"Ik ken helemaal geen homo's, kun jij haar niet introduceren in de homoscene, je hebt toch lesbische vriendinnen?" Vroeg hij me, terwijl we 'gormesh saabsi' naar binnen schoven. Of was het 'abgusht' en dronken we 'dugh'? Wat vrij zeker is, is dat we op zijn wanstaltig grote tv naar één of andere talentenshow keken. Die ik vast zal hebben afgekraakt als vermomd belspelletje om nietsvermoedende kijkers de schijn van invloed te laten kopen in ruil voor een leeggeplunderde telefoonrekening ('u heeft nog een minuut om te stemmen, de lijnen zijn bijna gesloten).
Hij zal op zijn beurt bij hetzelfde programma hebben teruggedacht aan zijn jonge jaren in Teheran, toen die filmster zo verrukt naar zijn dansen had gekeken. Ze was rijk en bewonderde het draaien met zijn heupen. Hij kwam uit het arme zuiden en niet zelden belandde hij en zijn vriend na zo'n wild feest in een Iraanse politiecel, tevergeefs wachtend op iemand die hem er uit zou kopen. Maar zijn vader kwam niet en zijn moeder was pas veertien toen ze hem kreeg en genoot nu zelf van de bloei in haar leven. Geld scharrelde hij vaak zelf bij elkaar door zich duur te laten betalen voor verboden plaatjes van Michael Jackson. 'God, wat heb ik veel geleerd van die man'.
Maar op die avond was ik vast in een verzoenende bui. Want hoe het precies kwam weet ik niet, maar twee weken later zat ik bij zijn bewuste vriendin aan de maaltijd in een asielzoekercentrum in een godverlaten dorp waar ik nog nooit van had gehoord.
Daar zat ze. Op haar bed dat als stoel diende. In haar minikamer. We aten 'mahi' ('O, heeft ze vis voor je gemaakt, dat is echt een eervol gebaar, Lehti'). Ik zag foto's van haar volwassen dochter, ze prees mijn Perzisch gebrabbel en we maakten een ritje langs windmolens en paarden in de wei. Na de 'chai' nam ik weer afscheid. Ze wachtte al twee jaar in dit 'huis van bewaring'. Op een antwoord of ze al dan niet in Nederland mocht blijven.
Nadat ik de eerste bocht om was, zette ik mijn auto langs de kant van weg. In een opwelling belde ik F. Het was goed, zei F. Ze was toch al van plan geweest om die avond uit te gaan, en we konden elkaar wel ontmoeten bij de plaatselijke homo disco. Ik keerde terug naar het AZC. Passeerde met mijn liefste glimlach opnieuw de geüniformeerden (eigenlijk mogen we na tien uur niemand meer binnenlaten, mevrouw) en even later reden we samen naar de stad. Onderweg kreeg ik de ins en outs van het leven van een lesbienne in Iran te horen.
Toen we aankwamen op de afgesproken plek stelde ik F. voor aan mijn introducee. 'Nice' zei die verlekkerd met een smile van oor tot oor, wijzend op F. die ze aandachtig in zich op nam. 'Ah, you like my hat', zei F, wijzend op haar hoofd. 'No, no, I like YOU' was het antwoord wat meteen de trend zette voor de rest van de avond (dacht ze nu werkelijk dat dit een koppelpoging was?).
Er werd lekkere muziek gedraaid en ik begaf me al snel op de nog vrij lege dansvloer. Een paar machoheren hingen als behang langs de kant. Ik werd benaderd door een vrouw met een verschijning en houding die alle vooroordelen over potten bevestigde. Ze was er zelfs van overtuigd dat ook ik lesbisch was, maar dat zelf alleen nog niet wist. Nadat ik meerdere keren had aangegeven dat ik niet gediend was van haar weinig subtiele avances ('Laat mij maar lekker in de kast dan!') kreeg ik F weer in het oog.
Haar verging het in gezelschap van mijn introducee al net zo. Niet alleen week die geen seconde haar zijde. F vertelde ook dat ze haar borsten meerdere keren had betast. Wellicht had ze gedacht dat ik haar had meegenomen naar een parenclub? Nu was er wel zoiets als een darkroom, maar die scheen alleen voor mannen bedoeld. Of misschien vond ze dat in het land waar alles schijnbaar mocht, er ook geen remmen of sociale codes bestaan. 'Zullen we elkaar redden' stelde F me op zeker moment voor.
Help, waar was ik vredesnaam aan begonnen?!
De volgende ochtend bracht ik mijn gast naar het station. Wanhopig zei ze me dat ik haar moest vertellen waar ik lesbiennes kon vinden en hoe ze met hen in contact kon komen. Ik bracht haar de discotheek van de avond ervoor in herinnering en vertelde jufferig over de do's en don't in het maken van contact. Het hoeft hier niet allemaal te gebeuren in dat ene uurtje waarin je je even onzichtbaar waant voor de zedenpolitie.
Onlangs smste ze me het feestelijke bericht dat ze was toegelaten tot Nederland. Misschien had ik haar moeten uitnodigen voor een maaltijd met mahi om het te vieren. Of om vanavond op het Noorderzon festival te paraderen, want de vrouwen die daar rondliepen, al dan niet hand in hand, waren talrijk. En paraderen, dat kunnen Iraniërs als geen ander.
Hopelijk kan ze genieten van haar vrijheid.
En die van anderen.
Hij zal op zijn beurt bij hetzelfde programma hebben teruggedacht aan zijn jonge jaren in Teheran, toen die filmster zo verrukt naar zijn dansen had gekeken. Ze was rijk en bewonderde het draaien met zijn heupen. Hij kwam uit het arme zuiden en niet zelden belandde hij en zijn vriend na zo'n wild feest in een Iraanse politiecel, tevergeefs wachtend op iemand die hem er uit zou kopen. Maar zijn vader kwam niet en zijn moeder was pas veertien toen ze hem kreeg en genoot nu zelf van de bloei in haar leven. Geld scharrelde hij vaak zelf bij elkaar door zich duur te laten betalen voor verboden plaatjes van Michael Jackson. 'God, wat heb ik veel geleerd van die man'.
Maar op die avond was ik vast in een verzoenende bui. Want hoe het precies kwam weet ik niet, maar twee weken later zat ik bij zijn bewuste vriendin aan de maaltijd in een asielzoekercentrum in een godverlaten dorp waar ik nog nooit van had gehoord.
Daar zat ze. Op haar bed dat als stoel diende. In haar minikamer. We aten 'mahi' ('O, heeft ze vis voor je gemaakt, dat is echt een eervol gebaar, Lehti'). Ik zag foto's van haar volwassen dochter, ze prees mijn Perzisch gebrabbel en we maakten een ritje langs windmolens en paarden in de wei. Na de 'chai' nam ik weer afscheid. Ze wachtte al twee jaar in dit 'huis van bewaring'. Op een antwoord of ze al dan niet in Nederland mocht blijven.
Nadat ik de eerste bocht om was, zette ik mijn auto langs de kant van weg. In een opwelling belde ik F. Het was goed, zei F. Ze was toch al van plan geweest om die avond uit te gaan, en we konden elkaar wel ontmoeten bij de plaatselijke homo disco. Ik keerde terug naar het AZC. Passeerde met mijn liefste glimlach opnieuw de geüniformeerden (eigenlijk mogen we na tien uur niemand meer binnenlaten, mevrouw) en even later reden we samen naar de stad. Onderweg kreeg ik de ins en outs van het leven van een lesbienne in Iran te horen.
Toen we aankwamen op de afgesproken plek stelde ik F. voor aan mijn introducee. 'Nice' zei die verlekkerd met een smile van oor tot oor, wijzend op F. die ze aandachtig in zich op nam. 'Ah, you like my hat', zei F, wijzend op haar hoofd. 'No, no, I like YOU' was het antwoord wat meteen de trend zette voor de rest van de avond (dacht ze nu werkelijk dat dit een koppelpoging was?).
Er werd lekkere muziek gedraaid en ik begaf me al snel op de nog vrij lege dansvloer. Een paar machoheren hingen als behang langs de kant. Ik werd benaderd door een vrouw met een verschijning en houding die alle vooroordelen over potten bevestigde. Ze was er zelfs van overtuigd dat ook ik lesbisch was, maar dat zelf alleen nog niet wist. Nadat ik meerdere keren had aangegeven dat ik niet gediend was van haar weinig subtiele avances ('Laat mij maar lekker in de kast dan!') kreeg ik F weer in het oog.
Haar verging het in gezelschap van mijn introducee al net zo. Niet alleen week die geen seconde haar zijde. F vertelde ook dat ze haar borsten meerdere keren had betast. Wellicht had ze gedacht dat ik haar had meegenomen naar een parenclub? Nu was er wel zoiets als een darkroom, maar die scheen alleen voor mannen bedoeld. Of misschien vond ze dat in het land waar alles schijnbaar mocht, er ook geen remmen of sociale codes bestaan. 'Zullen we elkaar redden' stelde F me op zeker moment voor.
Help, waar was ik vredesnaam aan begonnen?!
De volgende ochtend bracht ik mijn gast naar het station. Wanhopig zei ze me dat ik haar moest vertellen waar ik lesbiennes kon vinden en hoe ze met hen in contact kon komen. Ik bracht haar de discotheek van de avond ervoor in herinnering en vertelde jufferig over de do's en don't in het maken van contact. Het hoeft hier niet allemaal te gebeuren in dat ene uurtje waarin je je even onzichtbaar waant voor de zedenpolitie.
Onlangs smste ze me het feestelijke bericht dat ze was toegelaten tot Nederland. Misschien had ik haar moeten uitnodigen voor een maaltijd met mahi om het te vieren. Of om vanavond op het Noorderzon festival te paraderen, want de vrouwen die daar rondliepen, al dan niet hand in hand, waren talrijk. En paraderen, dat kunnen Iraniërs als geen ander.
Hopelijk kan ze genieten van haar vrijheid.
En die van anderen.