"Ik kijk nooit tv", zei ik stoer.
"Jawel, je kijkt elke avond tv", wierp Kees (11) tegen.
"Ik krijg vaak genoeg kijktips van je" deed zijn vader er nog een schepje bovenop.
Ik bond in. Ze hadden gelijk. Ik kijk eigenlijk best vaak. Naar 'langs de oevers van de Yangtze', of naar '3 op reis' en onlangs zelfs naar 'Het beste Brein' (waarbij ik bij het rekenonderdeel volledig door Kees werd weggeblazen). Maar het vaakst nog naar reclame. In eerste instantie omdat ik nog steeds geen afstandsbediening heb. Maar ook omdat commercials het niveau van de deskundige in de witte jas die het waspoeder aanprijst, al lang zijn ontstegen.
Bijna bloot doet het altijd goed. De suggestie van lekkere seks prikkelt onze koophormonen. Schaars geklede vrouwen worden gelinkt aan auto's en parfum. Gezichtscreme en chocola worden aangeprezen met geile voice-overs. Maar gister werd ik gefêteerd op een geheel blote man. Die met een gelukzalige grijns in slow motion van een helling af rolde. Hierna volgde een spotje met een andere bloterik die naar een rode Engelse telefooncel rende. Het ging hier respectievelijk om een bouwmarkt en, jawel, ontbijtkoek. Wat opviel was dat beide heren ontdaan leken van hun libido. Dat lag niet aan het buiten beeld houden van hun geslachtdelen maar meer aan het feit dat goed geklede kerels vaak sensueler ogen (koffie!) dan bloot.
Zou het voor onze opgroeiende jeugd niet goed zijn als het taboe op het tonen van -normale- geslachtdelen weer wordt doorbroken? Nu extreme preutsheid lijkt te zijn doorgedrongen tot bad- en kleedkamer. Ik meen me te herinneren dat er vroeger bij gym tot een jaar of tien gemengde kleedkamers waren en dat er ook gemengd werd gedoucht. (nee, ik keek natuurlijk niet. Ik was toen nog een bleu blond vlechtenmeisje). Inmiddels schijnt het bij gym en bij sport normaal om ook bij gescheiden douchen een onderbroek aan te houden. Als er al wordt gedoucht. Tot mijn verbazing wist een ervaren trainer mij onlangs te zeggen het vaak de ouders zélf zijn die hier voor gaan liggen. Misschien denkt men dat elke trainer die met jeugd werkt zich aan blote kindertjes vergrijpt? Of zijn we zelf bang voor bloot geworden omdat we dit automatisch aan seks linken?
Maar hoe komt de toekomstige generatie er nu achter hoe het andere geslacht er uit ziet? Of dat van zijn seksegenoten? Welk ander referentiekader rest hen dan het stiekem bezoeken van pornosites vol piemels van twintig centimeter en gemodelleerde kale kutten en vol- (of vooral onder-) gespoten borsten. (Ook het beeld dat spermaspuiterij iets fijns of verplichts zou zijn is hardnekkig. Niet alleen onder jongeren).
Ik wacht met smart op de eerste commercial waarbij een sportheld verschijnt met een kleine, onbesneden pik of een scheve grote kut. Ter inspiratie kunnen reclamejongens het British museum bezoeken. Waar blote rennende mannen als helden worden afgebeeld. 2500 jaar geleden was je met een klein pikkie gewoon cool!
maandag 25 april 2016
dinsdag 19 april 2016
Op dinsdag door de stad dolen
Dat doen er aardig wat. Hoewel ik natuurlijk niet met zekerheid durf vast te stellen of elke ziel die ik tegenkom ook dolende is. Wellicht had de in een scootmobiel gezeten travestiet op de Korreweg wel een duidelijk doel voor ogen. Net als de gehandicapte moslima die in Beijum in eenzelfde voertuig overstak. Misschien was deze laatste wel goed ter been en had ze ook niks speciaals met de Islam. De dame die vanmorgen een doek om haar hoofd knoopte heeft, voor zo ver ik weet, ook weinig op met geloof. Ze smeerde afbijtmiddel op haar trap, wat ik er vervolgens afkrabde.
De lijmresten onder mijn werkschoenen kleven gelukkig niet aan het pedaal in de bus, maar in de statige hal bij de pianoleraar trek ik de kistjes voor de zekerheid toch uit. De leraar slaat mijn meegebrachte wafels af, die een Peizenaar had gebakken en die de dame die geen moslima was aan me had meegegeven. Hij is op dieet.
Kees valt naast me in slaap en ik stop, samen met een ambulance, bij het tankstation aan de gracht. De jongen bij de kassa vertelt dat dit het laatste tankstation in een binnenstad is. In heel Nederland. Martin Bril schreef een stukje over deze plek in "Heimwee naar Nederland". Iets met een vader die hardop praat tegen zijn huilende kind, omdat hij niet goed weet waar hij heen zal. Dolende zielen. Bril zat aan het eind van zijn leven in een rolstoel. Ook daar schreef hij over. Iets met 'leven op gulphoogte'. Ik las hem in de trein naar Keulen.
De zon schijnt. Bij de Slachthuisstraat klimmen twee kindjes op een kunstwerk. Het ziet er moeilijk uit. En spannend. Zoiets meen ik te lezen in hun pretoogjes die elkaar aankijken. Het is koud. Abba schalt door de radio. Als we thuis zijn wordt Kees (11) weer wakker. Leo (15) is al thuis. Ik knip zijn haar. Hij hangt de was.
Ik zuig de haren van de grond en aai de kat. Buiten wapperen kleren aan de lijn. De ratatouille is rood en couscous komt uit Afrika. Van afbijtmiddel wordt je high. Morgen moet ik een afwasmachine plaatsen voor architecten en een luikje in een plafond zagen. Om gif achter te verstoppen. Omdat er studentes wakker liggen van de ratten.
Welterusten.
De lijmresten onder mijn werkschoenen kleven gelukkig niet aan het pedaal in de bus, maar in de statige hal bij de pianoleraar trek ik de kistjes voor de zekerheid toch uit. De leraar slaat mijn meegebrachte wafels af, die een Peizenaar had gebakken en die de dame die geen moslima was aan me had meegegeven. Hij is op dieet.
Kees valt naast me in slaap en ik stop, samen met een ambulance, bij het tankstation aan de gracht. De jongen bij de kassa vertelt dat dit het laatste tankstation in een binnenstad is. In heel Nederland. Martin Bril schreef een stukje over deze plek in "Heimwee naar Nederland". Iets met een vader die hardop praat tegen zijn huilende kind, omdat hij niet goed weet waar hij heen zal. Dolende zielen. Bril zat aan het eind van zijn leven in een rolstoel. Ook daar schreef hij over. Iets met 'leven op gulphoogte'. Ik las hem in de trein naar Keulen.
De zon schijnt. Bij de Slachthuisstraat klimmen twee kindjes op een kunstwerk. Het ziet er moeilijk uit. En spannend. Zoiets meen ik te lezen in hun pretoogjes die elkaar aankijken. Het is koud. Abba schalt door de radio. Als we thuis zijn wordt Kees (11) weer wakker. Leo (15) is al thuis. Ik knip zijn haar. Hij hangt de was.
Ik zuig de haren van de grond en aai de kat. Buiten wapperen kleren aan de lijn. De ratatouille is rood en couscous komt uit Afrika. Van afbijtmiddel wordt je high. Morgen moet ik een afwasmachine plaatsen voor architecten en een luikje in een plafond zagen. Om gif achter te verstoppen. Omdat er studentes wakker liggen van de ratten.
Welterusten.
woensdag 6 april 2016
Het kan, het mag, dus doen we het!
Er schuilt hebzucht in ons allemaal. Daar hoef je geen Gunnlaugsson of Porosjenko voor te heten. Gelukkig bestaat er wet- en regelgeving. Om zelfverrijking, wurgcontracten of monopolies (lang leve de EU!) een beetje binnen de perken te houden. Wetten dienen ook een omgekeerd doel. Zo schijnt Seedorf niet betrokken te zijn bij illegale praktijken. Want van 600000 een paar miljoen maken màg. U zou het zelf ook doen. Sterker nog, naast Seedorf zijn het vooral 'de Kleine Luyden' uit het midden- en kleinbedrijf die om uiteenlopende redenen hun geld elders parkeren. Niks geen belastingontduiking aan. Het mag volgens de wet.
Dat referendum van vandaag is ook zo'n ding. Is dat niet vooral bedacht omdat het kàn? Omdat het màg. Toen ik er voor het eerst over hoorde, dacht ik dat het een grap was. Die met het gemekker over te weinig stembureaus alleen maar slechter werd. En hoewel ik graag gebruik maak van mijn stemrecht, proeft het woord 'recht' hier als misplaatst.
Via Panama en de Oekraïne, loop ik ook nog even met u mee naar binnen bij de failliete V&D. Waarvan sommigen zeggen dat hun formule achterhaald was. Terwijl anderen juist beweren dat klantgedrag zo'n concern niet om zeep kàn helpen, dat het Sun-Capitals is die het boetekleed moet aantrekken. Maar het was legaal. Het mocht, het kon. Men mag geld in belastingparadijzen stallen. Men mag een referendum organiseren voor een al aangenomen wet en ook een bedrijf leegzuigen, tackelen en vervolgens het laatste bloed uit al die prachtige paspoppen persen is legaal.
Maar ik schaam me toch een beetje. Dat ik er vorige week was. En niet alleen vanwege mijn werkbroek vol verfspatten. Ik kocht er zelfs boxershorts. Met het V&D logo. Soort van collectersitem. Toen ik later las dat Sun Capitals vóór in de rij bij de schuldeisers stond, voelde het geld voor de onderbroeken aan als bloedgeld. Lehti de lijkenpikker.
Hoe heerlijk was het om dit schuldgevoel vandaag te kunnen sussen. Niet bij de stembus, maar door een nieuwe werkbroek te kopen in een zaak waar de tijd nog langer had stilgestaan dan bij V&D. Maar waar wel klanten waren. En personeel. En kleding met 'made in Germany' en 'France' in plaats van China en Bangladesh. Waar het niet naar wegwerpplastic stonk. Hier werd niet geïnvesteerd in eigentijdse logo's of slimme marketing. Hier verkocht men kleding. Voor verpleegkundigen, paardenfokkers of obese stratenmakers. Maar ook waxjassen en stevige stretchbroeken. En ze waren er drieëndertig jaar eerder dan de V&D!
Misschien sluit het Vakkledinghuis straks een handelscontract met Oekraïne. Of parkeren ze zelf (of via Porosjenko) geld in Panama. Ik weet niet wat er allemaal kan en mag. Daar hebben we gelukkig gekozen politici voor. En geen referenda voor nodig.
Er past een duimstok, bouwpotlood en smartphone in mijn broek. Ik vroeg wat ik wilde en kreeg wat ik vroeg. Bij het afrekenen geen zegels, airmiles, gebedel om een mailadres of bonusgelul. Heerlijk! Na nog een rondje door de winkel zeg ik tegen de winkeljuffrouw: "Fijn, nu weet ik wat jullie allemaal te koop hebben."
Ze antwoordt lachend: "Zegt het voort, zegt het voort!"
Bij deze.
Dat referendum van vandaag is ook zo'n ding. Is dat niet vooral bedacht omdat het kàn? Omdat het màg. Toen ik er voor het eerst over hoorde, dacht ik dat het een grap was. Die met het gemekker over te weinig stembureaus alleen maar slechter werd. En hoewel ik graag gebruik maak van mijn stemrecht, proeft het woord 'recht' hier als misplaatst.
Via Panama en de Oekraïne, loop ik ook nog even met u mee naar binnen bij de failliete V&D. Waarvan sommigen zeggen dat hun formule achterhaald was. Terwijl anderen juist beweren dat klantgedrag zo'n concern niet om zeep kàn helpen, dat het Sun-Capitals is die het boetekleed moet aantrekken. Maar het was legaal. Het mocht, het kon. Men mag geld in belastingparadijzen stallen. Men mag een referendum organiseren voor een al aangenomen wet en ook een bedrijf leegzuigen, tackelen en vervolgens het laatste bloed uit al die prachtige paspoppen persen is legaal.
Maar ik schaam me toch een beetje. Dat ik er vorige week was. En niet alleen vanwege mijn werkbroek vol verfspatten. Ik kocht er zelfs boxershorts. Met het V&D logo. Soort van collectersitem. Toen ik later las dat Sun Capitals vóór in de rij bij de schuldeisers stond, voelde het geld voor de onderbroeken aan als bloedgeld. Lehti de lijkenpikker.
Hoe heerlijk was het om dit schuldgevoel vandaag te kunnen sussen. Niet bij de stembus, maar door een nieuwe werkbroek te kopen in een zaak waar de tijd nog langer had stilgestaan dan bij V&D. Maar waar wel klanten waren. En personeel. En kleding met 'made in Germany' en 'France' in plaats van China en Bangladesh. Waar het niet naar wegwerpplastic stonk. Hier werd niet geïnvesteerd in eigentijdse logo's of slimme marketing. Hier verkocht men kleding. Voor verpleegkundigen, paardenfokkers of obese stratenmakers. Maar ook waxjassen en stevige stretchbroeken. En ze waren er drieëndertig jaar eerder dan de V&D!
Misschien sluit het Vakkledinghuis straks een handelscontract met Oekraïne. Of parkeren ze zelf (of via Porosjenko) geld in Panama. Ik weet niet wat er allemaal kan en mag. Daar hebben we gelukkig gekozen politici voor. En geen referenda voor nodig.
Er past een duimstok, bouwpotlood en smartphone in mijn broek. Ik vroeg wat ik wilde en kreeg wat ik vroeg. Bij het afrekenen geen zegels, airmiles, gebedel om een mailadres of bonusgelul. Heerlijk! Na nog een rondje door de winkel zeg ik tegen de winkeljuffrouw: "Fijn, nu weet ik wat jullie allemaal te koop hebben."
Ze antwoordt lachend: "Zegt het voort, zegt het voort!"
Bij deze.
Labels:
EU,
Europa,
Groningen,
Oekraïne,
Panamapapers,
referendum,
V&D,
Vakkledinghuis,
wetgeving
Abonneren op:
Posts (Atom)