Posts tonen met het label lente. Alle posts tonen
Posts tonen met het label lente. Alle posts tonen

zondag 12 februari 2017

De merel zingt weer, maar het schrijfseizoen is nooit voorbij.

Onderweg naar een schilderklus zag ik vorige week de opkomende zon als een grote oranje bal boven de nog benevelde velden hangen. 's Avonds was ik tot na zonsondergang bezig met het afhangen van een zelfgemaakt tuinhek aan twee solide duimhengen (wat een mooi woord is dat toch: hengen). Er wachtten verder nog een verstopte keukenafvoer, het afkitten van een badkamer en in het weekend was ik in de weer met het op maat schaven van klemmende deuren en ramen. Een heel leger therapeuten zat tijdens hun sessies namelijk op de tocht. Sommige psychologen hadden het ergste leed proberen te verhelpen met wat plakband en een opgerolde theedoek.

Het verhelpen van tocht en verstoppingen blijft soms wat ondankbaar of in elk geval onzichtbaar werk. Er kunnen geen mooie plaatjes van op mijn website worden gezet. Het enige dat kan aantonen of ik mijn vak versta, is het uitdoven van klachten over de kou.

Als de dagen lengen stroomt mijn agenda weer vol. Mensen lijken te ontwaken uit hun winterslaap, willen iets veranderen aan hun woonst, aan hun nestje. Er moet opeens iets worden verbouwd of hersteld waar men in de winter minder last van scheen te hebben. Ze bellen mij en ik rij er heen. Voor het negende jaar op rij. De lente is voelbaar, zichtbaar en zelfs hoorbaar. Merels zingen als de avond valt.

Ik mag niet klagen maar eigenlijk wil ik schrijven. Elke dag, elk uur, altijd. Ik sta op met verhalen en val ermee in slaap. Daar krijg ik geen kramp van in mijn handen zoals bij het schilderen vaak gebeurt. Op mijn mobiel staan vele interviews en er liggen vol gekrabbelde schriftjes naast de laptop te wachten om te worden getransformeerd tot een roman. Aantekeningen met beelden, met geuren en ontroering.

Het is een verhaal dat verteld moet worden. Dat van alle tijden is. En er altijd zal zijn. Het is een verhaal over Ierse, Baskische en Franse voorouders. Maar ook dat van mijn Weense opa die als wees zijn heil zocht in Friesland. En ook van Syriers en Marokkanen van nu. Het gaat over gelukszoekers, avonturiers, over mensen die een beter leven willen. En voor wie het verminderen van kou en tocht niet meer volstaat. Die er altijd al zijn geweest. Maar zo lang er ook mensen zijn die de verbetering van hun leefomstandigheden zoeken in kleinere veranderingen. Zo lang er tuinhekken omwaaien, keukens verstoppen en ramen kieren, zal het nog minstens een jaar gaan duren voordat er een lezenswaardige roman is.

Het is fijn dat er weer werk is en dat mijn inmiddels trouwe klantenkring daar ook keurig voor betaalt. Maar hoe mooi zou het zijn als die erkenning er ook kwam voor mijn geploeter met woorden, met zinnen, met verhalen die er ik zo graag vertel. Jammer genoeg levert dat niet alleen geen beleg op, maar zelfs geen boterham.

Wie weet. Wie weet zal er, als de merels over een jaar opnieuw gaan zingen, iemand zijn die me vraagt om te schrijven. Een boek, een verhaal, een column. Het maakt me niet uit. Als ik maar mag schrijven.

Inmiddels is het een week later. Er trekt een nieuw koudefront over ons land. Misschien moest ik me vandaag maar richten op het verbeteren van mijn eigen leefwereld. Mijn tuinhek klemt en er is nog een bed dat gemonteerd moet worden. Maar voorlopig verschans ik me bij de kachel achter mijn toetsenbord. Waar ik woorden laat stromen, zinnen verzin, zinnen verzet en geniet.

Buiten fluiten de vogels en schijnt de zon.

dinsdag 19 april 2016

Op dinsdag door de stad dolen

Dat doen er aardig wat. Hoewel ik natuurlijk niet met zekerheid durf vast te stellen of elke ziel die ik tegenkom ook dolende is. Wellicht had de in een scootmobiel gezeten travestiet op de Korreweg wel een duidelijk doel voor ogen. Net als de gehandicapte moslima die in Beijum in eenzelfde voertuig overstak. Misschien was deze laatste wel goed ter been en had ze ook niks speciaals met de Islam. De dame die vanmorgen een doek om haar hoofd knoopte heeft, voor zo ver ik weet, ook weinig op met geloof. Ze smeerde afbijtmiddel op haar trap, wat ik er vervolgens afkrabde.

De lijmresten onder mijn werkschoenen kleven gelukkig niet aan het pedaal in de bus, maar in de statige hal bij de pianoleraar trek ik de kistjes voor de zekerheid toch uit. De leraar slaat mijn meegebrachte wafels af, die een Peizenaar had gebakken en die de dame die geen moslima was aan me had meegegeven. Hij is op dieet.

Kees valt naast me in slaap en ik stop, samen met een ambulance, bij het tankstation aan de gracht. De jongen bij de kassa vertelt dat dit het laatste tankstation in een binnenstad is. In heel Nederland. Martin Bril schreef een stukje over deze plek in "Heimwee naar Nederland". Iets met een vader die hardop praat tegen zijn huilende kind, omdat hij niet goed weet waar hij heen zal. Dolende zielen. Bril zat aan het eind van zijn leven in een rolstoel. Ook daar schreef hij over. Iets met 'leven op gulphoogte'. Ik las hem in de trein naar Keulen.

De zon schijnt. Bij de Slachthuisstraat klimmen twee kindjes op een kunstwerk. Het ziet er moeilijk uit. En spannend. Zoiets meen ik te lezen in hun pretoogjes die elkaar aankijken. Het is koud. Abba schalt door de radio. Als we thuis zijn wordt Kees (11) weer wakker. Leo (15) is al thuis. Ik knip zijn haar. Hij hangt de was.

Ik zuig de haren van de grond en aai de kat.  Buiten wapperen kleren aan de lijn. De ratatouille is rood en couscous komt uit Afrika. Van afbijtmiddel wordt je high. Morgen moet ik een afwasmachine plaatsen voor architecten en een luikje in een plafond zagen. Om gif achter te verstoppen. Omdat er studentes wakker liggen van de ratten.

Welterusten.

zondag 13 maart 2016

Het mag wel in de krant

Het filmfestival in Assen sloeg ik dit weekend over. Ook Borgen van het NNT, naar de gelijknamige Deense tv-serie, heb ik gemist. In de krant stond naast hoofdrolspeelster Malou Gorter ook een artikel over een andere, mij eveneens bekende creatieveling, Remko Wind. En op de school van mijn kinderen loopt er naast toneel- en muziektalent ook een schrijver rond. Bronja Prazdny om precies te zijn. Van wie onlangs haar tweede boek 'Verloren taal' uitkwam.

Graag was ik vrijdag met haar meegegaan naar Amsterdam. Maar helaas schopte ik het niet tot een toegangskaartje voor het boekenbal. Het was al een hele eer om bij de beste vijftig van de NPO verhalenwedstrijd te komen. En mijn inzending over verkrachtingen, vluchtelingen met ook nog Keulen er in verwerkt, was wel op het randje.

De boekenweek is begonnen, het schrijfseizoen is voorbij. Gelukkig stroomt mijn agenda weer vol. Met opdrachten voor sloopwerk en badkamers. En terwijl ik bezig was om met een oorverdovend lawaai een pizzeria te ontmantelen, werd ik gebeld. Door een columniste. Zo'n echte. Die ik zaterdag vaak lees in de papieren krant. Ze sprak een boodschap in op een al even archaïsch medium: 'de voicemail'.

Toen ik Trouw terug belde stelde ik me voor met 'Lehti Paul'. Maar dat bleek nou net het punt. Monic Slingerland was er achtergekomen dat dit een pseudoniem was. Hoewel Paul evengoed mijn familienaam is als de naam in mijn paspoort. Maar woensdag kwam ik dus onder mijn eigen naam in de krant. Helaas werd daardoor niemand hierheen gelokt.


Zo'n papieren krant wordt wel grondiger gelezen dan ik dacht. Er volgden mails met reacties van familie uit Amersfoort en Amsterdam. En smsjes van klanten. De brief over woningnood leverde me zelfs schilderwerk op! Best handig. Of, om met Bronja te spreken: 'Je hebt toch niks te verbergen?'








Of ik dit weekend nog wat cultureels deed?
Jazeker. Op een motor door het Drentse land racen. Smeltende taartjes snoepen in de voorjaarszon. En daarna een gedicht van Vasalis voorlezen.
Aan mijn lief. Met mijn lief.
Daar kan geen film aan tippen.

zaterdag 15 maart 2014

Een eigen vakantiehuis in maart

Zaterdag 1 maart. "Verhuizen" stond er in mijn agenda. Dat had ik daar zo'n twee maanden eerder in geschreven. In een poging enige houvast en richting te geven in mijn zo chaotische, volle leven. De weken ervoor stond er, tussen de sportwedstrijden van de kinderen en klussen voor klanten in, allerlei zaken die aan dit 'verhuizen' vooraf hadden moeten gaan. Niet alleen 'vloer leggen', 'gordijnen hangen' en 'hoogslaper timmeren ' maar ook  'muurtje metselen', 'deur afhangen' en natuurlijk de nodige regelzaken.

Van die klussen kon nog lang niet alles worden weggestreept, maar, zoals gezegd, het opschrijven was bedoeld als richtlijn. Ik ben er de persoon ook niet naar om slaafs alles na te leven wat er in mijn agenda staat, en er was verder ook niets of niemand die mij dwong om dat 'verhuizen' als harde deadline te zien. Maar het stond er wel. Dus deed ik het maar.

Ook al was de CV lek, had ik nog geen koelkast of fornuis en kon elke voorbijganger dwars door mijn huis heen kijken wegens gebrek aan enige vorm van stoffering.

Het was krokusvakantie. Door het extreem mooie februariweer hingen de meeste krokussen al weer slap en uitgebloeid met hun kopjes naar beneden, maar daar trokken de scholen zich niks van aan. Die bleven gewoon dicht. Naast 'verhuizen' stond er ook met grote letters 'mamaweek' in mijn agenda. En er is geen moeilijke formule voor nodig om te weten dat waar 'mamaweek' en 'vakantie' elkaar kruisen, er van enige serieuze vorm van werken weinig terecht komt.

In combinatie met zorgtaken is verhuizen ook niet echt handig, maar het komt wel tegemoet aan mijn obsessieve gedachte dat zo'n verhuizing toch vooral pedagogisch verantwoord moet zijn. Kinderen moeten het proces vooral 'meemaken'  'meebeleven' en de kans krijgen om zich het nieuwe huis 'eigen te maken. ' (Ja, Lehti, daar lul je je weer mooi uit. Bij gebrek aan een serieuze vorm van planning, doe je nu net alsof er een wijs doordachte filosofie achter zit. Is die agogische opleiding toch nog ergens goed voor.) 

Met grote zoon Frans waren de gemoederen weer eens hoog opgelopen zodat elkaar (nog) minder zien geen slecht plan was (een geïnteresseerde poging tot het tonen van interesse hoe het met zijn eigen zoektocht naar een huurhuis stond, werd vanuit zijn bed beantwoord met een gepikeerd "Je kunt toch ook gewoon 'Hallo' zeggen"). Zoon Leo vertoefde een week in Barcelona met zijn team (Vóór het uitzwaaien had ik een bedroefd, geblesseerd kind aan mijn rokken hangen dat tot overmaat van ramp zijn trainingsspullen vergat in te pakken zodat zijn vrienden bij de verzamelplek verbaasd vroegen: "Huh, heb je maar één tas bij je?". Het was goed geweest als anderen zijn voorbeeld van 'compact pakken' hadden gevolgd, want de zestig mensen, met gemiddeld drie koffers per persoon, pasten niet in de bus. Wat er met die bagage gebeurde weet ik niet, net zo min als ik wist of en hoe laat zoonlief in Spanje aankwam en of zijn tranen waren gedroogd. Toen ik na drie dagen van onbeantwoorde smsjes toch maar eens een medemoeder belde, kromp ik schuldbewust ineen: "Heb jij nog helemaal níets van Leo gehoord???! Ik skype élke dag met mijn zoon. Andere ouders klagen zelfs dat er te weinig foto's op facebook verschijnen".

Ai, nu stond nu vast te boek als ontaarde moeder. Er drong zich een beeld op van een groep pubers die elk half uur hun moeders een update gaven van hun exotische maaltijden, terwijl Leo stilletjes in een hoekje wachtte tot zijn moeder zich ook eens zou melden. Maar ja, zijn oplader had hij natuurlijk thuis laten liggen*)  

Hoe het ook zij, de twee grote zoons waren even uit beeld. (met 13 jaar valt de middelste toch lastig meer onder 'de kleintjes' te rekenen) dus zat ik met de verhuizing en de zorg voor kleine Kees (9) wel een beetje lastig. Te meer omdat er niet alleen geen meubels of gordijnen waren, ook de verwarming deed het vaker niet dan wel en zat ik ook nog zonder tv, internet en dergelijke eerste levensbehoeften. 

En nu wordt ik gebeld door een klant wiens huurder zit opgesloten in haar eigen huis.
Of ik ook tijd heb om de huurster te bevrijden.
Het staat niet in mijn agenda.
Laat ik dat dan maar even gaan doen.
Wordt vervolgd.

zaterdag 20 april 2013

Op de motor naar Plato en Krishnamurti aan de Vecht

Hoe ik daar kwam en wat ik daar deed? Ach, dat is een leuk verhaal. Dat ik niet ga schrijven want daar is het veel te lekker weer voor. Er uit, er uit! Op de fiets, met de benenwagen of, voor wie dat leuk vindt, op de motor. De paden op, de lanen in (Oei, wat schaamde ik me als mijn oma dat uit volle borst zong als we 'er even uit' gingen. Maar toch was het leuk)
Geniet er van mensen.
Dat doen de vogels ook.
Al om vijf uur in de ochtend.
Mooi, hè.










vrijdag 23 maart 2012

Utrecht


Utrecht. Iedereen kent het, iedereen komt er langs. Als er seinen weigeren of bovenleidingen bevriezen, zitten in Utrecht als eerste de sporthallen vol gestrande reizigers. De dichtheid van snelwegen is er fabelachtig en de enorme fietsenzee trekt zelfs aandacht over de grens. Zie hier wat de Belgische bentenge er over blogt. En over bloggen gesproken, je schijnt er op zondagen ook BB-ers (bekende bloggers als Sanneke en Susy) tegen te kunnen komen. In Utrecht.

Maar ik verdwaalde er in verlaten onderdoorgangen, genoot er van de eerste lentezon en schoot plaatjes van de buitensporige bouwwoede die daar heerst. Zelfs op zondag. Ook de stations van Arnhem, Zwolle, Rotterdam en Den Haag zijn getransformeerd in bouwputten. Ook daar trof ik een kruip- en sluip- door van tunnels, bruggen, rammelende noodliften of 'door de NS ingezette bussen'.

Maar ik was in Utrecht. Waar ik keek hoe de trein naar Groningen werd aangekoppeld. En ik hoefde in Assen gelukkig niet met de NS-bus. Zoals twee weken eerder. Toen ik vreesde daar lang op te moeten wachten. Op zo'n bus. En daarom het laatste stukje meeliftte met een bevriende rapper die werd opgehaald door z'n vriendin. Een relaxte jongen die net was teruggekeerd van een tournee door Oostenrijk. Hij was in Wien, zo bleef hij stug volhouden. Van Wenen had hij vast nog nooit gehoord. Ach, ìk ken zijn muziek niet. Moet ik toch maar 's gaan kijken dan. Bij dope d.o.d.

Tja, poe, nou, wat zal ik zeggen. Niet ècht my cup of tea. 

Maar het boek dat Novy me leende dan weer wel. 
En dat is toch wel het fijnste wat er is:
trein - boek - zon.
Zonder 'gedeng gedeng', want het spoor is nu voegloos, aan elkaar gelast.
Lekker rustig.
  
Welk boek?
'De naam van de vader'. Van Nelleke Noordervliet.
Moet je lezen. Is gewoon goed. Echt goed.
Luister maar.