Bij Nieuwsuur interviewen Twan Huys en consorten allerlei deskundigen (grijze heren) over het net verschenen onderzoek dat is gedaan naar de huizenmarkt, de prijsexplosie en wat de overheid had kunnen, zelfs had móeten doen om de ellende waarin veel mensen nu zitten, te voorkomen. De conclusie van het onderzoek, dat een half jaar heeft geduurd luidt: De overheid had als regulerende marktmeester -eerder- moeten optreden. Of zoiets.
Nou, poe, daar zullen de mensen die met een schuld van drie ton zitten voor een huis dat nog niet de helft 'waard' is, blij mee zijn. Het onderzoek betrof de tijd van 1995 tot nu. Lekker lang. Zo heeft iedereen schuld. En tegelijk niemand. Dat de huizenbezitter zich rijk rekende en gehoor gaf aan het 'advies' van hypotheekverstrekkers om vooral te gaan gokken met het -geleende- geld, kan hem of haar toch niet kwalijk worden genomen? Nee, de overheid had bij zo'n prijsexplosie de mogelijkheid voor leningen moeten beperken. Gelijk hebben ze. Ordnung musst sein!
Ik heb het rapport niet gelezen, maar moet nu toch echt even lachen. De meest verrassende uitspraak van vanavond (was dat niet Nout Wellink?) was iets met 'het dumpen van een put', 'een kalf' en 'de angst voor de kiezer'. Ach gos, je meent het, met een beetje cameratraining kan ik zo ook hele wijze woorden zeggen. Maar laat ik voor de grap dat huis van steen nu eens vervangen door vis (diamant, oud ijzer of tulpenbollen had ook gekund).
Vis dus. Om op te eten. Een tilapiavis of zo. Schijnt volgens wiki weinig eisen te stellen aan de waterkwaliteit. Ideaal. Kan je bij wijze van spreken zo in de plastic soep kweken. Stel, die vis levert veel op. Erg veel. Ik doe marktonderzoek, maak een bedrijfsplan, ga naar de bank en vraag een lening om ergens een Tilapiakwekerij te beginnen. Maar de bank zegt 'Nee mevrouw, want (de geadviseerde 'regulerende maatregelen' zijn inmiddels door de overheid getroffen) dat mag niet van Kok/ Balkenende/ Rutte. Terwijl alles er op wijst dat de verkoopprijs van die vis twee en een half keer over de kop gaat. Dat klinkt alsof je zegt: 'U heeft met dit lot uit de loterij een kans van 250 % op winst, maar de regering vindt dat niet verantwoord, dus dat mag niet.' De tegenstrijdigheid zit 'm er in dat diezelfde overheid dol is op winstdenken. Dus dat botst.
Het ligt vast iets ingewikkelder door hypotheekrenteaftrek (belastinggeld cadeau doen aan mensen die het niet nodig hebben) en grondspeculatie (overal werken mensen die wel eens hebberig zijn), maar als je het versimpelt, vind ik de roep om ingrijpen toch lachwekkend.
Te meer omdat nu juist gemor klinkt dat banken te veel garanties zouden willen voor een lening. Is het niet de taak van de bank om geld in waarde te laten stijgen door het
uit te lenen? Ik lette bij economieles vroeger niet goed op (behalve op
de knappe leraar), maar ik dacht dat dat zo'n beetje de
essentie was. Als je weet (of denk te weten) dat de vraag naar iets
toeneemt, dan ben je een rund als je daar geen geld voor (uit)
leent. En als je die lening niet krijgt, ga je naar de buurbank, DSB, Ice-save of, waarom niet, naar Lehman brothers. Da's goed voor de concurrentie, maar ook erg goed voor de
hebzucht. En dan wordt er gegokt. So we did. Wie gokt heeft kans om te winnen òf te verliezen. Dat is het risico van dit systeem.
Maar er is hoop. In Groningen schijnt het schreeuwend tekort aan tijdelijke woonruimte voor (buitenlands) personeel dat aan de Rug (universiteit) of het Umcg (ziekenhuis) werkt, als sneeuw voor de zon te verdwijnen. Veel huizen die niet verkocht kunnen worden (laat die prijzen eerst maar eens dalen tot een normaal niveau) worden nu verhuurd aan deze expats.
Mooi hè? Dat soort oplossingen. Maar dat is kennelijk geen nieuws.
Posts tonen met het label afpersing. Alle posts tonen
Posts tonen met het label afpersing. Alle posts tonen
donderdag 11 april 2013
zondag 13 januari 2013
Wij helpen u wel. De hufters.
"Geen lening door de BKR.
Wij helpen u wel
Let op, Geld lenen kost geld."
Let op, Geld lenen kost geld."
Zo staat er schreeuwerig in de rechterkolom naast mijn mailbox. Ja, ook iets met 'stijlvolle lingerie', 'passie voor techniek' en nog meer vaags, zodat ik me afvraag hoe gmail eigenlijk mijn post scant. Maar dus ook reclame voor het krijgen van leningen buiten 'Tiel' om, alwaar het Bureau Kredietregistratie (BKR) is gevestigd. Voor de goede orde; wie dáár éénmaal als wanbetaler te boek staat, krijgt geen lening meer. Geloof ik.
En daar wordt ik dus enorm pissig van. Van dat soort reclame. Ja, ik ben ouderwets. En daar schaam ik me niet voor. Want als je vandaag geen geld hebt voor een nieuw bankstel of de laatste I-pod, heb je dat morgen óók niet. Sterker nog, voor dat bankstel of die I-pod betaal je op afbetaling het dubbele. Als het niet meer is. Dom, onnodig, maar ook reuze lucratief. Althans, voor degene die daar leningen voor verstrekt. En dat vind ik dus hufterig. Het verstrekken van -lees: geld verdienen met- leningen die mensen niet kunnen aflossen.
Want dat bankstel krijgt geen babybankstelletjes die je kunt doorverkopen. Het mijne niet althans. Nu is het verhaal van mijn bankstel ook wel wat apart, want dat is niet van mij, noch van de bank van lening, maar van mijn oudste zoon. Die de complete inrichting van zijn driekamerflat, na twee jaar op zichzelf te hebben gewoond, hier heeft geparkeerd. Met hemzelf erbij. Reuze gezellig hoor, daar niet van. Maar wel een beetje inschikken.
Sinds drie maanden leven we hier al klauterend over de dozen. Een goede les in het leren weggooien van oude meuk. Maar ondanks de tochten naar de stort en de kringloop, het bijtimmeren van planken aan elke muur die dat toelaat, is het hier nog steeds behoorlijk vol. Tot overmaat van ramp kwam ondergetekende deze zomer ook nog op het lumineuze plan om aan elk van haar drie zoons een poezenbeest kado te doen en zie daar: Villa Kakelbont is compleet. Er ontbreken alleen nog een aap en een paard.
Want dat bankstel krijgt geen babybankstelletjes die je kunt doorverkopen. Het mijne niet althans. Nu is het verhaal van mijn bankstel ook wel wat apart, want dat is niet van mij, noch van de bank van lening, maar van mijn oudste zoon. Die de complete inrichting van zijn driekamerflat, na twee jaar op zichzelf te hebben gewoond, hier heeft geparkeerd. Met hemzelf erbij. Reuze gezellig hoor, daar niet van. Maar wel een beetje inschikken.
Sinds drie maanden leven we hier al klauterend over de dozen. Een goede les in het leren weggooien van oude meuk. Maar ondanks de tochten naar de stort en de kringloop, het bijtimmeren van planken aan elke muur die dat toelaat, is het hier nog steeds behoorlijk vol. Tot overmaat van ramp kwam ondergetekende deze zomer ook nog op het lumineuze plan om aan elk van haar drie zoons een poezenbeest kado te doen en zie daar: Villa Kakelbont is compleet. Er ontbreken alleen nog een aap en een paard.
Met de teruggekeerde zoon en zijn huisraad, kwam er ook een brief van de gemeente. Of ik soms wist waar meneer uithing. Het adres dat bij hen bekend was, werd onbewoond aangetroffen.
Hoe slim!, dacht ik stiekem. Want hij wéét dat het mij niet lukt om me te laten inschrijven op het adres waar ik feitelijk woon. Door bij mij in te trekken, lost hij gewoon op in het niets. Maar da's gemeen gedacht van mij, want hij kon geen kant op. Dus als rechtgeaarde burger noteerde ik keurig het adres, postte dit in de bijgeleverde retourenvelop en ziedaar, opeens wisten de zorgverzekeraar, telefoonaanbieder, het waterschap, de hogeschool en al die andere mensen die hem diensten hadden geleverd dit 'spookhuis' wonderwel te vinden. Nú wel. Want ze wilden geld zien. Veel geld.
Daar kwam ik achter doordat ik mijn kont hier inmiddels weer enigszins kon keren, en zo stuitte op zijn stapels ongeopende post. Die ik ongevraagd opende (Nee, niks 'foei!', soms móet dat gewoon). Niet fijn. Zulke oude lijken in huis.
En hoewel ik van mijn eigen administratie soms een behoorlijke puinhoop maak en ook de term 'financiële planning' als een prachtig buitenaards wezen zie, kan ik met een gerust hart zeggen dat ik tenminste geen schulden (meer) heb. Met uitzondering van het blok aan mijn been van dit huis dat niet bestaat. Maar intussen ben ik volledig ingewijd in het domein der dwangbevelen, deurwaarders en dagvaardingen. Want, zo moge duidelijk zijn, ik liet het niet bij het openen van zijn post alleen. Wat hij er zelf van vond? Ach, na wat initieel gesputter, liet hij het dankbaar gebeuren. Het geld dat hij verdient met het koken voor allerlei bobo's ("Mam, weet je wie er vandáág in de zaak kwam eten?") levert hij wekelijks bij me in en ik maak het geld keurig over, overeenkomstig de betalingsregelingen die ik trof met zijn schuldeisers.
So far so good. Maar ik was dus boos. Want tussen die post en óók als je inlogt op de site van je bank en dus óók als ik mijn digitale postvak open, tref ik daar lekkermakende reclame voor allerlei leningen. 'Wij helpen u wel'.
Me reet!
Vooral jongeren kunnen zonder slag of stoot duizenden euro's lenen of in de min staan. Best handig. Ze gaan niet zo snel dood, geven geld uit als water (in politieke termen: 'hebben vertrouwen in de economie') en als het echt te gortig wordt, springen de -vermogende- (groot-) ouders wel bij. Die laatsten zijn meestal zelf grootgebracht met het spáren voor dat bankstel, en hebben dus wat achter de hand. Kortom, jongeren zijn een feest voor iedere zichzelf respecterende geldverstrekker. Prachtige melkkoeien. Want zo'n 'zakgeldspel' voor 'het besef van geld' is natuurlijk goed bedoeld en ook het Nibud probeert heroïsch iets aan budgetvoorlichting te doen, maar we hóren helemaal niet te sparen. We moeten geld úitgeven. En wel nu. Dat is goed voor de economie (whatever that might be).
Dus 'Wij helpen u wel'. Met de mogelijkheid om de nieuwste gadgets te kopen, waar u gelukkig van denkt te worden. Of om de buren mee af te troeven. Of beide. Maar waarvoor u geen middelen heeft. Maar wij helpen u wel. Helaas zijn we genoodzaakt u het dubbele te laten betalen. Maar nu kunt u fijn vanaf uw bankstel op uw nieuwste I-pod stemmen op uw favoriete Idols-Soyouthinkyoucandance-X Factor-ThevoiceofHolland. Welnee, dat zijn géén belspelletjes, die zijn immers verboden. Want mensen moeten natuurlijk níet denken dat ze als domme melkkoe worden gezien.
Wij helpen u graag.
Uit zuivere naastenliefde.
De hufters.
(wordt vervolgd)
Hoe slim!, dacht ik stiekem. Want hij wéét dat het mij niet lukt om me te laten inschrijven op het adres waar ik feitelijk woon. Door bij mij in te trekken, lost hij gewoon op in het niets. Maar da's gemeen gedacht van mij, want hij kon geen kant op. Dus als rechtgeaarde burger noteerde ik keurig het adres, postte dit in de bijgeleverde retourenvelop en ziedaar, opeens wisten de zorgverzekeraar, telefoonaanbieder, het waterschap, de hogeschool en al die andere mensen die hem diensten hadden geleverd dit 'spookhuis' wonderwel te vinden. Nú wel. Want ze wilden geld zien. Veel geld.
Daar kwam ik achter doordat ik mijn kont hier inmiddels weer enigszins kon keren, en zo stuitte op zijn stapels ongeopende post. Die ik ongevraagd opende (Nee, niks 'foei!', soms móet dat gewoon). Niet fijn. Zulke oude lijken in huis.
En hoewel ik van mijn eigen administratie soms een behoorlijke puinhoop maak en ook de term 'financiële planning' als een prachtig buitenaards wezen zie, kan ik met een gerust hart zeggen dat ik tenminste geen schulden (meer) heb. Met uitzondering van het blok aan mijn been van dit huis dat niet bestaat. Maar intussen ben ik volledig ingewijd in het domein der dwangbevelen, deurwaarders en dagvaardingen. Want, zo moge duidelijk zijn, ik liet het niet bij het openen van zijn post alleen. Wat hij er zelf van vond? Ach, na wat initieel gesputter, liet hij het dankbaar gebeuren. Het geld dat hij verdient met het koken voor allerlei bobo's ("Mam, weet je wie er vandáág in de zaak kwam eten?") levert hij wekelijks bij me in en ik maak het geld keurig over, overeenkomstig de betalingsregelingen die ik trof met zijn schuldeisers.
So far so good. Maar ik was dus boos. Want tussen die post en óók als je inlogt op de site van je bank en dus óók als ik mijn digitale postvak open, tref ik daar lekkermakende reclame voor allerlei leningen. 'Wij helpen u wel'.
Me reet!
Vooral jongeren kunnen zonder slag of stoot duizenden euro's lenen of in de min staan. Best handig. Ze gaan niet zo snel dood, geven geld uit als water (in politieke termen: 'hebben vertrouwen in de economie') en als het echt te gortig wordt, springen de -vermogende- (groot-) ouders wel bij. Die laatsten zijn meestal zelf grootgebracht met het spáren voor dat bankstel, en hebben dus wat achter de hand. Kortom, jongeren zijn een feest voor iedere zichzelf respecterende geldverstrekker. Prachtige melkkoeien. Want zo'n 'zakgeldspel' voor 'het besef van geld' is natuurlijk goed bedoeld en ook het Nibud probeert heroïsch iets aan budgetvoorlichting te doen, maar we hóren helemaal niet te sparen. We moeten geld úitgeven. En wel nu. Dat is goed voor de economie (whatever that might be).
Dus 'Wij helpen u wel'. Met de mogelijkheid om de nieuwste gadgets te kopen, waar u gelukkig van denkt te worden. Of om de buren mee af te troeven. Of beide. Maar waarvoor u geen middelen heeft. Maar wij helpen u wel. Helaas zijn we genoodzaakt u het dubbele te laten betalen. Maar nu kunt u fijn vanaf uw bankstel op uw nieuwste I-pod stemmen op uw favoriete Idols-Soyouthinkyoucandance-X Factor-ThevoiceofHolland. Welnee, dat zijn géén belspelletjes, die zijn immers verboden. Want mensen moeten natuurlijk níet denken dat ze als domme melkkoe worden gezien.
Wij helpen u graag.
Uit zuivere naastenliefde.
De hufters.
(wordt vervolgd)
Abonneren op:
Posts (Atom)