zondag 29 september 2013

Sandra, Petra, Laura, Carla

Da's toch vreemd. In mijn huidige leven wordt ik omringd door vrouwen met bovengenoemde namen. Vriendinnen, klanten, moeders van school. Vrouwen die ooit, in hun vorige leven, als meisjes, dezelfde naam droegen. Tenminste, dat neem ik aan.

Maar in mijn klas zaten vroeger Miranda's, Jolanda's en Marijkes. Geen één Petra, Sandra of Laura. En toch behoren beide vrouwen, vroeger en nu, ongeveer tot mijn zelfde generatie. Heb ik me opgewerkt, omhoog op de sociale ladder? Ben ik juist gaan 'downdaten', zodat andere namen nu vaker voorbij komen? Of houdt men in het Haagse meer van drie drielettergrepige namen?

Op zich is het logisch. Ik woon inmiddels tweehonderdvijftig kilometer verder Noordwaarts (Ja, ik heb het zelf gister op de teller gezien. Heen en weer naar Den Haag is bijna even ver als een enkeltje Parijs). Van mijn lagere school ken ik niemand meer, van mijn middelbare schooltijd nog drie.
 
Tien jaar geleden, toen ik zwanger was van mijn derde, pleegde ik nogal eens te verdwalen op een zeker 'voornamenforum'. Jazeker, je hebt mensen die postzegels verzamelen, mensen die in het weekend wandelaars de stuipen op het lijf jagen door met hun motor over de dijk te pruttelen, mensen die dol zijn op kokkerellen en online recepten uitwisselen, maar dus ook mensen die een namentic hebben. Ik herinner me zelfs een 'draadje' (weten jullie nog wat dat is?) van iemand die producten uit de schappen zocht en kocht, waarvan het merk tevens een voornaam was. Euforisch berichtte men dan over de 'Petrajam' of 'Sandrapasta'. Gelukkig was er toen nog geen facebook.  

Maar wat ik dus nog steeds niet snap is waarom er in mijn huidig netwerk vooral vrouwen lijken te zijn met namen die uit twee lettergrepen bestaan en dat alle Suzannes en Jolanda's van de aardbodem lijken te zijn verdwenen. Bij de mannen is het niet anders. Hier lopen vooral Henken, Pieten, Hansen en Wimmen rond. Op school werd ik vroeger omringd door Michielen en Martins. Zou men bij het geven van jongensnamen in het Noorden nog zuiniger met letters zijn dan bij de meisjes?

Maar een vermoedelijke oorzaak heb ik wel.
Het is allemaal puur toeval.
Het mooiste fenomeen dat er bestaat.

Alle Sandra's, Petra's en Laura's,
Henken, Wimmen en Pieten,
en iedereen die anders heet, 

Slaap lekker. 

zondag 22 september 2013

Steinbrück en de aardappelzak

Tram rijdt slakkengang over Alexanderplatz, ik kijk rechts uit het raam en zie vlak naast me Steinbruck menigte toespreken. Links uit het raam zie ik zwaar gesluierde vrouw, aardappelzak bedekt haar hele lichaam, fijn geweven kippengaas haar gezicht, zwarte handschoenen haar handen, foto's maken van de scène. 

Zo luidde de sms die ik 19 september binnenkreeg uit Berlijn. 
Ik schrijf terug dat ik het tafereel voor me zie, maar toch niet helemaal begrijp hoe zij, mijn zus die in de tram zit, foto's kan maken van beide zijden van de tram. Ook vraag ik me af wie toch die Steinbrück is?
Maar ik had niet goed gelezen. Het bericht niet en de krant kennelijk ook niet. Het was niet mijn zus die foto's maakte, maar de gesluierde vrouw. En intussen weet ik ook dat er verkiezingen aan de gang zijn bij onze Oosterburen.

We zijn nu alweer een paar dagen verder. Zou er al een winnaar zijn? Nog steeds keek ik geen nieuws en las geen krant. Ik hield me dit weekend bezig met het aanmoedigen van sportende kinderen (die beide wonnen), stond te schilderen op een steiger en kletste met familie en vrienden over de voor en nadelen van facebook, hoe spotify kan verklikken of je een feestje houdt en hoe deze beide moderniteiten de klassieke versiervolgorde in de kroeg kunnen omgooien. Bij het aanspreken van dat leuke meisje weet je immers al lang waar ze op vakantie was, wie haar vrienden zijn en naar welke muziek ze luistert?


Misschien dat die Duitse mevrouw in haar aardappelzak ook op dergelijke wijze handelt. Heeft ze in no-time haar plaatjes op facebook gezet. Steinbrück getagd naast haar eigen profielfoto. Zij volgt tenminste de politiek en gaat met haar tijd mee. Daar kan ik nog een puntje aan zuigen.

woensdag 11 september 2013

Over politiebijen, planologen en de plusgroep


Autogesprek:
Kind: "Wist je dat er niet alleen honden worden ingezet bij de politie, maar ook ratten en bijen?
Ik: "Nee, dat wist ik niet"
Kind: "Hoe zorg je er eigenlijk voor dat je niet geprikt wordt, als je de honing uit een korf haalt?
Ik: "Nou, imkers, dat zijn zeg maar de mensen die voor bijen zorgen, hebben een wit pak aan waar de bijen niet doorheen kunnen steken en een hoed met een gaasje voor hun gezicht. Ook hebben ze soms rook bij zich, waar de bijen een beetje slaperig van worden
Kind: "En dan steken ze niet."
Ik: "Eh, ja, ik geloof dat dat het is."
....
Kind: "Maar hoe halen ze honing eigenlijk uit de bijenkorf?"
Ik: "Toen ik dat eens deed, haalden we de raampjes met honing uit de kast en deden die dan in een soort centrifuge. Door te draaien aan een slinger, kwam de honing uit de raten en die ving je dan op in een bak."

KABOEM!!!!!

Ik: "Zo, nou, dat was een flinke donder, zeg! Gelukkig is je training nu afgelopen, anders waren we mooi nat geworden."
Kind: "Gelukkig zijn we niet in Syrië, daar hoor je dit de hele dag."
Ik: "Ja, daar heb je gelijk in, daar is het nu oorlog"
Kind: "Ik denk dat die mensen beter naar de woestijn kunnen gaan en dan een hutje bouwen van stof of van hout, als ze er langer blijven."


Tafelgesprek:
Kind: "Hoe komt het eigenlijk dat er hard en zacht is?"
Kind 2: "Nou, als je sport, dan kun je ook hard worden door te trainen"
Kind 3 (22 jaar, probeert op niveau van jongere broertjes praten) "Bedoel je soms stoffen?"
Kind: "Ik bedoel hard en zacht van de elementen."

Fietsgesprek:
(Als ze achterop zitten, kijken kinderen soms beter om zich heen -ik zelf trouwens ook-. Een fietssleutel die al een week spoorloos is, heeft zo bezien ook voordelen)
Kind: "Kijk, dat vind ik nou echt een mooi huis, dat blok daar, en hij wijst omhoog naar een in mijn ogen wanstaltige opbouw van blik met allerlei hoeken.
Hij wil architect worden.
Kind: "Dat is opa toch ook?"
"Nou", zeg ik, "hij heeft er wel voor geleerd, maar hij is vooral bezig geweest met hoe je een stad inricht. Waar scholen moeten komen en waar parken en zo.
Kind: "Als je dat doet, moet je ook aan de mensen vragen wat ze ervan vinden, want ze moeten het er natuurlijk wel mee eens zijn."

Ja lief, daar heb je helemaal gelijk ik. De volgende keer als je Amsterdam bent, moest je maar eens met opa door de stad slenteren en je laten informeren over bouwstijlen, rooilijnen, inweefbouw, het plan van Berlage en IJburg.


Dit kind van mij filosofeert en fantaseert over alles. Waarom je de hik krijgt en hoe die weer weggaat ("Dat is een goede vraag voor Klokhuis!").  Of eitjes met een dubbele dooier met een röntgenapparaat worden geselecteerd, of hoe de gebroeders Montgolfier (uit het brugklasboek van zijn broer) van papieren zak naar hun eindprodukt van luchtballon kwamen.

Zijn meester had hem vorig jaar al aangemeld voor de plusgroep. Toen was daar geen plek. Maar volgende week mag hij er samen met tien andere bollebozen uit groep vijf en zes voor het eerst heen. Misschien ontdekken ze met z'n elven wel dat politiebijen een stofje kunnen maken dat helpt tegen narcolepsie. En een apparaat dat dat stofje uit de bijenkast kan halen zonder dat die beestjes daar last van hebben en zonder te worden gestoken.

Liefje, ik denk dat je het er naar je zin krijgt.

woensdag 4 september 2013

Baltsritueel bij de mens

Het mannetje wordt zowel in de stad als in het wild gesignaleerd. Maar ook op het hellend vlak tussen natuur en cultuur, zoals op deze Groningse brug genaamd 'pypke'.


Vanwege de op schapenvacht gelijkende beharing van de hoofdhuid menen de op de dijk grazende ooien soms aanspraak te kunnen maken op dit bijzondere exemplaar. Echter, het vrouwtje dat hem hier bejaagt kent een geheel eigen baltsritueel. Zij gaat, na het besnuffelen van zijn nek, op twee achterpoten staan en veinst dan desinteresse gelijk een katachtige door met een zwart hulpmiddel genaamd 'Lumix' om haar prooi heen te draaien. Het geluid dat zij voortbrengt kan het best getypeerd worden als 'klikken'. Hoewel 'afdrukken' of 'schieten' als benaming hiervan bij eerdere generaties ook in zwang is. Zodra de zon de horizon nadert en oranje kleurt, wordt de intensiteit van het 'klikken/afdrukken' verhoogd. Soms slaakt zij hierbij kleine kreetjes. Lange uithalen ten teken van bewondering ('mooooi') komen ook voor.


Het mannetje weet haar feromonen te waarderen en na wat ondefinieerbaar gefrunnik, nemen zij plaats op een stalen ros. In dit stadium worden de vier ledematen van een extra lederen laag voorzien. Ook op de koppen van zowel het blonde wijfje als het gekrulde mannetje wordt een zwarte, glimmende bal met een uitgeholde binnenkant geplaatst. Deze harde bal maakt enige vorm van lichamelijke intimiteit met de bek onmogelijk. Waarschijnlijk dient dit attribuut om al het bloed dat het koppel naar de kop stijgt enigszins te temperen. Zij plaatsen dan, met gebogen knieën, hun achterste poten op de stijgbeugels. In tegenstelling tot vergelijkbare zoogdieren neemt het wijfje hierbij altijd de achterste positie in. Mogelijkerwijs is dit in situaties waarbij zij zich onbespied wanen ook wel eens omgekeerd. Hebben zij eenmaal hun positie ingenomen, dan gaat het paartje er met een oorverdovend lawaai vandoor en verdwijnt uit beeld. Hierdoor is het vervolg van deze paringsdans, mede voor het koppel zelf, lastig in kaart te brengen.

zondag 1 september 2013

Getuigenissen

Voor de brug wachten. Een hond zien. Er hangt kwijl in een sliert uit zijn bek. Een man slentert over de stoep. Hij heeft een pak aan. De vale broek met vouw past niet bij het colbertje en oogt smoezelig. Zijn grijze haar is net iets te lang. Er komt een tweede hond bij, kleiner, zwart. De grote kwijlhond trekt een sprintje om de nieuwkomer de besnuffelen. Hun baasjes niet. De zwarte viervoeter wordt snel aangelijnd. Ik meende dat honden, net als kinderen in de speeltuin, een mooi alibi vormen voor een praatje, maar deze baasjes zijn kennelijk elkaars type niet. Als de nette man en zijn al even keurige hond weer weg zijn, plukt de smoezelige man wat gras, veegt de bek van zijn viervoeter er mee af en loopt dan weg over de brug. Die weer dicht is (of heet dat open?). Naar zijn 'foute' kant van het water. Een horde joggers uit de goede buurt, in hippe pakjes en op nieuwe schoenen, rent hem voorbij. De brug over.

Achter op de motor, stapvoets over een landweg, voor ons loopt een jongen met een stok. Hij draagt een blauwe boeren-overall. Voor de minifile lopen drie koeien over de weg te laveren. De boer opent een hek naar de wei. Ik maak foto's. We groeten.

In een zaal met honderden etende witte mensen. Appelmoes met een kers er op. Of was het een druif. Achter me hoor ik de serveerster beleefd vragen of de gasten er bezwaar tegen hebben dat ze even onder de tafel kruipt. Ongemakkelijk schuiven de eters uit hun bankjes. Even later steken er een paar geüniformeerde billen van onder de gedekte tafel vandaan. Ook wordt het gemorste toetje van de schoen van een van de gasten geveegd.

Werkend op de steiger. Aan de 'koopkant' van het woonerf. Aan de 'huurkant' hoor ik een man uit het raam roepen naar zijn zoontje in de speeltuin. Het kind schreeuwt hoogst verontwaardigd terug dat hij zijn broodje niet heeft weggegooid. Echt niet, papa! Er volgt een kruisverhoor over de straat. Hoe komt die boterham met pindakaas dan wel in de tuin van de buren?!

Ontbijten met mijn jongste zoontje Kees (9). Hij maakt zich zorgen om de enorme bak met ijs die nog in de vriezer staat. Misschien moest hij maar eens een feestje te geven. Zomaar. Dan kwam dat ijs eindelijk op. Misschien kon er dan wel wat jam overheen, of, nog beter, van die rode siroop. Een film huren zou ook leuk zijn. Die brontosaurus uit Narnia was echt bijzonder en er was ook een vervolg op 'Verschrikkelijke ikke' en wist ik eigenlijk wel dat de Maximonsters zelf bang waren voor Max?

Het is zondag. Er moet een band geplakt, een regenpijp gerepareerd, twee offertes gemaakt, wassen gedraaid van alle verschoonde bedden en er moet worden nagedacht. Honden, serveersters, broodjes pindakaas of brontosaurussen doen daar niks aan af. Ik ben ook nog getuige van mijn eigen levenswandel. Dat wil ik wel eens vergeten.

Fijne zondag.