezin wel eens voor verwarring zorgt ('Bedoel je eerstehans of tweedehans?').

'Dan kun je hun namen toch ook niet verwisselen?' Nee, daar heeft u dan weer gelijk in, oplettende lezer, maar wel hun TWEEDE naam (die ze beide vreselijk vinden, hen daarmee aanspreken is geen optie). En ook met hun geboortedata kan men de mist in gaan. Om het nog exotischer te maken waren de heren de eerste dagen beide aanwezig op de camping. En ja, ze deden wel samen de afwas, maar sliepen niet gezamenlijk in mijn tent. Verder nog vragen?

Bij het noteren van overlijden hebben andere mensen dan weer moeite. Zo bleek toen ik weer thuis was. (Met de trein, ik hou de zaken graag ingewikkeld. Waarmee ik de primeur had om WEL in Berlijn te zijn, en NIET uit te stappen). Thuis bleek ik te zijn afgesloten van de buitenwereld. Geen telefoon. Geen internet. Wel een brief met het verzoek om de (het?) modem retour te zenden.

Ze dachten dat ik dood was. Of zoiets. Had ik zelf veroorzaakt. Door hen er op te wijzen dat het niet erg zinvol was om steeds aanmaningen te sturen aan de vorige bewoonster. Die is overleden. Nadat ik de afdeling nabestaanden had gemeld dat ik toch echt niet dood was, volgden er excuses, twee maanden vrijstelling van betaling en zelfs een boeket bloemen (waar ik eerst geen kaartje op kon ontdekken en even vreesde voor een 'Derdehans').

'Zijn die voor de rouw of voor je verjaardag?' vroeg Leo jolig.


Slapen wil soms wel eens helpen om het hoofd koel te houden.
En niet te veel te dwalen.
Hoewel dat dwalen ook zijn charme heeft.

In het bos bijvoorbeeld,
Of tussen de schappen met ondefinieerbaar voedsel.
Of op een Tsjechisch kerkhof, op zoek naar mijn voorouders.

Of in een maisdoolhof.
Maar dat is pas morgen.