Vorige week schreef ik over de opkomende wereldmacht Afrika. Of nou ja, dat we ons voor een redding uit de crisis niet blind hoeven te staren op het miljardje schuiven van
banken en overheden. Dat Europa haar horizon weleens mag verbreden. Door ook eens naar het zuiden het kijken.
Ik ben een trendsetter eh...trendhopper, ik bedoel trendwatcher. Want gister zei Rop Trip op het nieuws dat er steeds meer ondernemers te vinden zijn in bijvoorbeeld Kenya of Angola. Bloemen, brommers, fietsen.... De hele markt ligt nog open.
Wat fijn om te zien dat er mensen zijn die hier komen lezen. Wàt zeg ik? Dat mijn adviezen over waar kansen liggen in goede aarde vallen. Binnen een week! En dat zònder twitter, facebook of één of andere hippe app. Toch jammer dat
Economisch Adviesbureau Lehti niks oplevert. En om eigenhandig naar Afrika's bodemschatten te gaan graven gaat me wat ver. Tijd dus voor handel.
In koper bijvoorbeeld. Je weet wel. Dat rode goedje dat wordt weggeroofd bij de NS maar ook uit bijvoorbeeld het voormalig
Shell hoofdkantoor. De aanhouding van koperdieven door de meestal vrij onbeschofte collega's van Rutger kreeg nog een staartje. Maar daar ga ik het dus níet over hebben, die mediageile gasten krijgen al genoeg publiciteit.
Nee, de vraag van vandaag was waar ik mijn eigen buitgemaakte metaal kon gaan verzilveren. De klant bij wie ik het spul had weggesloopt had geen flauw idee waar hij dit heen kon brengen. Ik eerlijk gezegd ook niet. Dus lagen de oude gasleidingen na een maand nog steeds in mijn auto. Tijd voor actie. Lang leve internet.
Via steeds kleiner wordende en aftandser uitziende straten, kom ik op de plek waar ik wezen moet. 'Bestemming bereikt'.
Een loods, een hek, geen mens te zien.
'Verboden te parkeren', staat er in grote letters op een oud bord.
Ik blijf toch maar staan. Met knipperlicht. In mijn spiegel zie ik een speedy slungel met een rotgang de open loods in fietsen. Hij is van het type 'vriendelijke-dorpsgek-die-op-zaterdag-wordt-gedoogd-bij-het-afbreken-van-de-markt'. Ik stap uit. Betreed weifelend het terrein. De lachende slungel heeft de buit van die dag: een paar pannen, wat snoer en blik, in een hoek van de loods gesmeten. Het vallend ijzer geeft veel herrie in de kale hal.
Ik ontwaar een afgeschermd hoekje dat voor 'kantoor' moet doorgaan. Zodra ik de deur open, springen twee vechthonden gretig tegen de balie op. Ik ben niet gauw bang maar deins terug. De pogingen van de kantoorvrouw de beesten terug in hun plastic mand te commanderen, hebben geen effect. Vriendelijk legt ze me uit hoe het werkt. Ik hoor de helft niet. Mijn blik is gefixeerd op de grommende honden.
Als ik met mijn koper onder de arm, terug de loods in loop, zegt de dame dat ik het op de berg met ijzer mag gooien. Wat een weegbrug blijkt te zijn. tweeentwintig kilo leest ze af. Minus het al aanwezige spul maakt vijf kilo koper. Ben benieuwd wat dat schuift.
Ik moet naam en adres opgeven. Vast ingegeven door een poging van de overheid de louche herkomst van het roofgoed te kunnen achterhalen. Argeloos duwt ze me dertig euro in de hand. Dertig! Da's vijf euro per kilo! Twee keer zo veel als ik via internet aan adviesprijs tegenkwam! De honden slaan onmiddellijk aan als ik een visitekaartje meegris van de balie. Wegwezen hier. De slungel houdt grijnzend de deur voor me open: 'Vrouwen gaan voor'.
Tevreden manoeuvreer ik mijn auto het terrein af. Slinger tussen vreemde wagens door, scheef geparkeerd voor terreinen vol verroeste containers. Loodsen die bij mij de associatie oproepen aan de ontvoering van Freddie Heineken. Een man met een andere, aangelijnde vechthond draait zich dreigend naar me om. Of verbeeld ik me dat maar?
Ik gebruikte vandaag mijn laatste restje
olijfolie.
Zou Griekenland vanavond
failliet zijn?
Dan kunnen ze nog overwegen om de schepen die in de havens van Thessaloniki wegroesten als schroot te verkopen. Of kijken of ze er als bootvluchteling mee naar Afrika kunnen varen.
Of naar Turkije. Dat kent een economische groei van zes procent.
Voor verder advies kunt u zich wenden tot Lehti Paul. Geen voorrijkosten.