zondag 22 februari 2015

Ben ik nu diep gezonken?

Eerst lag ik vroom op mijn knieën bij de afvoer in een studentenhuis, daarna zocht ik het hogerop en  timmerde een drie meter hoge kast in een oude pastorie, maar vandaag, op de dag des Heren, lag ik plat op mijn buik, op de grond.
Bij de prijsvechter.

Tien voor vijf was het. In het tochtportaal, dat onlangs was aangelegd, niet voor tochtvrije werkplekken voor de caissières maar om te voorkomen dat overvallers ten derde male zouden toeslaan, stonden een stepje en een roze peuterfietsje. De kinderen waren binnen, aan het winkelen met hun moeder. Er was ook nog een derde klant. Hij leek niet naar iets speciaals op zoek. IJsbeerde voor de lege broodkarren en zei in zijn telefoon: "Ze is twintig. De oudste."

"Mevrouw" hoorde ik, toen ik net besloot om geen gevulde koeken maar stroopwafels als alternatief rookwaar in mijn doos te gooien, "Mevrouw, kunt u daarbij?" Gedwee ging ik naast het jongetje op de grond liggen, schatte mijn armlengte in ten opzichte van het voorwerp dat het kind aanwees en viste toen een niet nader te definiëren stuk speeltuig onder de pallet met vruchtensap vandaan. "Dankuwel", riep het jongetje, huppelde weg, draaide zich om, lachte opnieuw een welgemeend dankuwel en verdween toen achter de schappen.

Peinzend over mijn verdere boodschappen, mijn boodschappenbriefje liet ik waarschijnlijk thuis op tafel liggen, kreeg zijn moeder mij in het oog. Een bijna verwijtende blik mijn kant op. Oei, dacht ik. Nu heb ik vast haar gezag ondermijnd. Ze had misschien even tevoren haar zoontje toegesproken met: "Dat krijg je er nu van, Delano/ Surrenderley" (of hoe heten al die mooie halfbloedjes die deze wijk bevolken), toen zijn speelding wegrolde onder de sappakken. Nu zei ze: "Heb jij effe geluk. Heb je wel dankjewel gezegd tegen die mevrouw?" Ik praatte voor mijn beurt: "Jawel. Hij zei het wel twee keer". Mij negerend sprak ze haar kind nogmaals toe: "Met twee woorden? Zei je 'Dankuwel MEVROUW?'" (Het valt niet mee om consequent te blijven met al die import-intellectuelen in de wijk). Braaf herhaalde het jongetje haar woorden. Reflexmatig zei ook ik beleefd: "Graag gedaan, meneer", en liep toen naar de kratten Schultenbrau.

Na drie pijpjes pils te hebben gepakt, liep ik langzaam terug richting vis, om het gesprek van de derde klant zo onopvallend mogelijk te volgen. De NSA is er niks bij. Want wat kletst die vent nou over meisjesleeftijden? Maar nadat hij het over "bloed onder je nagels" heeft, sluit ik een mogelijke handel in tienerhoertjes uit en druip af.

Bij de dooie beestenbak loop ik drie keer langs de weinig appetijtelijk ogende dooie kippen en varkens. In mijn gedachten galmt de tweet van Eetschrijver 'Geen volk eist zijn eten zo goedkoop als het onze'. Toch schuif ik het deurtje van de stoffelijke resten open en kies een pakje gemalen koeienkadaver. "Weg van de supermarkt", heet het boek van GJ Groothedde alias Eetschrijver. Maar ja, dit is de enige winkel die vandaag open is. En lekkerder dan mijn eigen vlees is toch nergens te koop.

De caissière kucht. De peuters rennen heen en weer. Moeders roept hen iets achterna. Dat mama haar bankpas nodig heeft of zo. Ik sta tussen haar en de bellende man bij de kassa. Er komen er twee pubers binnen. Ze gaan overleggen voor de schappen met chips.

Bij Proefkonijnen legde Bas Haring onlangs de stelling 'Geld maakt niet gelukkig' uit. Hij maakte het inzichtelijk door Valerio Zeno een bord met het hoofd van Leonardo di Caprio voor te laten houden. En zijn buurmannen borden van andere knapperds. Waarmee werd bewezen dat niet schoonheid of rijkdom an sich (on)gelukkig maakt, maar het verschil hierin met je buren.

Thuis voel ik me de koning te rijk. Met een grote krop paksoi, een worst met onduidelijke herkomst en basmatirijst en bier van de Aldi.

Proost!

4 opmerkingen:

  1. Kijk, af en toe lees je als Vlaming iets dat je echt niet kunt plaatsen. Drie "pijpjes" pils ?
    Maar het "geen volk eist zijn eten zo goedkoop als het onze" is algemeen geldig vrees ik.

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Een pijpje is een flesje. Bouwvakkers drinken hun pils zo uit de fles/ pijpje. Verder is hier een groot glas, 33cl, dat heet een Amsterdammer of Vaasje http://nl.wikipedia.org/wiki/Vaasje
    Een klein glas, van dun glas gemaakt, heet een fluitje. En, zo lees ik op wiki, ook dat wordt wel pijpje genoemd. In Vlaanderen heeft men als standaardinhoud 25 cl, Hier houdt men 20 cl aan. Maar, zoals gezegd, ik zet het liefst het flesje/ pijpje zonder tussenkomst van glas aan mijn mond.

    BeantwoordenVerwijderen
  3. Mooi verhaal! En Delano is inderdaad veelvoorkomend. Jayden ook.

    BeantwoordenVerwijderen
  4. Welkom naamgenoot!
    Zou mijn kind/ hond/ konijn toch liever Paul dan Delano of Jayden noemen. Maar da's een kwestie van smaak.

    BeantwoordenVerwijderen

Leuk dat je hier komt lezen! Nog leuker als je laat horen wat je er van vindt.