Ik ben dol op tweedehands. Zit en loop graag daar waar andere mensen op zaten of liepen. Kijk naar wat anderen hebben bewonderd en hebben aangeraakt. Op jacht naar dingen die ik niet zoek of nodig heb maar wel fijn zijn. Zoals in een consumptiemaatschappij gebruikelijk is.
Dat de crisis toeslaat is te merken aan de inbreng. Ook in de kleding. Waar voorheen twintig procent van de afdankertjes kon worden hergebruikt, is dat nu nog maar tien procent. Wat dan de vraag met zich meebrengt: als de criteria aan de achterdeur naar beneden worden bijgesteld ("Deze broek kan nog best een jaartje mee"), zou dat aan de voordeur dan ook gelden? Is voorheen onverkoopbare kleding nu opeens weer acceptabel? Einsteins relativiteitstheorie kan ik niet navertellen, maar als het om kleding gaat, snap ik 'm best. En voor geld geldt de theorie ook. En smartphones. Eigenlijk alles.
Dat de crisis toeslaat is te merken aan de inbreng. Ook in de kleding. Waar voorheen twintig procent van de afdankertjes kon worden hergebruikt, is dat nu nog maar tien procent. Wat dan de vraag met zich meebrengt: als de criteria aan de achterdeur naar beneden worden bijgesteld ("Deze broek kan nog best een jaartje mee"), zou dat aan de voordeur dan ook gelden? Is voorheen onverkoopbare kleding nu opeens weer acceptabel? Einsteins relativiteitstheorie kan ik niet navertellen, maar als het om kleding gaat, snap ik 'm best. En voor geld geldt de theorie ook. En smartphones. Eigenlijk alles.
Mannen zouden hun kleding afdragen, vrouwen zijn eerder -heel eufemistisch- 'aan iets nieuws toe'. Vorm ik de uitzondering op die regel? Onder mijn oude vesten draag ik weliswaar een heuse werkbroek met knielappen, maar tweede Hans merkte onlangs terecht op dat die zwarte broek er na een witte schilderklus, niet bijster professioneel meer uitziet. Wellicht is het iets met tering en nering. Zocht ik werk dat een alibi verleent aan mijn voorliefde voor afdankertjes. Maar aan dat alibi zit kennelijk ook een limiet.
Een schoenenfetisj is me ook vreemd. Wat meestal aan mijn voeten prijkt, kreeg ik in handen doordat de buurvrouw zo enorm geilde op mijn nieuwe tajine, dat ze voorstelde haar schoenen te ruilen voor deze Afrikaanse pan. Intussen stooft zij hierin al jaren mals lamsvees en banjer ik gelukkig door de dagen op haar onverwoestbare bergschoenen.
Onlangs nam ik bij een wandeling zelfs even mijn jongens op mijn rug ter voorkoming van natte pootjes. Toen ik een week later hetzelfde rondje met mijn ouders maakte, liepen zij met opgerolde broekspijpen om de plassen heen. Al wachtend friemelde ik behaaglijk met mijn warme, droge tenen. Zo lekker, zo als gegoten.

Maar ja, dacht ik ook.
Een veterdiploma heb ik niet.