zondag 5 juni 2011

Sternfahrt, Trabi's en bliksem


Ik besluit dat de voordelen van het 's nachts rijden niet opwegen tegen de nadelen. Dus begeef ik me, op klaarlichte dag, als half Duitsland een zonovergoten hemelvaart afsluit en huiswaarts keert, op de Autobahn. Althans, daar doe ik een poging toe. Want uitgerekend op deze zondag, toont Berlijn zich van zijn milieuvriendelijkste kant; er worden vandaag alleen fietsers toegelaten op de snelweg. Vanuit alle windrichtingen worden van buiten de hoofdstad fietsers richting Postdamerplatz geleid. Dat ziet er zo uit: en dit is dan nog maar één weg, hè

Groen-witte politiebusjes blokkeren opritten. De toegangswegen raken al snel verstopt. Hoewel ik tot voor kort zwoer bij een ouderwetse topo-kaart van papier, ben ik nu totaal overgeleverd aan mijn navigatie-apparaat. Niet zo slim van Lehti. Je hoort het al: 'probeer om te keren', -route wordt herberekend-, 'probeer om te keren'. En die Tomtom kent deze zogenaamde 'Sternfahrt' natuurlijk niet. Maar de zon schijnt, dus als ik de schaduwen in de gaten hou, kan ik pal naar het westen rijden. 'Ergens kom je altijd' was Pippi's motto.

Voor mij is het alleen vertraging. Meer medelijden heb ik met mijn zusje, die vandaag een toeristische autotocht langs Berlijnse bezienswaardigheden moet leiden. In van die Trabanten dus. Heel authentiek, maar vandaag was een fietstoer beter geweest.

Door in de juiste windrichting te blijven rijden, ben ik na een klein uurtje toch Berlijn uit. Het landschap is hier prachtig. Ik kan de Friese boeren, die hier naar toe emigreren, geen ongelijk geven. Om de vele Baustelle bij Hamburg te vermijden, heb ik dit keer de route over Hannover gekozen. Maar allemachtig wat is het hier druk....en warm. Kees en Leo verzinnen spelletjes maar ook zij zijn er na zes uur file in, file uit, aardig zat van.

We leggen ons te rusten bij een meertje, dat zichtbaar is vanaf de snelweg en, wonder boven wonder, met een afrit in de buurt nog makkelijk bereikbaar ook. Liggen op een kleedje, mooie stenen zoeken, turen naar pasgeboren eendjes. Plassen, water drinken en roken. Een visser groet in het voorbijgaan, de mais wordt met waterkanonnen nat gespoten. Margrieten bloeien. Te mooi om waar te zijn. Maar Murphy is aan mijn zijde, want de òprit tot de snelweg blijkt hier afgesloten. Nergens een omleidingsbord. Ik rij opnieuw de zon achterna. Zo zie je nog 's wat van Duitsland.

Acht uur nadat we vertrokken uit Berlijn, bereiken we Bunde (toch maar een bypass over Bremen gekozen, het stond overal muurvast), eindelijk kunnen we vaart maken. De teller tikt de 150 aan. Maar dan, net als ik alles denk gehad te hebben, pakken inktzwarte wolken samen, bliksemschichten schieten rakelings langs de weg, de hemel barst open. Tegemoetkomende vrachtwagens bieden een beetje bescherming tegen de horizontale slagregens. Het lawaai is oorverdovend. Leo, die nog steeds wakker is, zegt met een benepen maar toch heldhaftige stem: "Ik help je wel". De teller gaat van tachtig naar vijftig, naar dertig, de ruitenwissers kunnen het noodweer ook op hun snelste stand niet aan. Glibberend bereiken we 'de Poort van Groningen'.

Een korte plaspauze. Leo wil een filmpje maken van het onweer in de verte, maar ik wil naar huis. We zijn er bijna. Ik start alvast de auto.
"Ik tel tot tien."

Bij sec. 15 (zo ongeduldig ben ik nu ook weer niet), gaat heel even het licht aan,
in de oosten,
in Berlijn.




Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Leuk dat je hier komt lezen! Nog leuker als je laat horen wat je er van vindt.