Haar schoondochter doet open, of hoe noemt men de zus van de verloofde van haar dochter? Nou ja, er is een feest voor gevierd dus het is vast familie. Dan komt ze ook zelf aanlopen, vanwege corona wordt er niet omhelsd of gezoend, alleen wat lief gelachen. Anderhalve kop schelen we en ook haar voeten zijn vier maten kleiner dan de mijne, ik voel me een beetje een reus. Als ik vraag of ze mee gaat wandelen glipt ze de slaapkamer in en komt even later, gehuld in een lange jurk en met hoofdoek de gang weer in. Ze schiet ook gauw haar kabouterslofjes aan en even later wandelen we met z'n drieën langs de velden achter onze wijk. Ik leer haar de woorden 'kikker' en 'ezel' en ik probeer het Arabisch dat ze me bijbrengt te herhalen. Het nablaten van haar woorden gaat me vrij aardig af en ergens herken ik de klanken wel, die ik voordat corona uitbrak van haar leerde. Maar of het nu 'dinsdag', 'aardappels' of 'weiland' betekent, ontgaat me. Zelfs tot tien tellen in het Arabisch lukt me niet meer.
Ze maakt die avond rijst met kip en paprika en vraagt of ik mee-eet maar ik sla het aanbod af, er wacht thuis nog een restje zalmforel. "Vies isj lekker", zegt ze. Het Arabische vreetfeestje van vorige week liet ik ook al aan me voorbijgaan. 'Mobarak' en 'gefeliciteerd' appte ik haar, aangezien er uit haar huis muziek te horen was. Het bleek de verloving van haar dochter te zijn. Het stelletje is nu -eenmaal verloofd mag dat kennelijk- samen elders in het land, drie dagen maar liefst. Waarschijnlijk week dochterlief nog nooit eerder zo lang van moeders zijde. Diezelfde dochter die in reactie op mijn burgerlijke staat eens zei: "Dat doen wij niet bij ons, wij blijven altijd bij elkaar".
Als we bijna bij huis zijn krijg ik het verlovingsfilmpje te zien waarop vrouwen met hoofddoeken wild klappen bij opzwepende muziek. Van de bruid en de zus van de bruidegom zijn de haren wel te zien, en wat voor haar! Nadat het koppel heeft gedanst en zelfs bij het slow dansen nauwlettend in de gaten wordt gehouden door de omstanders, voegen ook de moeders en de zus van de bruidegom zich bij het stel, hetzelfde pubermeisje dat nu naast me staat en de hele wandeling weinig zegt. Dan haalt ze haar telefoon tevoorschijn en toont me haar eigen haren zonder hoofddoek. Inktzwarte krullen die verder reiken dan haar heupen. Bloedmooie prinses.
Bij de laatste bocht houden we nog even halt. Mijn buurvrouw wil me 'Corona klaar, Insállah' laten zeggen. 'Nou, dat moest ik maar niet doen', zeg ik, 'dat filmpje stuur je dan zeker naar je zus in Jordanië?'
'Ja, ja', lacht ze vrolijk.
'En naar míjn moeder' lacht het Arabische prinsesje en trekt haar hoofddoek voor haar gezicht. Niet tegen corona, maar tegen de zon. Ik lach en wijs naar mijn blote benen: 'Daar wil ik juist wat meer van'.
Als we afscheid nemen dringen ze beide nog even aan en ga ik overstag. Ik blaat hen en na en die avond zal mijn wens dat 'Corona morgen voorbij is als Allah het wil' door huiskamers van familie in Jordanië, Syrië, Soedan en Groningen gaan. God weet waar het goed voor is.