Er werd niet gefietst. Wel gespeeld. Het woordenboekspel om precies te zijn. Mocht je vanavond geen trek hebben om je te laten vermaken door Herman (of, volgend jaar, door Claudia), en je hebt een aantal vrienden of familieleden in huis, dan raad ik je dit spel van harte aan.
Bij 'Taalvoutjes' wordt beweerd dat je van dit spel 'ook nog iets opsteekt', maar dat geldt niet voor mij. Ik kan me althans niet meer herinneren wat bovenbenoemde gáplek, -of gap-lek- betekent. Of 'wieling' of 'topeng'. Dat laatste was in elk geval geen 'enge zolder'.
Wel onthield ik soms eigen bedachte betekenissen. Zoals 'versleten schoenzool'. Maar dat kwam vast door de associatie hiermee toen we dus níet fietsten, maar wel gingen wandelen. Vermomd als apen en leeuwen.
Met meisjes - die - niet - van - wandelen - houden. Níet dus.
Buiten is het warm en ruikt het naar oorlog. Ik ga snel andijvie oogsten, voordat hij vol ligt met rotjes. En dan even naar de winkel, om wat gaplek te kopen. Voor vanavond, als borrelhapje: In plakjes gesneden gedroogde rauwe cassavewortel.
Prospero ano y felicidad para todos!