zondag 29 september 2019

Over verdwaalde jagers en dansen in een dorp (2)

(deel 1)

Na hun vertrek lurkte ik aan mijn alcoholvrije Bavaria, rookte een shagje en keek vanuit mijn ooghoek naar de flirtende mensen aan de tafeltjes naast me. Al was flirten misschien niet de juiste term voor het onstuimig zoenen dat ik gadesloeg. Was dit wellicht wat de barvrouw bedoelde met 'verkeerde figuren'?

De aanblik van al dat opnaaien was allerminst onaangenaam, maar, zo bedacht ik me, was dansen niet het doel geweest van mijn komst naar het centrum? Drinken en roken kon ik thuis ook. Dan zelfs met alcohol. Al was de tv minder prettig vertier dan hier een beetje de voyeur uithangen. Wellicht was mijn ex toch niet naar de bejaardendisco gegaan. Daar kwam ik gauw genoeg achter.

Ik wandelde over de Grote Markt. Genoot van giebelende groepjes studenten die in het Duits, Frans en Spaans discussieerden. Over dat één van hen moest pissen. Of waar ze heen zouden gaan. De nachtelijke, natgeregende stad bleef een genot om alleen doorheen te lopen. Net zo mooi als toen ik hier twaalf uur eerder liep, op jacht naar een cadeautje voor mijn vriendin.

Vanmorgen was de markt bevolkt geweest door jonge gezinnetjes. Zouden die, voordat ze zich settelden, ook lallend door de stad hebben gelopen? En zich ook pas over tien jaar weer in het uitgaansleven storten? Jammer genoeg moest daar vaak eerst een scheiding aan vooraf gaan. Swingen met een trouwring was vast ook iets vreselijks fouts.

Ik gluurde door de klapdeuren. Het was rustig maar de dansvloer was vol. Er was geen ex te zien en ook de Drenten schitterden door afwezigheid. Die waren wellicht elders iets leuks gaan doen of waren een potentiële prooi tegengekomen. Ik ging los op grijsgedraaide evengreens als 'Freedom' and 'I like you'. 

Tegen enen dreigde de barman in slaap te vallen en dropen er mensen af. Ook voor mij werd het tijd om te gaan. Teruglopend naar de auto passeerde ik opnieuw de foute-figuren-kroeg. Mijn nieuwsgierigheid won het van de roep om slaap. De tafels waren zoals aangekondigd aan de kant geschoven en een paar beentjes gingen ook hier van de vloer. En daar, aan de rand van de dansvloer, zaten de twee Drenten. Ze hadden de bejaardendisco niet kunnen vinden. Arme kerels. Te meer daar hun taxi kort erop klaar zou staan aan de Rademarkt. Hoe ver dat lopen was, wilden ze weten.

Als de tijd dringt valt schaamte soms weg. Al kan het ook aan hun drankgebruik hebben gelegen. Maar ik was aangenaam verrast toen ik zag hoe de heupen van één van hen swingden en onder de indruk van het ritmische voetenspel. Allemachtig, dat was pas dansen!

Of ik ook op internet zat, wilden ze nog weten. Misschien was het een omslachtige manier om mij online op te sporen? Naar mijn nummer vragen was slimmer geweest. Tinder, Badoo, Lexa? .... ze noemden een reeks datingsites op die ik niet allemaal kende. Ik tipte hen dat je bij daten beter samen iets leuks kon gaan doen dan gelijk af te spreken voor een drankje in de kroeg. Wandelen of fietsen, schaatsen of schaken. Of dansen natuurlijk. Als je dan na een eerste blik op je date gelijk wilde wegrennen, had je in elk geval iets leuks gedaan.


Zondag ontwaakte ik nuchter naast mijn eigen spinnende jager. Garfield sprong uit bed en nam miauwend plaats bij de deur. Toen die openging, spurtte ze naar buiten. De hort op.

Over verdwaalde jagers en dansen in een dorp (1)

'Dus,... jij gaat helemaal naar Amsterdam op en neer voor een verjaardag?!'
'Ja, het is een goede vriendin, en zij doet hetzelfde. Nou ja, dit jaar niet, want ik heb haar niet uitgenodigd. Maar volgend jaar word ik vijftig dus dan zal ze zeker komen.'

Zo, de leeftijdvraag was mooi getackeld, daarover waren geen cliché raadspelletjes meer te verwachten.
'En ,wat brengt jullie hier?', was mijn wedervraag, en nam een flinke teug uit het flesje dat voor me op de toog stond.
'We wilden stappen in Groningen, in Hoogeveen is uitgaan kut en we hoorden dat het hier leuk was.' 
'Klopt, het is hier vaak gezellig. Maar de barvrouw zei me net dat de dj niet meer komt. De dansavonden hier zouden verkeerde mensen aantrekken.'

Om haar woorden kracht bij te zetten, had ze me gezegd dat het me wellicht was opgevallen dat er weinig dames waren. Na een blik om me heen zag ik inderdaad meer man- dan vrouwvolk, maar dat was in een café niet uitzonderlijk.

Ik mijmerde verder over wat 'verkeerde types' zoal zijn konden. Jagende mannen wellicht? Maar ook dat was bij het uitgaan geen geheim. Zo gaven ook de twee Drenten schoorvoetend toe. Wellicht doelde de barvrouw op de 'vleesmarkt' die het hier volgens sommigen was geworden. Dat het er in de kleine uurtjes wel erg dik bovenop lag wie naast wie op zondagochtend brak zou ontwaken. Er was kennelijk een verschil tussen 'jagen' en 'jagen'. Op safari gaan in de brave Beekse bergen mag, maar hetzelfde doen in Kenia is superfout. Zoiets. 

De barvrouw zei tegen de heren dat het voor gezellig stappen wat vroeg was, maar dat er in het Pakhuis wel werd gedanst zou worden en dat later ook hier de tafels nog aan de kant zouden gaan. Huh? Nu werd haar verhaal me toch wat vaag. Dansen met dj was in de ban gedaan vanwege foute types, maar dansen op muziek kon nog wel? Hoe zat het nou?

Eén van de Drenten rookte, we gingen buiten onder het afdak zitten en keuvelden over werk, relaties en kinderen. Zijn vriend schoof ook aan. Want hoewel hij de schurft aan roken had, tussen de paffers is het vaak gewoon gezelliger. Zo beweerde ook een ex van mij. Die ik nooit meer zie, omdat hij dat liever niet wil. Kan gebeuren na een breuk. Maar ik zag hem wel, eerder op dezelfde avond en dat was tevens de reden dat ik naast de Drenten belandde.

Na vierhonderdvijftig kilometer asfalt en een paar fikse hoosbuien waarbij ik met zeventig kilometer per uur over de snelweg door de polder kroop, was ik naar de bejaardendisco gereden. Ik was hard toe aan wat beweging. De kroeg lag in hartje stad, zodat parkeren slechts voor maximaal een half uur was geoorloofd tegen een vergoeding die hoger lag dan de prijs van een drankje. Geen nood, Groningen is een dorp - al dachten de Drenten daar anders over- er was vast elders een betere parkeerplek. En toen ik daar naar op zoek ging, fietste de bewuste ex me tegemoet. Die ongetwijfeld op weg was naar dezelfde danstent. Om zijn avond niet te bederven. ging ik over op tot plan B. Aan de andere kant van de stad plantte ik mijn auto langs de gracht en nu zat ik buiten onder een afdak. Het voelde bijna als thuis.

'De barvrouw had niet helemaal gelijk hoor. Er valt wel degelijk te dansen op dit uur.'
En na mijn uitleg aan de twee jagers over de beste looproute, vroegen ze of ik meeging. En waaróm dan niet? En dat het alternatief alleen achter te blijven toch geen fijn vooruitzicht was.
'Nee, jongens, echt niet. Zeker niet met jullie. Want als die ex mij daar ziet binnenstappen met twee vlotte kerels, zal hij nog minder amused zijn. Maak er een leuke avond van. Veel plezier.'


(deel 2)



zondag 1 september 2019

Mannen hebben het niet makkelijk

'Meneer, heeft u een vuurtje voor me?', hoor ik de scootersleutelaar achter me zeggen, terwijl ik met mijn achterwerk naar hem toe sta en een poging doe enige orde in mijn klusbus te scheppen. (Eigenlijk is het geen bus, meer een auto. maar daarover zijn de meningen van mijn naasten verdeeld, zodat 'Kom je met de bus?' al gauw tot misverstanden leidt.)

Ik stap uit de auto, recht mijn rug (zie je wel, het is géén bus, anders zou ik er wel rechtop in kunnen staan), graai een aansteker uit mijn werkbroek en terwijl ik die aanreik aan de sleutelaar slaat hij zijn hand voor zijn mond en mompelt verschrikt: 'Oh, sorry, mevrouw, sorry sorry sorry, ik zag niet dat u...'

Zomaar een scène van een tijdje terug. Mijn outfit baart wel vaker opzien. Gister bij de groothandel kon ik weer een nieuwe uitspraak aan de lange reeks opmerkingen toevoegen: 'Ik wou dat mijn vrouw zo handig was.'  Maar ik heb geen klagen, het is goed bedoeld en de functie van afwijkend rolmodel past mij prima. En zo afwijkend ben ik inmiddels niet meer want op reclameposters van bouwmarkten poseren tegenwoordig ook besmeurde vrouwen met zwaar gereedschap.

Hoe anders is dit voor mannen. Zij worden in het gunstigste geval gedoogd als ze zich in vrouwenkleren hullen. De kerel die ik ooit heupwiegend op zijn highheels door de Appie zag lopen,  werd meewariger nagekeken dan ik, gehuld in mijn smerige werkbroek.

----------------

Veel van mijn klanten zijn vrouw. Wellicht komt dat omdat zij een kerel die met bouwvakkersdecolleté in hun badkamer ligt te zweten niet zo fijn vinden. (Wat pornoverhaaltjes daar ook voor moois van proberen te maken). Hoewel het natuurlijk ook kan komen doordat vrouwen minder vaak zelf klussen en dat werk dus sneller uitbesteden. Maar laat ik nu niet ook vervallen in stereotypen, er zijn per slot ook zat mannen die mij inhuren.

Bij de koffiepauze wordt me door zowel mannen als vrouwen vaak meer toevertrouwd dan alleen hun verbouwing. Ik schreef al eens over hartverscheurende verhalen over rouw, drugsgebruikende kinderen of futloze huwelijken. Maar ik word ook deelgenoot gemaakt over zaken waar zij blij van worden. En dat beperkt soms zich niet tot woorden alleen.

Zo klus ik ook bij mannen die zich in mijn gezelschap veilig wanen om datgene te doen wat ze tussen de schappen van de Appie (nog) niet durven: vrouw zijn. Zodat ik wel eens, terwijl ik de poederlijm met de nodige spierkracht tot een smeuïge smurrie vermeng, tikkende hakken op de trap hoor. Eenmaal beneden vraagt zo'n thuiswerkende klant dan of ik het niet raar vind dat hij een zwart kanten niemendalletje draagt. Ik mompel dan iets vaags over dat elk mens vooral moet doen waar hij zich goed bij voelt en dan volgt vaak een neutrale wedervraag mijnerzijds over de legrichting van tegels of wat de wensen van meneer zijn inzake de kleur van de voegen. (Ongemak is ook mij niet vreemd)

Achter de voordeur, omdat hun vrouw, kinderen en buurtgenoten er niks van mogen of willen weten, toveren mannen zich stiekem om tot vrouw. Vertrouwen mij hun vreugde toe. Hopelijk schaad ik dat vertrouwen niet met het schrijven van dit logje. Misschien moest ik zo'n man bij een volgende koffiepauze eens vragen: 'Mevrouw, heeft u een vuurtje voor me?'  Of, als ik één van hen op zekere dag toch op highheels door de buurtsuper zie paraderen, verrukt uitroepen: 'Ik wou dat mijn man zo handig was.'