Vervolg van 2
Na tien minuten in de taxi wordt het nog stadser. Ik vraag de chauffeur of hij weet waar het hotel is. Er komt geen duidelijk antwoord. Ik pak mijn Lonely Planet er bij en geef hem het adres. Hij geeft geen teken van herkenning. Ik probeer hem uit te leggen dat het met 'vue sur mer' is. Paulien: "Mama, waarom laat je hem niet de kaart zien, dan weet hij het toch wel?" Ik: "Volgens mij zou hij daardoor niet beter weten hoe hij moet rijden."
Na tien minuten in de taxi wordt het nog stadser. Ik vraag de chauffeur of hij weet waar het hotel is. Er komt geen duidelijk antwoord. Ik pak mijn Lonely Planet er bij en geef hem het adres. Hij geeft geen teken van herkenning. Ik probeer hem uit te leggen dat het met 'vue sur mer' is. Paulien: "Mama, waarom laat je hem niet de kaart zien, dan weet hij het toch wel?" Ik: "Volgens mij zou hij daardoor niet beter weten hoe hij moet rijden."
We
rijden volgens mij de goede kant op. Dan leg
ik hem uit dat het bij de Corniche
Ouest is. Dat lijkt voor hem enigszins richtingwijzend te zijn. We
rijden door smalle straatjes (die bij ons eenrichtingverkeer zouden
zijn, je kunt elkaar hier met geen mogelijkheid
passeren), de chauffeur spreekt een man op straat aan: 'Hé grand frère!' Richt zich dan tot ons op de achterbank: "Hoe heette dat hotel?" Ik laat hem de gids zien. De Lonely Planet
gaat naar de 'grand frère', die het ook niet weet. Lonely Planet weer naar
de achterbank en verder rijden.
Omdat ik nog steeds redelijk zeker weet dat we ongeveer goed zitten, vind ik het best. Het is ook wel grappig, zo'n nachtelijke sightseeing, met een aardige taxichauffeur, die niet weet waar ie ons naar toe moet brengen, maar die wel heel erg zijn best doet. Zo zie je nog eens wat van nachtelijk Dakar.
Omdat ik nog steeds redelijk zeker weet dat we ongeveer goed zitten, vind ik het best. Het is ook wel grappig, zo'n nachtelijke sightseeing, met een aardige taxichauffeur, die niet weet waar ie ons naar toe moet brengen, maar die wel heel erg zijn best doet. Zo zie je nog eens wat van nachtelijk Dakar.
Het
tafereel met een of andere 'grand frère' herhaalt zich nog een paar keer,
tot er één een duidelijke beschrijving geeft, bij die winkel links, dan
tout droit, dan bij dat punt zo en zo, dan bij dat ding rechts, en dan
nog even tout droit, en huppeldepup bladiebla. Chauffeur lijkt het te
begrijpen en binnen vijf minuten staan we voor ons hotel.
Er
is een klein raamloos huisje waar een security-vent, helemaal
ingepakt met muts en sjaal en winterschoenen, in diepe slaap verzonken
half tegen de muur op een krukje hangt. Hij wordt niet wakker van ons.
Chauffeur gebaart ons in de auto te blijven zitten en vraagt waakman,
die hij eerst omstandig wakker moet maken, of hij met de taxi naar
beneden naar het hotel mag rijden. Kennelijk mag het niet, chauffeur
komt weer terug en helpt ons met het uitladen van de koffers.
Ik
had er van te voren al op gelet dat ik kleine briefjes euro's had,
zodat ik mijn vijftien euro passend kon betalen. Maar voor zijn gezoek
en zijn nachtelijke stadstoer, en omdat hij de jongeman zo veel voor
zijn
bemiddeling moest betalen, en omdat het een aardige man is die zijn
werk gewoon goed doet, ben ik best bereid twintig euro te
betalen. Ik geef hem twee briefjes van tien euro en zeg dat het zo goed
is. Ik verwacht eigenlijk een bedankje, maar hij staat wat schaapachtig
naar de briefjes te kijken. Hij reageert vrijwel niet.
Dan
leg ik hem uit dat de vijftien euro die ik met de jongeman had
afgesproken, ongeveer tienduizend francs is. En dat twintig euro
veertienduizend francs waard is. Dan klaart zijn gezicht op, hij bedankt
me, probeert me nog een toer aan te smeren door te vragen wanneer hij
ons weer op kan halen en welke toer we zouden willen doen, en verdwijnt
dan in de nacht. Wij
pakken onze koffers en lopen naar het hotel.
Halverwege komt iemand van het hotel de trappen op rennen, zijn veters
nog los, om ons te helpen met dragen. Die zat vast ook te slapen bij het
wachten op late gasten.
Aan de receptie moeten we ieder een kaartje met formaliteiten invullen, paspoortnummer, beroep, adres, de hele reutemeteut. Dan met meneer de drager naar de eerste verdieping. Het hotel ziet er net zo gek en exotisch uit als op de foto's. In de lift met rood tapijt staat een gietijzeren zitbankje. Aan de muur op de gang zijn reliëfs van Romeinse en Egyptische taferelen. Op de vloer in de gang liggen mozaïeken in de vorm van zebravellen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
Leuk dat je hier komt lezen! Nog leuker als je laat horen wat je er van vindt.