vrijdag 25 oktober 2013

Leya no comboio

Leya por vicio, leya cores e sentimentos, leya sozinho ou acompanhado, leya romances, leya a noite, leya em casa, leya depressa ou devagarinho, leya quando como e ondas lhe apetecer, leya a serio ou a brincar, leya viagens e outras culturas, leya letras com sabores, leya de pernas para o ar.

Vrij vertaald: Lees in de trein, lees 's nachts, lees alleen of samen, lees thuis, wanneer hoe en waar je wilt, lees serieus of voor de grap, lees mooie brieven, lees reizend over andere culturen. 

En dat deed ik. Zij het na enig aandringen van mijn vader. J. Rentes de Carvalho moest ik lezen. Ik las voor, las voor mezelf, in bed, in het café, de auto en het vliegtuig. En 's nachts, omdat het uit moest. Maar het bleef niet bij lezen alleen.

'De kaik dreef langs de wijnloodsen en de Santa Marinhakerk, waar het plein blank stond. Van het huis van de koster stak alleen het dak boven water. Af en toe kon je door een zijstraat een rivier zien, en het leek onvoorstelbaar dat de stroming daar zo sterk was, terwijl wij voortgleden als op een sereen meer. Toen we om de hoek van de Rua Direita heen bogen, doemde er ineens een zwarte muur voor ons op, de romp van een vrachtschip dat de straat was ingeramd en slechts door een wonder niet alle huizen had gesloopt. We voeren er langzaam omheen. Aan de andere kant kon je naar binnen kijken, zag je alles: de brug met het stuurwiel, koperen apparaten, de motoren van de hijskranen, de lieren, de sloepen die hingen te schommelen in de davits, de kombuis, de kooien. februari 1937. Uit 'Ernestina', blz 186-187.

We liepen door de regen. Een vrouw hing uit het raam en keek ons na, haar buurman kreeg ons ook in het oog en vroeg gebarend om een sigaret. Die had ik hem graag gegeven. We kwamen door de Santa Marinha buurt en na nog wat stijgen en dalen bij de Santa Marinha kerk. In de regenplassen voor de deur getuigden kunststof rozenblaadjes van een bruiloft die er kort geleden was gevierd. Door een deur van een openstaande loods kon ik het embleem van Sandeman ontwaren en erboven, tegen de heuvels, prijkten borden van andere grote Portnamen Ferreira, Offley en Cockburn. 16 oktober 2013.

Mrs Cockburn, een oude Engelse van rond de dertig, getrouwd met een wijnhandelaar en moeder van twee kinderen, was een keer hand in hand met mij mee gelopen vanaf de andere school - o strelende zachte handen- tot op de hoek, waar onze wegen zich scheidden. Ik zie nog voor me hoe ze zich voorover buigt, me betovert met een stralende glimlach en na me een zoen te hebben gegeven voor de eerste keer met haar zachte melodieuze stem zegt: "Goodbye Jose."(bl 171). 1935

Che Guevara prijkte op de vlag, de Internationale werd aangeheven. De politie stelde zich verdekt op. De brug zag rood van de spandoeken. Er werd geprotesteerd tegen de regering en hun plannen om de inkomens boven de zeshonderd euro bruto per maand te korten. De Spaanse strijdleus gonsde door de menigte: 'Él pueblo unido, jamas sera vencido' (een verenigd volk zal nooit overwonnen worden) 19 oktober 2013.

De Dag dat de oorlog afliep, een week voor mijn vijftiende verjaardag, stroomde in de stad een immense menigte samen die juichend door de straten trok. Aan stokken zo zwaar dat de mannen ze met behulp van leren riemen droegen, wapperden de vlaggen van Amerika, Engeland, Frankrijk en Portugal. Die van de Sovjetunie was verboden, maar met geraffineerde symboliek zag je hier en daar een stok zonder vlag. 
Op dezelfde manier werd er, om het gezag te tarten. leve Frankrijk, leve Amerika, leve Engeland, leve Portugal geroepen en vervolgens slechts leve, maar zo dreunend dat het geluid de hamer en sikkel leek te tekenen boven die mensenmassa. Omdat de politie niet overal kon zijn, hoorde je soms in de euforie ineens ergens de aanhef van de Internationale, of iemand die zich niet kon beheersen: 'leve Stalin'. 1945

' s Avonds volgen we de Douro met de stroom mee, in de richting van Afurada. We fietsen langs de leegstaande en deels ingestorte loodsen waar Jose Rentes de Carvalho zeventig jaar geleden als kind op uitkeek. Zo schrijft hij.

Hij beschrijft de drukte, de handel en het gekrioel van mensen in Vila Nova de Gaia, waar ook Santa Marinha ligt. De Jodenberg, waar hij zegt te wonen, ligt aan de andere kant van de Douro. Dat klinkt logisch, want men kijkt nu eenmaal altijd uit op de andere oever. Maar als hij schrijft over de weg naar het Lyceum in Porto, waar zijn vader hem op de eerste dag naar toe brengt, steekt hij van zijn huis toch de brug over. En als ze hun jaarlijkse zomertocht naar het binnenland aanvangen, en volgeladen met eten naar de trein lopen, steken ze ook over de rivier, naar het prachtige Sao Bento station in Porto. Tevens verbaasde het me dat het jaartal 1937 ontbreekt bij de ingang van de Sandeman-kelders, waar staat aangegeven hoe hoog het water van de Douro kwam bij de vele overstromingen. De overstroming die Rentes beschrijft ontbreekt.

De dame bij het plaatselijke VVV kantoor wist het zeker, ze kruiste het aan op de kaart. 'Rua monte Judeus', dat lag toch echt in Porto, niet aan de andere kant, in Vila nova de Gaia. En hoewel er een zekere rivaliteit tussen de steden leeft, lachte ze verguld bij het zien van de eerste zin in Ernestina. Toen ze te midden van die vreemde Nederlandse woorden, duidelijk herkenbaar 'Vila nova de Gaia' las.

Zou het aan mijn onoplettende lezersoog liggen dat de oevers in het boek lijken te worden verwisseld, of heeft de auteur zich een zekere mate van literaire vrijheid gegund? J. Rentes de Carvalho leeft nog. Ik zou hem zelf kunnen vragen. Maar hoe?

's Avonds eten we sardientjes bij Jose. Ze worden geroosterd op het terras aan het water, meer een soort stoep. De volle maan beschijnt Porto. Op de televisie die te midden van oud scheepsmateriaal hangt, zien we de vijftigduizend demonstranten van die middag over de brug lopen. Ook in Lissabon en Rome zijn er massale protesten. In Nederland wordt er met geen woord over gerept.

Wordt vervolgd.


























donderdag 10 oktober 2013

Koppensnellen, Turken, eenzaamheid

'Niemand is eenzamer dan Nederlandse Turk'

Dat is waarmee ik dinsdag mijn dag begon. Want daarmee kopte mijn ochtendblad op de voorpagina. Trouw wordt die elke morgen rond zeven uur met een brommertje bij mij bezorgd. Waarom ik weer een abonnement nam weet ik niet. Ook niet of men mij hiervoor op straat, via internet of per telefoon had gestrikt. Wel kreeg ik twee welkomstkadootjes. Het tablet ging na een vergeefse aanzwengelpoging weer keurig terug in het doosje. De 'Verzamelde gedichten' bleven ook ongelezen en kunnen beter door naar de kringloop. Hoewel de in pastelkeuren gehulde ruggetjes van Judith Herzberg, Ida Gerhardt en Eva Gerlach nu wel mooi gezusterlijk in mijn kast staan.

Dinsdag was het. Acht oktober. Staat op de krant die ik net uit de auto viste. Mijn vijftienjarige Berlijns bezoek sliep na nachtelijke bakbezigheden een gat in de dag en de, eveneens vijftienjarige, stagiair was nog niet gearriveerd.
Even tijd voor mezelf.
Koppensnellen:
'Malala, haar boek is uit en haar school staat er goed bij', 
'Groots eerbetoon overleden rabbijn' 
en dus ook een artikel over de eenzame Turkse medelanders.

Bij de rabbijn en Malala staan foto's. Ranke vingers van heren onder brede hoeden en daartussen de suggestie van een wit keppeltje. Meisje Malala (dat Pakistaanse meisje dat met zuur werd aangevallen, of was het een bom die haar bijna het leven ontnam? Omdat ze opkwam voor het recht op onderwijs voor meisjes) heeft geen keppeltje maar een hoofddoek. Met haar mooie asymmetrische gezicht, door Londens plastisch chirurgen prachtig gerepareerd, kijkt ze als een volwassen vrouw in de camera. Naar de toekomst.
Dat doet de vrouw op de tekening er onder niet. Om haar nek hangt een sierlijke ketting, de tekenaar heeft hiermee vast haar Turks-zijn, of haar eenzaamheid willen benadrukken. Met neergeslagen ogen zit ze in kleermakerszit onder een glazen stolp. Zo eentje die bij mijn oma over de koperen klok op het theekastje stond. Boven de stolp een maantje en een sterretje. Het haar hangt los over haar schouders.

'In de beeldvorming doen ze het altijd heel goed, maar die blijkt volgens RIVM onjuist', is de ondertitel. Verder wat cijfers en vergelijkingen. Ene Achmet noemt het 'schokkende cijfers' (wat moet ie anders zeggen?).

Maar kan 'beeldvorming' wel onjuist zijn? Het gaat toch om een 'beeld'?
En is 'het goed doen' eigenlijk wel in tegenspraak met 'eenzaamheid'. Alsof depressie is voorbehouden aan werkloze, niet geïntegreerde, kinderrijke en/of op straat zwervende immigranten.

Op de radio hoorde ik eens over een onderzoek in Duitsland waarbij de beeldvorming over Turken werd gepolst. Veel Duitsers vonden Turken crimineel. 'Schokkende cijfers' zal er ook toen vast zijn gezegd. Depressieve Turk, criminele Turk, allemaal even schokkend.

Maar ook daar: hoe kom je zulks nu te weten? 'Hoe crimineel vind u Turken? Antwoorden op een schaal van 1 tot 10.' Misschien hoef je om te antwoorden geen Turk te kennen. Of er zelf één te zijn. Als mij wordt gevraagd of ik Turken eenzaam vind, zal ik dat nu ook beamen.

Is eenzaamheid' een gemis? Van iets of van iemand? Of is het een naar gevoel waarvan de oorzaak wordt gezocht in dat gemis. En het idee dat dat iets of die iemand er wel zou moeten of kunnen zijn. Of de overtuiging dat anderen dat wel hebben. Die dus niet eenzaam zijn.

Op de buis kwam Turkije ook voorbij. Jonge Turken die remigreren. Of dat komt omdat Nederland xenofober wordt weet ik niet. Dat was wel zoals die Turken het voelden. Maar een economische groei van zes procent, zoals in Turkije, is natuurlijk ook een mooie worst om achterna te lopen. Wat me vooral bijbleef, was een jong stel dat de 'hulp' van ouders, schoonouders en buren was ontwend. Ze ervoeren het soms als gebrek aan privacy, als bemoeizucht. Hun kind van een jaar of tien chatte dagelijks met zijn Amsterdamse voetbalvriendjes.

In Istanbul (volgens veel Turken het Sodom en Gomorra van hun land), is tegenwoordig zelfs een heuse Hollandse friettent. In de hippe winkelstraat Istiklal Cadesi. Deze weg, waar op elke avond naar hartenlust wordt geflaneerd, komt uit op het Taksimplein. Hetzelfde plein dat kort geleden nog het toneel was van wekenlange sit-ins en demonstraties. Voor meer vrijheid, of tegen het inperken daarvan.

Diezelfde vrijheid drukt soms zwaar op schouders van immigranten. Ook op de niet-Turkse. Trouwens ook op die van autochtonen. Maar als je nooit elders hebt gewoond, kun je emigratie ook niet als oorzaak van je eenzaamheid aanmerken.
Misschien maakt verlangen wel eenzaam.
Naar elders, naar vroeger.  
'Daar was alles beter' of 'Vroeger was alles beter'.

We rijden richting werk.
De stagiair ziet de krant op het dashbord liggen.
Lees je de krant?, vraagt hij.
'Mijn opa leest ook altijd de krant.'

dinsdag 1 oktober 2013

Zomercensuur

Opeens is het oktober. Klats, boem, kijk je even om je heen, is het zomaar herfst. Of bijna dan. Gek genoeg lijken al die dingen die ik deze zomer deed, dan juist wel weer een eeuwigheid geleden. Vooral als ik de foto's terugkijk. Tijd blijft een raar ding.

Ik vraag me wel eens af hoe de tijdbeleving door de komst van foto's is veranderd. Is al die triestigheid en eenzaamheid onder mensen in Nederland, waarover de krant schrijft, niet ook het gevolg van het kunnen kennis nemen van hoe het ooit was? Maar het 'vroeger-was-alles-beter-spook' is vast veel ouder. En laten we wel wezen, mensen op foto's van honderd jaar geleden lijken soms net levende lijken.

Later zal men wellicht beweren dat de komst van digitale fotografie mensen blijer of netter heeft gemaakt. Alle trieste zorgkoppies en mensen die uit hun neus eten zijn er immers uitgefilterd. Misschien zal men dan beweren dat het vroeger slechter was dan nu. (of, zoals zoonlief beweert: 'Ik ben blij dat ik in deze tijd leef, anders kon ik niet op de tablet spelen.)

Maar ook daarin loop ik vast lichtjaren achter. Want met pc's en overzeese clouds hebben we nu de beschikking over mega-, giga-, tetrageheugens. Er wordt juist helemaal niks meer gefilterd. Rücksichtslos worden dagelijks miljoenen plaatjes online gezet. Zo bezien is het ooit zo beruchte dia-avondje bij de buren, die maar liefst zes rolletjes volschoten tijdens hun fietstocht door Zweden, kinderspel. Een welkom rustpunt zelfs. Al dat groen.  

Wat daar verder ook van zij. Zomerfoto's zijn leuk om terug te kijken. Bij een warme kop chocolademelk, met warme sokken bij de kachel.

Het geheugen van mijn Mac is tjokvol, het externe geheugen dat ik kocht krijg ik maar niet aan de praat en voor het maken van een behoorlijke back-up ben ik te lui. Langzaam vreet de computer mijn foto's, mijn herinneringen, op. Laat ik een paar plaatjes hier dan maar delen. Blijft er tenminste nog iets over van die mooie zomer.












 















Foto's van bergen wasgoed, verwaarloosde vriendinnen, kapotte regenpijpen en omgevallen stapels ongelezen kranten heb ik er vanzelfsprekend uitgefilterd. Zo werk ik braaf mee aan het in stand houden van het beeld dat het bij de buren altijd beter is.

Nou vooruit, ook het Noorderzonfestival geeft troep. Zeker nu er niet meer in glas wordt geschonken.

Een verloren euro geeft ook wel wat roring in het park. Proberen kinderen de schat met behulp van een schroevendraaier en een stuk hout tussen de gravel vandaan te peuteren. Te midden van honderden paraderende volwassenen naast zich.