dinsdag 10 juli 2012

Positivo

"Welke dag is het, moet ik naar school? "Ik haat school, school is saai." 's Morgens, nog voordat Kees' ogen opengaan, zijn dit zijn woorden als hij rond zes uur naast me wakker wordt. Meestal komt hij om één uur 's nachts met een poeslieve glimlach mijn kamer binnen, checkt of broer Leo zijn plek in mama's bed niet al heeft ingepikt en rolt zich dan als mummie in mijn dekbed. Om drie, vier of vijf uur wordt hij vaak even wakker. Dat hoort bij zijn ziekte. Zo weten we sinds een jaar. Soms zakt hij door zijn benen, zoals gister, toen hij aan het tandenpoetsen was, en onderuit ging. Ik was blij dat hij niet net op de trap liep. Ook dat hoort er bij. En slapen overdag. Ook. Dikker worden. Hoort er ook bij. Hij nam zich voor om af te vallen en heeft zijn Sint Maarten snoep nog steeds. Weggooien mag ik het niet. Zijn tong die uit zijn mond hangt of slap wordt, zodat kinderen hem niet verstaan, zijn nekspieren die slap worden als hij lacht, elke dag minstens één pestbui. Of is ontroostbaar. Hoort er allemaal bij. En dat valt niet mee. Als je acht jaar bent. Op een maandagmorgen. Als je naar school moet.    
  
Maar zodra er ontbeten kan worden is het goed. Yoghurt of pap en als het even meezit ook de halve of hele boterham die ik voor mezelf had bedoeld. Hij geniet er van.   

 "Zullen we een andere route naar school nemen?"
"Goed"
"Dan kunnen we zien hoe ver ze zijn."
"Goed"










"Kijk, dat wat daar op de muur staat, daar ben ik het wel mee eens. Nu bouwen ze er tòch huizen" Bomen brengen vast te weinig geld in het gemeentelaatje voor zulke dure bouwgrond.
Kees denkt even na en zegt dan: "Ja, maar de mensen moeten toch ook ergens leven?"






Gelijk heeft ie. En er moet natuurlijk ook worden gegeten. Dus rooide hij diezelfde dag de aardappels. Uit het kindertuintje van zijn broer. Die huiswerk moest maken. 
Vanavond kwam er iemand aan de deur die naar hem vroeg. Hij had de eerste prijs gewonnen van een geschiedenisquiz. Een boekenbon van vijftien euro. Daar koopt hij misschien het volgende deel van 'Mees Kees' van. "Want", zo zegt mijn zoontje, "dat is een meester waar je blij van wordt."


4 opmerkingen:

  1. Wie wordt er nu niet vrolijk van ontbijt...

    BeantwoordenVerwijderen
  2. je zoon is een schàt.
    of tja....
    dat zijn ze allebei :)

    BeantwoordenVerwijderen
  3. Arme, arme Kees.

    Ja, dat vind ik echt.

    (En fijn dat hij jou als moeder heeft, dat ook natuurlijk.)

    BeantwoordenVerwijderen
  4. @ Rianne, ja en hoewel het lastig te rijmen is met zijn aanleg tot aankomen, wil ik hem de geneugten van het eten niet ontnemen. Want, zo zegt hij, de dag,....het leven...is al zo kort. Als mijn filosoofje nu maar niet te veel en te vaak piekert, en op tijd een dut doet, komen we er vast wel.

    @ Olijf, mbe, che diresti di tutti trè? Perchè ce ne ancor'un altro, mezzo terrone come tè ;-) O ja, en die twee schatten slapen over ruim een week in jouw bed!

    @ Yvon, ik ook. Kan soms wel janken. Maar ja, als ie dan, zoals afgelopen zaterdag, -op jouw balanceerplekje- uren lang lol heeft met water en rennen en boompje verwisselen en wat al niet, dan geniet ik ook dubbel zo hard. En hij ook.
    Dank je, fijn om te lezen.

    BeantwoordenVerwijderen

Leuk dat je hier komt lezen! Nog leuker als je laat horen wat je er van vindt.