maandag 28 november 2011

Deensen en prinsessen

Of hoe heet dat?
Het meervoud van Deense?
Een Deen wordt Denen.
Maar wordt een vrouwelijk enkelvoud per definitie mannelijk bij meervoud?

Testje:
Nederlandse.... Nederlandsen?
Hongaarse.... Hongaarsen?
Kweenie.
Klinkt maf.

Maar toch wel:
Kapster...Kapsters
en ook
Wielrenster..wielrensters

Hoe dat ook zij. Ze waren vrouw en kwamen uit Denemarken en stonden al drie uur te kleumen in de mistige kou. (Nee, niet vanmorgen, toen scheen de zon, het was vorige week. Want de verhaaltjes hier zijn wel wáár maar niet altijd kersvers of chronologisch).

En het was pas negen uur! Dat betekende dus dat ze vanaf zes uur uitlaatgassen aan het opsnuiven waren. In de ochtendspits, bij de Emmabrug. En niemand stopte! Ik wel. Goed hè.

Nee, ik ging niet naar Duitsland. Wel die kant op. Net als toen met die Ierse exemplaren. Maar deze Deensen wilden wèl mee. We kletsten over Amsterdam en Kenya, over studeren, de regen en de trein. Toen zette ik ze af bij een tankstation. Daar dachten ze meer kans te hebben op een lift naar huis. Deze Deense zussen (zo kan het wèl).

Toen ik die middag terugreed naar Groningen, kon ik niet zien of ze er nog stonden. Bij de pomp in de andere richting. De rode en de blonde. De mist was te dik.

Dan maar een versje. Dat ik (bijna) uit mijn hoofd ken. Joost (of José, ook goed) mag weten waarom. De juiste tekst kan ik niet op het net vinden. Ook de auteur niet. Ik schrijf dus wat ik er zelf nog van weet. Als dit tegen de regels is. Dan is dat maar zo. Het is nogal oubollig.

Er was er eens een prinsesje met een hoofd vol vuurrood haar
dat vond ze zo verschrikkelijk, zo heel ontzettend naar,
Want als ze naar haar zussen keek, een mooie zwarte en een blonde,

dan vond ze dat die kleuren haar veel beter stonden.


Dan was ze boos, dan was ze kwaad, dan huilde ze van nijd.

Totdat ze zei: 'Nu is 't genoeg, die haren moet ik kwijt!'

Toen ging er dat prinsesje, zonder dat een mens het wist

met potjes en met pannetjes, op zoek naar een drogist.
Ze vroeg: 'Heeft u ook verf, ik kwam een onsje halen'.
'Wat mag het zijn?', vroeg de drogist, 'Hier is een boek met stalen.
Wilt u soms blauw?
'Blegh!'
'Wat geel?'
'Blegh!'
'Wat groen?'
'Het liefst zwart', zei het prinsesje, 'daarmee kan ik het wel doen'.

Ze holde met haar potjes verf terug naar het kasteel,
de poort door
, haar hartje bonsde in haar keel.
De toren in en boven waar de vleermuizen zwerven,
daar is ze met een grote kwast, haar haren zwart gaan verven.
En na een uur, toen was ze klaar en alle verf was op.
Ze liep naar beneden en ze zei:
'Nou, stukken beter toch, zo'n mooi zwarte kop?!'

Maar 's middags kwam de knappe prins.
Ik zoek een vrouw', zei hij.
En de koning sprak: 'Hier, zoek maar uit, mijn dochters zijn nog vrij'.
De prins keek eens rond en zei toen beleefd:
'Hmm, het zijn wel hele mooie, maar het liefst had ik een rooie'.

Daar stond toen dat prinsesje vreemd te kijken van die vraag.

Oh jee, nu wou de prins haar niet en zij,
zij wou juist zo graag!
Ze zei: 'Ach lieve prins, ik schaam me dood, ik lijk nou wel zo zwart
maar van mezelf ben ik rood'.


Wel, dat kwam toen toch nog goed
Maar dat ging toch bijna mis
Ja weet je, dat krijg je
als een mens zich anders voordoet dan ie is.

----------
Prins, prinses... prinsessen
Portugees, Portugese, Portugesen?
Premier,......première, premières?
Werker,.....werkster, werksters?

Er is toch iets vreemds aan de hand met dat Nederlands.

6 opmerkingen:

  1. Nix oubollig. Ik vond het een leuk en lief versje :)

    En straf dat je het nog kent!

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Dat versje ken ik ook nagenoeg uit m'n hoofd! En mijn dochters van 5 en 3 inmiddels ook.
    Het is van kindercabaret Potvoordrie.
    Ik was op zoek naar de juiste tekst, want mijn versie wijkt een klein beetje af:

    "Er was er eens een prinsesje met vuurrood haar
    en dat vond ze zo verschrikkelijk, zo heel ontzettend naar,
    Want als ze naar haar zussen keek, een mooie zwarte en een blonde,
    dan dacht ze dat die kleuren haar veel beter stonden.

    Dan was ze droef, dan was ze boos en dan huilde ze van nijd.
    Totdat ze zei: 'Nu is 't genoeg, die haren moet ik kwijt!'

    Toen ging ons prinsesje, zonder dat een mens het wist
    met potjes en met pannetjes, op zoek naar een drogist.
    Ze vroeg: 'Heeft u ook verf, ik kom een onsje halen'.
    'Wat mag het zijn?', vroeg de drogist, 'Hier is een boek met stalen.
    Eh, Waar dient het voor?
    Eh, wat blauw?'
    'Blegh!'
    'Eh, wat geel?'
    'Blegh!'
    'Eh, wat groen?'
    'Het liefst zwart', zei het prinsesje, 'daarmee kan ik het wel doen'.

    Ze holde met haar potjes verf terug naar het kasteel,
    de poort door, (iieeee), de trap op (trapgeluiden).
    En boven in de toren, daar waar de vleermuizen zwerven,
    daar is ze met een grote, dikke kwast, haar haren zwart gaan verven.
    Toen liep ze trots omlaag en zei:
    ‘Zie zo, dat zit er op!’
    'Nou, stukken beter hè, zo'n mooie zwarte kop?!'

    Maar 's middags kwam de knappe prins.
    'Ik zoek een vrouw', zei hij.
    En de koning sprak: 'Hier, zoek maar uit, mijn dochters zijn nog vrij'.
    De prins keek naar de prinsesjes en zei:
    ’Nou, het zijn wel hele mooie, maar ik houd niet van die kleuren haar. Het liefst… had ik… een rooie!'.

    Daar stond toen ons prinsesje vreemd te kijken van die vraag.
    Oh gunst, nu wou de prins haar niet en zij… wou juist zo graag!
    Ze zei: 'Ach lieve prins, ik schaam me dood,
    ik lijk nou wel zo zwart, maar van mezelf ben ik rood'.

    Dat kwam toen toch nog goed
    Maar dat liep toch bijna mis.
    Weet je... dat krijg je
    als een mens zich anders voordoet dan ie is."

    Groet,
    Marlies

    BeantwoordenVerwijderen
  3. Leuk dat je langskomt Marlies!
    Was dit logje alweer bijna vergeten. Je tekst lijkt me prima en bedankt voor de bron! maar in het begin 'loopt' het toch iets minder lekker. Zoals de eerste zinnen van strofe één en drie. Maar dat komt wellicht omdat ik het anders heb onthouden. Ik zou het graag eens voorgedragen krijgen door één van je dochters. Dan klinkt het vast een stuk logischer. :-)

    BeantwoordenVerwijderen
  4. Haha grappig... Ik was ook op zoek naar de precieze tekst en tref hier de opmerking van (waarschijnlijk) mijn zus Marlies. Wat een toeval...
    We hebben het ooit samen eens voorgedragen... Was een groot succes bij de kinderen... Ik denk dat ik het morgen nog maar eens over doe op het prinsessenfeestje van mijn net 5 jarige dochter!!! Ha ha. Groetjes Charissa ;)

    BeantwoordenVerwijderen
  5. En het allerleukste is dat ik dit gedichtje leerde van iemand die dezelfde naam als jij heeft ;-) Zij droeg het voor voor haar dochters die inmiddels de twintig zijn gepasseerd. Maar die heeft dan weer geen zus die Marlies heet.

    BeantwoordenVerwijderen
  6. Inmiddels staat het sprookje ook op Youtube, een echte klassieker die nog wel een aantal generaties mee zal gaan.
    https://www.youtube.com/watch?v=lFS1EZ6STPc

    BeantwoordenVerwijderen

Leuk dat je hier komt lezen! Nog leuker als je laat horen wat je er van vindt.