Posts tonen met het label aardbeving. Alle posts tonen
Posts tonen met het label aardbeving. Alle posts tonen

maandag 6 december 2021

De onttroonde klant

In 2008, middenin de crisis, begon ik een klusbedrijf. In de dertien jaar die volgden breidde mijn klantenbestand, de hoeveelheid klussen en ook de aard ervan zich uit. Van een paar kapotte tegels vervangen naar het renoveren van een badkamer zeg maar. Leuk en dankbaar werk en mijn klanten betalen snel dus wat wil ik nog meer.  

Maar in 2021 deed zich iets vreemds voor. Als eerste was en is daar natuurlijk de pandemie. Mensen werken meer thuis, gaan zich opeens ergeren aan de inrichting van het huis en menen dat met een fris kleurtje op de muur of een nieuw aanrechtblad ook de sleur van het thuiszitten verdwijnt. De vraag stijgt en het gebrek aan personeel dat al dat werk kan uitvoeren heeft mij er toe besluiten mijn uurprijs te verhogen. Maar, en nu komt het, dat personeelstekort en de bouw die overuren draait was al er ook al voor de pandemie en voordat er weer als een malle werd gebouwd. Wat ook bekend was, was de aardbevingsschade en plannen (lees= subsidie) voor verduurzaming. Deze zomer was de pot geld die daarvoor beschikbaar was, binnen drie dagen leeg. En in januari krijgen huiseigenaren opnieuw een kans. Ze kunnen voor €10.000 subsidie aanvragen. Superleuk allemaal, maar de vraag is nu niet meer 'wie gaat dat betalen?' maar 'wie gaat dat doen?' 

En dan krijg je een soort kantelpunt. Althans, dan ga je opeens niet meer op klus om lekkages te verhelpen, een vloer waar iemand doorzakte te repareren of een student te bevrijden wiens slot kapot is, maar vraagt de klant aan jou wat je leuk vindt. Ja echt. Of ik liever een inbouwtoilet of verhoogde pot monteer. Of ik liever zeil leg of een vloer betegel? Er komt een dag dat klanten me vragen waar ik vandaag zin in heb, mijn gereedschap en materialen gaan sjouwen en geld toegeven als ik bij hen voor de deur parkeer.  



woensdag 18 januari 2017

Bevend in Italië

De wandeling over de Via Appia, waar naast mij vooral cruisende Romeinen rondwandelden, had ik overleefd. Ook de ontmoeting met de Siciliaanse studente en die met meneer 'Robin Hood' op het station van Casabianca (Witte huis) leverden verhalen op die mooi waren om naar te luisteren.

In Rome was het 's middags warm geweest. In Terontola, mijn laatste overstapstation, vluchtte ik vanwege de snijdende kou café Sport binnen. Ik klapte mijn laptop open op het minuscule tafeltje maar het scherm bleef zwart. Of dat aan de accu lag, of dat het kasseienhobbelen het ding fataal was geworden, kon ik niet nagaan omdat het stopcontact niet paste op de computerstekker. Of zeg je zulks andersom?

Ach ja, stroom. Ik hoor nu dat er in de naastgelegen regio Abruzzen, vierhonderdduizend mensen zonder elektriciteit zitten. Ik hoop maar dat zij wel reserveaccu's hebben. Daken dreigen te bezwijken onder het gewicht van de sneeuw, die op sommige plekken meer dan een meter hoog ligt. En dan gaat de aarde ook nog beven.

Na de tweede beving, die ik voelde omdat de palletkachel waar ik tegenaan leunde bewoog, ben ik maar inkopen gaan doen. Daar was veel winkelpersoneel aan het bellen en moeilijk aanspreekbaar. Zelfs bij de kassa werd ik met één hand bediend, terwijl er vrolijk werd doorgepraat. Beleefd wachten tot ze klaar was met bellen was niet nodig, zo gebaarde ze.

De reden van dat fanatieke bellen was nu eens niet om overdreven interessant te doen, maar omdat alle kinderen in Midden-Italië op straat waren gezet. Eerst moesten ze onder de tafels kruipen, maar daarna werden ze toch maar naar huis gestuurd. Best lastig, als je ouders in een winkel staan en ze je niet kunnen ophalen.

Maar men kan in dit land de klant kennelijk ook bellend bedienen, want ik keerde terug met de juiste inktcardtridges (mijn vliegticket moet nog geprint), een doucheslang die niet in de knoop kan (ik kan er het klussen niet laten) en zes kilo pasta die ze in Holland niet hebben. Althans, niet voor veertig cent per pak. De bavette (slijmpjes) en linguine (tongetjes) kunnen het gat dat in mijn koffer achterbleef van de
Groninger koek mooi opvullen.

En het is hier koud. Niet dat de temperatuur hier gauw onder nul daalt, maar de Tramontana, de wind die uit de bergen komt, snijdt dwars door drie broeken heen. En die hou ik hier binnen, net als mijn bergschoenen, nu toch maar aan. Nu om half drie net de vierde, of was het de vijfde beving de lampen deed slingeren. Overigens schijnt er hier sinds augustus 2016 elke vier minuten een aardbeving te zijn.

Uit mijn Italiëtijd weet ik me nog te herinneren dat mijn vingers er bijna afvroren als de Tramontana blies. Vooral als ik een poging deed de was buiten op te hangen. Nu lijken mijn vingers te verkrampen als ik het thuisfront per Whattsapp schrijf dat het hier met de schade vooralsnog meevalt.

Tot zover de berichtgeving uit bevend Italië.











zaterdag 27 augustus 2016

Van Illica tot Messsina

Een pot nutella. Twee nieuwe sportschoenen, netjes naast elkaar op hun doos. Vuilniszakken. Met oude schoenen er in, of het bonnetje van de nieuwe. Of van de nutella. Voetstappen over het puin, de wind. Er is niets dat zo beklemmend is, dat zo duidelijk laat voelen hoe het moet zijn als de aarde trilt, als een stomme film over iets waar tot gister leven was. Niet ineengestrengelde overledenen of een oma die haar kinderen beschermt. Nee, het is de stilte, water dat uit een gesprongen waterleiding loopt (min.1.30) in dit filmpje over Illica dat tot de verbeelding spreekt.

Nadat de wind en de voetstappen over het puin zich in je hoofd hebben genesteld, rijst bij mij ongewild de vraag: Hoe nu verder? Niet alleen met de verliezen, begrafenissen, nieuwe slaapplek zoeken, de rouw... maar wat gebeurt er met zo'n dorp? Wordt het opgeruimd? Gaat er ooit nog iemand wonen?

In het geval van Illica denk ik dat de meeste mensen tijdelijke toeristen waren. Ooit geboren in de bergen en als arbeidsmigranten/ gelukszoekers weggetrokken naar de grote stad. Om vervolgens elke zomer, net als veel Turkse en Marokkaanse gezinnen doen, terug te gaan naar hun geboortegrond. Vol mooie verhalen en kado's. Rome biedt welvaart maar is in de zomer veel te heet. En in Illica groeien vast gratis vijgen en komt het water uit de bergen. De matrassen die uit de opengereten huizen steken, lijken ook niet te zijn beslapen, maar in afwachting van stads bezoek. Netjes afgedekt tegen stof en schorpioenen.

Misschien blazen ze Illica wel op. Om te voorkomen dat de bewoners er hun spullen komen zoeken en er nog meer doden vallen door instortende huizen. Zoals ze achtenveertig jaar geleden deden met Gibellina. Waarna de burgemeester het dorp liet volstorten met beton. Bij wijze van kunstvorm. Toen ik er vijf jaar geleden in rondliep, bleek dezelfde burgemeester een week eerder te zijn vermoord. Twee locals vertelden vol vuur over de beste man, en ze namen ons mee naar een ander verwoest dorp, waar nog geen beton was gestort. Ook daar lagen schoenen en wielen en stonden schoolbankjes. Ook daar waaide het en was het stil. We aten rijpe vijgen in verlaten straten. Die daar al een halve eeuw zo bij liggen.

Huizen. Ze moeten beschermen. Tegen kou, hitte en indringers. Maar als de aarde trilt, wordt het huis je grootste vijand. Italië kent een lange historie van aardbevingen. 2016, Illica, 1968 Gibellina. Maar wie echt een beeld wil krijgen van de alles vernietigende kracht van een aardbeving, moet de ramp van Messina op zich in laten werken. De aarde trilde dertig seconden. Negentig procent van de bebouwing ging tegen de vlakte. Mensen vluchtten naar de kust. Daarna volgde een tsunami. Schattingen van de slachtoffers schommelen tussen de vijftig en tweehonderdduizend. Elders in Italië had men dagenlang geen idee van de omvang van het ramp. Er was geen voedsel, geen water, geen hulp, geen communicatie, er was brand, het was koud en het regende.

Toen Messina in 1909 weer werd opgebouwd, werden de weinige overlevenden over Italië verspreid. Achthonderdvijftig van hen vertrokken per schip naar New York. Het schip, de 'Florida', kwam onderweg in aanvaring met een ander schip. Er brak paniek uit en er vielen drie doden. De anderen bouwden in de VS een nieuw bestaan op.

zaterdag 23 mei 2015

Natuurrampen bouwen in Groningen


"Natuurramp!" Dat riep hij. Net nadat ik vanaf de brug een foto van het werk maakte waar hij, maar op dat moment meer zijn collega, mee bezig was.

Ik stond op de noodbrug boven hen. Zij bouwden aan de echte. Eén van de nieuwe bruggen over de oostelijke ringweg. Gelijkvloerse kruisingen met stoplichten verdwijnen en ook fietsers krijgen meer luxe richting stad. Daar is tegenwoordig geld voor. Had meen ik iets te maken met een trein naar het westen die er niet kwam. Als troost mocht het geld worden geïnvesteerd in andere infrastructuur. Je hoeft ook niet altijd westwaarts. Doorstroming naar en rond de stad is ook best belangrijk.

Eerst verstond ik hem niet. Of, wat waarschijnlijker is, omdat me dat vaker gebeurt, ik was niet bedacht op zulke joligheid. Hij riep het nu harder: "Je maakt een foto van een natuurramp!" Toen viel het kwartje. Hij doelde op zijn collega. Grapje. Ha ha.

Ben ik er niet vatbaar voor? te serieus? of ben ik, als elitair anti-autoritair opgevoed wicht uit het westen van het land toch te veel de fatsoensrakker waar een Amsterdammer me eens voor uitmaakte?


De nieuwe bruggen hebben geen middenpoot meer. De halve ovalen die vier rijstroken overspannen zijn vast beter bestand tegen aardbevingen dan het prestigieuze Forum. Dat daarom deels weer moet worden afgebroken. Zo las ik gister. Arme bouwers. Ze hadden net de bekisting van het beton van de eerste verdieping verwijderd.

De brug van steigerbuizen waar ik op sta, was in het Dagblad van het Noorden onlangs tot 'herriebrug' gedoopt. Best jammer dat er deze week geen drieduizend wandelvierdagers overheen mochten stampen. Inmiddels zijn er rubbermatten op gelegd, vastgesjord met spanbanden.


"Het wordt mooi hoor!" schreeuwde ik terug naar meneer Natuurramp en zijn collega's en fietste gauw weer weg. Gister schalde Ede Staal (sommigen menen dat dit nummer van Jacques Brel is) door hun radio. En maakte ik opnieuw foto's. Stiekem. Snel. Straks maken ze weer grapjes. Weet ik weer niet wat ik moet zeggen. Gelukkig hangen er webcams. Zo kan ik de vorderingen thuis volgen.



Maar op zaterdag 13 juni, op de dag van de bouw, kunnen we weer met eigen ogen genieten wat er zoal gemaakt wordt. Vorig jaar stelde mijn toen nog tienjarige ingewikkelde vragen aan de bouwers, staand op de restanten van de oude Noordzeebrug. Als we er nu overheen rijden, weet hij welke krachten de pijlers er onder aankunnen.

Dit jaar is de Sontbrug open voor publiek, die achter Ikea wordt gebouwd. En in Middelstum kun je kijken hoe de kerk wordt beschermd tegen toekomstige natuurrampen. Die in Groningen weinig met natuur te maken hebben.
Ha ha. Grapje.

Mocht u niks met Groningen hebben, de Noord-Zuidlijn, die zich beperkt tot (verzakkingen in) de hoofdstad, is op de dag van de bouw ook weer open voor publiek.