Het pleidooi om wat positiever naar onszelf en de wereld te kijken, dat ik hier onlangs in het Engels hield, betekent natuurlijk niet dat ik zelf altijd fluitend door het leven ga.
Aan het weer kan het niet liggen. Want oktober 2018, en de maanden ervoor, waren uitzonderlijk zonnig. Hetgeen tot vandaag tomaten en snijbonen uit eigen tuin opleverde. 'Hoera, ik heb weer een heerlijke maaltijd van zelf gekweekte groentes bereid', zeg ik dan in mezelf. Want er is niemand in de buurt.
De twee jongste zonen zijn bij hun vader. Ik mis hun afleiding en muziek in huis. Mijn oudste is aan het werk of slaapt nog in zijn studentenhol. Mijn ouders vieren vakantie in Frankrijk, mijn vriend doet hetzelfde in Hongarije en zelfs zijn tachtigplus-jarige moeder zoeft per Eurostar onder het kanaal door. Mijn zus vertoeft voor de verandering eens niet in Italië, Canada of een warm overzees oord, maar ook haar kan ik nu geen heerlijke 'Insalata Caprese' met eigen basilicum voorzetten. Haar thuis is al decennialang Berlijn. Twee keer verder van hier dan de woonst van mijn vriend. Langsgaan bij de buurvrouw is wel een optie, ware het niet dat ik nu even geen zin heb in haar gezelschap. De buurman heeft op zijn beurt weer geen trek in mij.
Sinds ik aan de rand van de stad woon, verrast nog zelden iemand mij met een bezoek. Mensen op het werk tegenkomen zou ook kunnen helpen. Maar collega's heb ik niet en bij mijn laatste klus was zelfs de opdrachtgever afwezig. En aangezien zijn hokjeshuis geen ruimte bood om daar te werken, besloot ik de klus thuis te klaren. Ik sjouwde, sneed glas, zaagde de glaslatten keurig in verstek en zette na het kitten het geheel in de lak. Het resultaat mocht er zijn. Maar ook dat kon ik met niemand delen, zelfs niet bij het afhangen van de deur. In het krappe studentenhuis draaide ik zelf de sleutel in het slot, daar jaren eerder door mij geplaatst. De afwezige studenten stuurden wel een keurig 'dankjewel' in de groepsapp nadat ik schreef dat ze voorzichtig moesten zijn met de nog verse verf.
Het getuigt natuurlijk van vertrouwen dat de huisbaas mij 'carte blanche' geeft. Maar een blik op de 'porte blanche' was naast een betaalde factuur ook fijn geweest. Een plaatje op twitter of alhier was natuurlijk nog mogelijk. Maar niet met als doel daar lof voor te krijgen, want als er al iemand mijn tweets of stukjes leest, dan wordt er zelden op gereageerd. En het weinige dagelijkse digitale contact middels Wordfeud is er ook niet meer wegens te verslavend voor mij.
Er kraait geen haan naar mijn snoeptomaten, lange schrijfsels of op maat gemaakte deur. Ook mijn zangtalent oogst geen applaus meer, want na de uitvoering in de Martinikerk hield ik de muziek voor gezien. Bij de schrijfcursus was feedback op mijn kunnen nog wel mogelijk geweest, er was een goede klik tussen de medecursisten onderling, maar de organisatoren vonden mij te kritisch en ik had het nakijken.
Dus tracht ik in mijn eentje heel intens te genieten van mijn mierzoete, zelf gekweekte druiven en werp intussen een eenzame, doch tevreden blik op de gedane arbeid. Op naar de volgende klus, in een al even leeg huis. Gelukkig was er toch kort onverwacht bezoek. Een felgroene sprinkhaan keurde in de bedwelmende terpentinelucht aandachtig mijn werk. Haar voelsprieten draaiden alle kanten op. Ze zag dat het goed was en sprong toen sierlijk richting wijnrank.
Dag haantje, fijn dat je even langskwam.
zaterdag 20 oktober 2018
dinsdag 16 oktober 2018
Waargebeurd Fries sprookje over een meisje uit de Wouden
Een paar dagen nadat ze werd geboren overleed haar moeder. Zo ging dat in de negentiende eeuw wel vaker. Of het kind legde zelf het loodje voordat het goed en wel kon lopen. Om het risico te spreiden, of om meer handen te hebben voor het werk op het land, werden er veel kinderen op de wereld gezet. Maar voordat ze iets konden bijdragen aan het gezinsinkomen, waren het eerst extra monden die gevoed moesten worden. En als dat niet lukte, of de stiefouder had geen trek om voor kroost van een ander te zorgen, werden de kinderen zodra het kon de deur uitgezet.
Het meisje wiens moeder overleed trof hetzelfde lot. Het verhaal gaat dat haar werd gezegd dat ze zelf haar kostje moest gaan verdienen of anders maar van een brug moest springen. Ze kwam uit Zwaagwesteinde, één van de armste gebieden van Friesland. Ook wel 'de Wouden' genoemd. Dat was ook de naam die haar vader haar meegaf: 'Woudstra'. Door haar opa in 1811 als familienaam gekozen. Bij de 'Baljuw van Tietjerkesteradeel, Mairie Hargegaryp, Canton Bergum, Arrondissement Leeuwarden, Departement Vriesland'.....naast het indelen van families was het in de Franse tijd kennelijk ook nodig om de verschillende bestuurslagen goed te regelen.
Bovenstaande kan ik lezen in documenten die aan de namen van mijn voorouders zijn gekoppeld op de site van 'Alle Friezen'. Er is de laatste jaren ongelooflijk veel informatie online gezet. Naast aktes van geboortes en huwelijken las ik ook de naam van de boot die een voorouder voor achthonderd gulden verkocht. Of wie er onder armvoogdij stond of schuldenaar was. Zo bezien was het geen vetpot bij mijn voorouders.
Maar toen ik andere familielijnen ging uitpluizen kwam ik ook namen uit adellijke Friese families tegen. Ook die van het roemrijke geslacht Cammingha. Let wel, we zitten hier rond de veertiende eeuw. Het gerucht gaat dat de Cammingha's het klooster van Ameland naar Foswerd zouden hebben gehaald. Maar men beweert ook dat dit een excuus was om zich de bezittingen van het klooster toe te eigenen.
De Cammingha's hadden flink wat te vertellen in Friesland, Ameland was zelfs hun eigendom. In 1704 verkochten ze het voor honderdzeventigduizend gulden aan Amalia. Inderdaad, 'familie van'. Nog geen eeuw later wordt het ingedeeld bij Friesland (alweer die Fransen) en later verviel het aan de staat. Maar Beatrix zou nog steeds de titel 'erfvrouwe van Ameland' dragen.
Toch jammer dat de Cammingha's het eiland van de hand deden. In mijn stamboom kom ik namelijk ook ene 'Pyter Cammingha, heer van Ameland' tegen. Het lijkt me wel wat, zo'n eigen eiland. Maar al te veel aan je status en naam vasthouden biedt ook geen zekerheid. Inmiddels schijnt het geslacht Camminga nagenoeg te zijn uitgestorven. En net zoals alle kloosters verdwenen, zo bleef er ook van Cammingastate niets over. Al kun je er tegenwoordig wel een virtueel kijkje nemen. Hier.
De Eminga's pakten het slimmer aan. In plaats van eindeloos te koppelen in eigen kring met dezelfde voorouders, hetgeen de vruchtbaarheid vast niet bevorderde, gaf Claer Eminga in 1378 één van haar drie zonen haar familienaam mee in plaats van die van vader Wyarda. Deze op Wyardastate opgegroeide Ids liet zijn eigen Emingastate bouwen. In de overlevering met de veelzeggende naam Drinkuitsmastate aangeduid. Momenteel staat er de serviceflat Âldlanstate. In mijn stamboom werd Cammingha Eminga en via Donia later Goslinga. Tot Ettje Goslinga begin achttiende eeuw aan toe. De achterkleinzoon van haar achterkleindochter was 'koemelker'. Hij kocht in 1905 een boerderij met land te Huizum. Nog geen kilometer waar ooit Emingastate stond.
Hoewel hij niet zo schatrijk was als Ids, had de boer het goed voor elkaar. Met zijn vrouw en twee kinderen, koeien en land. Maar de boerin had TBC en haar vooruitzichten waren somber. Het moederloze meisje uit de Wouden kwam als geroepen. Ze deed de was in de vaart, boende, kookte, zorgde voor de kinderen en de zieke vrouw des huizes. Toen die overleed, trouwde het meisje met de boer en kreeg nog vijf kinderen bij hem. Eén van hen is mijn oma.
De boerderij werd veertig jaar geleden afgebroken. Ook is er niets meer over van Cammigha-, Eminga- en Wyardastate. In Goutum, tweehonderd meter van waar ooit dit laatste statige huis stond, heeft het boerengezin haar laatste rustplaats gevonden.
Maar hun namen leven voort. Mijn moeder en nichtje heten als het meisje uit de Wouden. Zij zijn nu tachtig en bijna achttien jaar.
Het meisje wiens moeder overleed trof hetzelfde lot. Het verhaal gaat dat haar werd gezegd dat ze zelf haar kostje moest gaan verdienen of anders maar van een brug moest springen. Ze kwam uit Zwaagwesteinde, één van de armste gebieden van Friesland. Ook wel 'de Wouden' genoemd. Dat was ook de naam die haar vader haar meegaf: 'Woudstra'. Door haar opa in 1811 als familienaam gekozen. Bij de 'Baljuw van Tietjerkesteradeel, Mairie Hargegaryp, Canton Bergum, Arrondissement Leeuwarden, Departement Vriesland'.....naast het indelen van families was het in de Franse tijd kennelijk ook nodig om de verschillende bestuurslagen goed te regelen.
Bovenstaande kan ik lezen in documenten die aan de namen van mijn voorouders zijn gekoppeld op de site van 'Alle Friezen'. Er is de laatste jaren ongelooflijk veel informatie online gezet. Naast aktes van geboortes en huwelijken las ik ook de naam van de boot die een voorouder voor achthonderd gulden verkocht. Of wie er onder armvoogdij stond of schuldenaar was. Zo bezien was het geen vetpot bij mijn voorouders.
Maar toen ik andere familielijnen ging uitpluizen kwam ik ook namen uit adellijke Friese families tegen. Ook die van het roemrijke geslacht Cammingha. Let wel, we zitten hier rond de veertiende eeuw. Het gerucht gaat dat de Cammingha's het klooster van Ameland naar Foswerd zouden hebben gehaald. Maar men beweert ook dat dit een excuus was om zich de bezittingen van het klooster toe te eigenen.
De Cammingha's hadden flink wat te vertellen in Friesland, Ameland was zelfs hun eigendom. In 1704 verkochten ze het voor honderdzeventigduizend gulden aan Amalia. Inderdaad, 'familie van'. Nog geen eeuw later wordt het ingedeeld bij Friesland (alweer die Fransen) en later verviel het aan de staat. Maar Beatrix zou nog steeds de titel 'erfvrouwe van Ameland' dragen.
Toch jammer dat de Cammingha's het eiland van de hand deden. In mijn stamboom kom ik namelijk ook ene 'Pyter Cammingha, heer van Ameland' tegen. Het lijkt me wel wat, zo'n eigen eiland. Maar al te veel aan je status en naam vasthouden biedt ook geen zekerheid. Inmiddels schijnt het geslacht Camminga nagenoeg te zijn uitgestorven. En net zoals alle kloosters verdwenen, zo bleef er ook van Cammingastate niets over. Al kun je er tegenwoordig wel een virtueel kijkje nemen. Hier.
De Eminga's pakten het slimmer aan. In plaats van eindeloos te koppelen in eigen kring met dezelfde voorouders, hetgeen de vruchtbaarheid vast niet bevorderde, gaf Claer Eminga in 1378 één van haar drie zonen haar familienaam mee in plaats van die van vader Wyarda. Deze op Wyardastate opgegroeide Ids liet zijn eigen Emingastate bouwen. In de overlevering met de veelzeggende naam Drinkuitsmastate aangeduid. Momenteel staat er de serviceflat Âldlanstate. In mijn stamboom werd Cammingha Eminga en via Donia later Goslinga. Tot Ettje Goslinga begin achttiende eeuw aan toe. De achterkleinzoon van haar achterkleindochter was 'koemelker'. Hij kocht in 1905 een boerderij met land te Huizum. Nog geen kilometer waar ooit Emingastate stond.
Hoewel hij niet zo schatrijk was als Ids, had de boer het goed voor elkaar. Met zijn vrouw en twee kinderen, koeien en land. Maar de boerin had TBC en haar vooruitzichten waren somber. Het moederloze meisje uit de Wouden kwam als geroepen. Ze deed de was in de vaart, boende, kookte, zorgde voor de kinderen en de zieke vrouw des huizes. Toen die overleed, trouwde het meisje met de boer en kreeg nog vijf kinderen bij hem. Eén van hen is mijn oma.
De boerderij werd veertig jaar geleden afgebroken. Ook is er niets meer over van Cammigha-, Eminga- en Wyardastate. In Goutum, tweehonderd meter van waar ooit dit laatste statige huis stond, heeft het boerengezin haar laatste rustplaats gevonden.
Maar hun namen leven voort. Mijn moeder en nichtje heten als het meisje uit de Wouden. Zij zijn nu tachtig en bijna achttien jaar.
vrijdag 12 oktober 2018
Ser posmoderno is a pleasure (part 2)
(part 1)
In Madrid I talked with people from Galicië to Azerbeijan, from Peru to Bangladesh and I saw an enormous power of positivity. I read anouncements for meetings. I met an artist that made wunderful work (and I invited him for that evening in the 'Enclave'), I bought some from him for one euro each and he said he would come for free to make wall-art if someone buys a ticket to come over. He already did so in Berlin. In the search, I mentioned before, for traces of what was Madrid thirty years ago, I ended up in a factory of tobacco. It turned out to be occupied since ten years. I could walk in for free and inside there was a huge place full of music and art. (Hopefully I'm not offending anybody saying I enjoyed this lively, lived kind of art instead of The Prado). There took place several meetings. Smoke and drugs were not allowed. I made a trip by bike through 'Rio'. Certainly an expensive project, but how couragious to spend so much money for a public space that apparently has no measurable economic value for itself? There was a walk of hundreds, maybe thousands old men and women that made 'kilometros para recordar'. Youth laughing while taking a shower between the trees and skaters on the bridges over the Manzanares. I ended up occasionally on a exhibition of Grafico de Buenos Aires in the thirties.
Things that you, Norberto, saw around you were quite different as what I saw. You mentioned three times the child that in your opinion was already an orphan, as her parents where both looking on their smartphones. The thing that astonished you the most, was the father 'playing with balls' on his screen. Let me be clear, I'm not a fan of using smartphones day and night. But dear Norberto, I saw them too, parents looking on their screens. And in my case the child was happily playing with the towels on the table while her parents were occupied with their own stuff. She took advantage of the situation. Finally she had the oportunity to play without danger of a repreminand not to do so, what people might think, how to behave properly and so on. I just want to say that 'spending time' with children do not has te be always a positive thing. Sometimes it can feel free for children to explore the world around them without intervenience of adults. (the 'invention' of the 'fragile child' with whom we should play with, is also quite new). That does not make them orphans.
On the other example you gave, I tried to discuss already at the meeting but I do it here again. You seemed to be shocked about an artificial, turquoise penis they sell in a shop around the corner. (I do not get the exact clue of what demontrates us this penis about living in postmodern times but anyway). It was equiped with a part that could directly massage the G-spot. I think that is not so much to be shocked about. In previous eras and still now, men (and most women) had no idea of the existance of a G-spot at all. Mostly not even that of the clitoris. Sex in general was -and still is- something that woman should give to their husbands. Enjoying it, is quite a recent thing. So, if a woman in this postmodern era has the oportunity to buy something (with her own loan) that gives her joy without giving pleasure to her husband first, I don't see what could be so 'value-less' about that.
In my opinion, despite of the overheating things happening in the the financial world, making us replacing things always faster, or as Cristina Marina said before you, 'se tratta de portar consumadores al producto' there is not so much to fear. 'Anxiety is a bad adviser', we use to say in Holland. If anxiolyticum is the medicine of the postmodern times -as you claimed- maybe we should look different at this era. It offers us vast opportunities To think. To invent. To explore. To create joy and pleasure. Nowhere I saw this 'state of alienation' where people should be held in.
To conclude I would mention the two men I saw kissing passionatelly on the entrance of the metro. It seemed me a exposure of hopeful times. The freedom to love the one we want instead of what society has in mind for us to be properly. I'm pretty sure that this was not possible -or thinkable- at the time you or I were born.
In answer on the question if we should find a way to recover or, at the contrary, discart values that seemed obsolete, I would say: There might be new values. The challenge is to find out what those are. Possibly you could ask it the new generation represented in your students. I'm anxious to hear about their answers. Probably they will mention things that make life worth living.
Norberto, thank you for the presentation and for the lesson in Spanish. I certainly come back to Madrid, 'Ciudad lleno de possibilidades'
To Maria I would say: "Grazie del invito e a presto".
Hasta pronto!
Lehti Paul
In Madrid I talked with people from Galicië to Azerbeijan, from Peru to Bangladesh and I saw an enormous power of positivity. I read anouncements for meetings. I met an artist that made wunderful work (and I invited him for that evening in the 'Enclave'), I bought some from him for one euro each and he said he would come for free to make wall-art if someone buys a ticket to come over. He already did so in Berlin. In the search, I mentioned before, for traces of what was Madrid thirty years ago, I ended up in a factory of tobacco. It turned out to be occupied since ten years. I could walk in for free and inside there was a huge place full of music and art. (Hopefully I'm not offending anybody saying I enjoyed this lively, lived kind of art instead of The Prado). There took place several meetings. Smoke and drugs were not allowed. I made a trip by bike through 'Rio'. Certainly an expensive project, but how couragious to spend so much money for a public space that apparently has no measurable economic value for itself? There was a walk of hundreds, maybe thousands old men and women that made 'kilometros para recordar'. Youth laughing while taking a shower between the trees and skaters on the bridges over the Manzanares. I ended up occasionally on a exhibition of Grafico de Buenos Aires in the thirties.
Things that you, Norberto, saw around you were quite different as what I saw. You mentioned three times the child that in your opinion was already an orphan, as her parents where both looking on their smartphones. The thing that astonished you the most, was the father 'playing with balls' on his screen. Let me be clear, I'm not a fan of using smartphones day and night. But dear Norberto, I saw them too, parents looking on their screens. And in my case the child was happily playing with the towels on the table while her parents were occupied with their own stuff. She took advantage of the situation. Finally she had the oportunity to play without danger of a repreminand not to do so, what people might think, how to behave properly and so on. I just want to say that 'spending time' with children do not has te be always a positive thing. Sometimes it can feel free for children to explore the world around them without intervenience of adults. (the 'invention' of the 'fragile child' with whom we should play with, is also quite new). That does not make them orphans.
On the other example you gave, I tried to discuss already at the meeting but I do it here again. You seemed to be shocked about an artificial, turquoise penis they sell in a shop around the corner. (I do not get the exact clue of what demontrates us this penis about living in postmodern times but anyway). It was equiped with a part that could directly massage the G-spot. I think that is not so much to be shocked about. In previous eras and still now, men (and most women) had no idea of the existance of a G-spot at all. Mostly not even that of the clitoris. Sex in general was -and still is- something that woman should give to their husbands. Enjoying it, is quite a recent thing. So, if a woman in this postmodern era has the oportunity to buy something (with her own loan) that gives her joy without giving pleasure to her husband first, I don't see what could be so 'value-less' about that.
In my opinion, despite of the overheating things happening in the the financial world, making us replacing things always faster, or as Cristina Marina said before you, 'se tratta de portar consumadores al producto' there is not so much to fear. 'Anxiety is a bad adviser', we use to say in Holland. If anxiolyticum is the medicine of the postmodern times -as you claimed- maybe we should look different at this era. It offers us vast opportunities To think. To invent. To explore. To create joy and pleasure. Nowhere I saw this 'state of alienation' where people should be held in.
To conclude I would mention the two men I saw kissing passionatelly on the entrance of the metro. It seemed me a exposure of hopeful times. The freedom to love the one we want instead of what society has in mind for us to be properly. I'm pretty sure that this was not possible -or thinkable- at the time you or I were born.
In answer on the question if we should find a way to recover or, at the contrary, discart values that seemed obsolete, I would say: There might be new values. The challenge is to find out what those are. Possibly you could ask it the new generation represented in your students. I'm anxious to hear about their answers. Probably they will mention things that make life worth living.
Norberto, thank you for the presentation and for the lesson in Spanish. I certainly come back to Madrid, 'Ciudad lleno de possibilidades'
Hasta pronto!
Lehti Paul
woensdag 10 oktober 2018
'Ser posmoderno' is a pleasure (part 1)
Bij uitzondering, of bij wijze van oefening, schrijf ik dit keer in het Engels. Een taal waarin ik mij niet optimaal kan uitdrukken, maar omdat het mensen betreft die het Nederlands niet machtig zijn -I presume-, doe ik eens een poging.
Exactly three weeks ago I had the pleasure to join a meeting in a bookstore named 'Enclave de libros', in Calle relatores in Madrid. Were Norberto Chaves presented his book 'Ser posmoderno'. I ended up in this tiny but cozy bookstore by chance. Actually I was looking for information about Madrid in de late eighties because of my book about an Argentian immigrant that arrived here at that time. But I bought a totally different thing: poems written by the father of Marcela de San Felix, known as Lope de Vega, four centuries ago. I got a kind of lost in the enormous offer of various subjects and titles (what to think about a 'Naturism in the twenties' or 'Kroatian poetry?), seeking for my attention. A kind of 'google in real life' with the smell of fresh printing as a bonus. The owners of this paradise of paper were Italian, which made a conversation more easy for me. Maria invited me to join one of the meetings they organise, just in the back of the bookstore. Not having enough knowlegde of Spanish was no excuse, she said. When I had the courage to read poems of Lope de Vega, I centainly should join the meeting. Practicing Spanish was the only way to learn it.
'Seven a clock' in Spain has to be considered as an 'indication'. But than, finally, the writer and an audience of ten, fifteen men and women started to listen. After an introduction of Cristina Santa Marina, doctor in sociology and filosofy, Norberto Chaves himself took us on a journey from Hamlet to Italo Calvino to Nietzsche. He said that 'Ser posmoderno' was a book to discuss about and even if I did not read neither bought it, I'm eager to accept this kind of invititation. Actually, I already did - in Spanish- on that evening.
Norberto, you don't have a very optimistic view of the world, on mankind, and (lack of) values in this era. You told us humble that writing was something you 'had to do' in life, you could not nót doing it. And you received a shy laughter of the audience by telling us that the only reason to live was not wanting to die. The first thing you said is similar to my attitude to writing, I can not imagine not to write. At this very moment I should have been working. To fix kitchens and bathrooms to earn money to pay the rent. But I prefer to write. Having no boss or colleages, I'm not bothering nobody by doing so. But about the second claim: life as a state of being because of not wanting to die, that sounds pretty anxious to me.
In the book you make an assessment of an inability to answer to a changed, changing society. Especially regarding values. Speculation as a culture, the absolute price elasticity -nothing is worth anything, it only costs something, provisionally- , and the effects of this to politics an, in the end, the way people think. Without having read the book I take the opportunity to claim that value and price has always been a pretty elastic thing. With the difference that in 'modern' times most people thought is was not. Now we do know. And that could have advantages too.
I admit, speculating on what possibly could happen with the price of barrels of oil to the price of houses might have taken a flight forward, but could'nt it be just because of that, that people are searching for other ways of looking, of living their lifes and, in the end, of thinking. What is worth (to live for) without looking at the (provisionally) cost first? As it is not given for granted that our children has a better (financial) life than we have, if there's no promise that proliferate with your talents give you the freedom of more money to do (buy) what you want to do, than maybe it's time to do, to act different in this very moment. Speculating of what prices might could do is no garantee anymore.
And this different way of thinking is just what I saw around me in Madrid. Plenty of initiatives of creative young people that do not believe in fairy tales of economy and grow as an law of nature that we have to obey or believe in. Of course, one could oppose that it's just a small, intelectual part of the world. Or, more mean, these are children of parents with money to cover their back. But I doubt about that.
(continues at part 2)
Exactly three weeks ago I had the pleasure to join a meeting in a bookstore named 'Enclave de libros', in Calle relatores in Madrid. Were Norberto Chaves presented his book 'Ser posmoderno'. I ended up in this tiny but cozy bookstore by chance. Actually I was looking for information about Madrid in de late eighties because of my book about an Argentian immigrant that arrived here at that time. But I bought a totally different thing: poems written by the father of Marcela de San Felix, known as Lope de Vega, four centuries ago. I got a kind of lost in the enormous offer of various subjects and titles (what to think about a 'Naturism in the twenties' or 'Kroatian poetry?), seeking for my attention. A kind of 'google in real life' with the smell of fresh printing as a bonus. The owners of this paradise of paper were Italian, which made a conversation more easy for me. Maria invited me to join one of the meetings they organise, just in the back of the bookstore. Not having enough knowlegde of Spanish was no excuse, she said. When I had the courage to read poems of Lope de Vega, I centainly should join the meeting. Practicing Spanish was the only way to learn it.
'Seven a clock' in Spain has to be considered as an 'indication'. But than, finally, the writer and an audience of ten, fifteen men and women started to listen. After an introduction of Cristina Santa Marina, doctor in sociology and filosofy, Norberto Chaves himself took us on a journey from Hamlet to Italo Calvino to Nietzsche. He said that 'Ser posmoderno' was a book to discuss about and even if I did not read neither bought it, I'm eager to accept this kind of invititation. Actually, I already did - in Spanish- on that evening.
Norberto, you don't have a very optimistic view of the world, on mankind, and (lack of) values in this era. You told us humble that writing was something you 'had to do' in life, you could not nót doing it. And you received a shy laughter of the audience by telling us that the only reason to live was not wanting to die. The first thing you said is similar to my attitude to writing, I can not imagine not to write. At this very moment I should have been working. To fix kitchens and bathrooms to earn money to pay the rent. But I prefer to write. Having no boss or colleages, I'm not bothering nobody by doing so. But about the second claim: life as a state of being because of not wanting to die, that sounds pretty anxious to me.
In the book you make an assessment of an inability to answer to a changed, changing society. Especially regarding values. Speculation as a culture, the absolute price elasticity -nothing is worth anything, it only costs something, provisionally- , and the effects of this to politics an, in the end, the way people think. Without having read the book I take the opportunity to claim that value and price has always been a pretty elastic thing. With the difference that in 'modern' times most people thought is was not. Now we do know. And that could have advantages too.
I admit, speculating on what possibly could happen with the price of barrels of oil to the price of houses might have taken a flight forward, but could'nt it be just because of that, that people are searching for other ways of looking, of living their lifes and, in the end, of thinking. What is worth (to live for) without looking at the (provisionally) cost first? As it is not given for granted that our children has a better (financial) life than we have, if there's no promise that proliferate with your talents give you the freedom of more money to do (buy) what you want to do, than maybe it's time to do, to act different in this very moment. Speculating of what prices might could do is no garantee anymore.
And this different way of thinking is just what I saw around me in Madrid. Plenty of initiatives of creative young people that do not believe in fairy tales of economy and grow as an law of nature that we have to obey or believe in. Of course, one could oppose that it's just a small, intelectual part of the world. Or, more mean, these are children of parents with money to cover their back. But I doubt about that.
(continues at part 2)
Abonneren op:
Posts (Atom)