Posts tonen met het label vismarkt. Alle posts tonen
Posts tonen met het label vismarkt. Alle posts tonen

zaterdag 19 maart 2016

Mazzeltov, Singer en andere verborgen verhalen

Voor het eerst schaam ik me enigszins. Om met mijn werkkleding nog aan, door mijn tweede huiskamer, de Vismarkt te banjeren. Maar het moet. Ik parkeer mijn klusbus op de Hoge der Aa en been naar de kaasdame. Twee platte stukken belegen wil ik. Om kaasletters van te snijden. Voor mijn vroegere schoolvriend die vandaag gaat trouwen. Bij Jan en Paula haal ik nog snel wat venkel en ren dan terug richting bus. 

In die paar minuten binnenstad zuig ik me vol nieuwe indrukken. Dan vervaagt de haast en doe ik hetzelfde als Adriaan van Dis, Kees van Kooten en Saskia Noort gister in 'Kijken in de ziel ' zeiden. Indrukken opschrijven. Ingevingen noteren. Al zal ik er later zelden iets mee doen. Ook omdat het uitwerken van de krabbels om concentratie vraagt, om afzondering. Om een omgeving zonder zelfs maar de mogelijkheid gestoord te kúnnen worden. Te midden van alle indrukken las ik op de deur van Van de Velde de aankondiging dat hij zou signeren. Helaas precies in het uur dat ik op het stadhuis zou zijn.

Maar die middag, na menig lofzang op de liefde -'je bent niet ván elkaar maar je bent er vóór elkaar- en het scanderen van 'mazzeltov', snelde ik alsnog naar Jelle Brandt Corstius. En ja, hoe gaat dat met een BN-er, waarvan iedereen de naam al kent, dan vergeet je jezelf voor te stellen. Ik knalde er gelijk in 'of hij mijn manuscript nog had gelezen?'  Waarover ik met 'm sprak na afloop van 'De nacht van de geschiedenis' in de tegenovergelegen A-kerk. Waar hij één van de sprekers was.     


Ach ja. Schrijven. Gelezen worden. Het gaat toch om de verhalen. Om het zien. Van de hippiemoeder die voorovergebogen in haar fietskar kijkt. Terwijl gehuil van haar peuter weerkaatst tegen de gevel. Uit haar biotas steekt verlept wortelloof.
Een snelle blik in de winkelruit toont me een glimp van het zusje van mijn Singer, uitgevonden door een immigrant wier ouders vast van muziek hielden. Weerspiegelingen. Verhalen. Ze woekeren aan een boom in mijn hoofd. En wat zou er schuilgaan achter de 'Heren en dameskapper' met een porseleinen pot 'cetaceum' in de hoge etalage? Een etalage die sinds een halve eeuw onaangeroerd lijkt. Op de kade bij de Hoge der Aa zit een marsmannetje voor een schip. Beelden waar niemand op wacht. Woorden waar niemand wat aan heeft. Maar waar ik niet zonder kan.

Het was een mooie bruiloft.
Op de receptie luisterde ik naar verhalen van nazaten.
Tweede wereldoorlog, arbeidseinsatz, Hamburg, vrouwen, Groningen.
In de gang hing een foto van een verwoest huis in de Oekraïne.

Jelle gaf me een handtekening.
Ik had inmiddels andere kleren aan. Een jurk.
Gekregen van een nakomeling van Indianen. Tevens kind van gelukszoekers uit Ierland, Italië en Nederland. Mijn volgende boek gaat over haar.

maandag 10 augustus 2015

Daar gaat mijn imago van alleskunnend alleenstaand ondernemend ouder

In de zeven jaar dat ik mijn brood verdien met klussen was me dit nog niet eerder overkomen. Althans, ik had uiteraard wel vaker met een hamer misgeslagen, maar dat had nooit meer dan een van blauw naar paars naar geel verkleurende nagel tot gevolg gehad. Nooit eerder brak ik een kootje. Maar nu wel. Zo zei de radiolooog.

Daags voor ik mijn duim op het hardhouten aambeeld legde, las ik een artikel over de diverse mogelijkheden om je als éénpitter te verzekeren tegen arbeidsongeschiktheid. Het bleef bij lezen.

En daartoe ben ik nu weer veroordeeld. Tot lezen. In de wachtkamer van huisarts, radioloog en spoedeisende hulp spelde ik de huwelijksperikelen van celebrities die ofwel hun lief betrapten op vreemdgaan of het na een tijdje weer goedmaakten. Ik weet nu alles over hoe Onassis op zijn tachtigste zowel Jackie Kennedy als Maria Callas op zijn yacht het bed in kreeg en ook de affaires van François Hollande zijn voor mij geen geheimen meer. Van recenter datum waren de 'interviews' met jonge meiden in de Viva. Of was het de Vriendin? Over hun onderscheid tussen 'daten' en 'een relatie'. Waarbij het dan gek genoeg bij dat daten toch niet de bedoeling is dat je ene date je met een andere 'date' signaleert. 

Genoeg roddellectuur. Tijd voor serieuzer zaken. In het zonnetje voor het ziekenhuis overdacht ik hoe dat nu moest. Met mijn werk en zo. Vragend keek ik om me heen of er ook rokers waren. Niet om wat te bietsen, maar om voor mij een shagje te draaien. Want met één duim is dat lastig. Net als veters strikken, een elastiekje in je haar doen, een beugelflesje Glosch openen of een pot verf. Ramen monteren, draden strippen, een deur afhangen.
Ik wist het even niet meer. Voelde me onthand. Stapte uit arren moede in een bus waar 'Grote markt' op stond. Dat was weliswaar slechts vijf minuten lopen. Maar zielige mensen mogen met de bus. Deze bus ging inderdaad de stad in. Via Selwerd, Paddepoel en zelfs tot het eind van de campus van Zernike, zes kilometer buiten het centrum. De weinige inzittenden keken elkaar vragend aan toen er zelfs 'Veendam' op het scherm verscheen. Toch fijn van die norse chauffeur om mij nog wat bedenktijd te geven: 'U bent toch al in de stad?!' Ik moest me inhouden hem geen opgestoken duim toe te werpen.
 
Als troost struinde ik bij van de Velde (wat een prachtige winkel!) alle boeken af die mijn veellezer  Kees (11) zou kunnen waarderen. Toch koos ik bij de warme klanken van Omara Portuondo (si llego a besarti) voor de bijbel. Een dwarsligger. Hoewel er al een ongelezen bijbel in mijn kast staat. Maar dit is er één voor ongelovigen. 
'Is het een kadootje?' 'Ja, voor mezelf.' 'O, voor je duim.' 'Nee, ik ben bijna jarig.'
Maar nu nog even niet.

Gewapend met de bijbel van Guus Kuijer trakteerde ik mezelf ook nog op koffie met taart. Tegenover het prachtige pand waar ik drie jaar geleden een aantal klussen deed. En iemand me voor ideale vrouw uitmaakte.
 
Niet aan denken. Eerst genieten. Met moeite sloeg ik de flinterdunne bladzijden om.
 
Toen de A-kerk vier uur sloeg, stond ik op en kocht op de markt overmoedig nieuwe slaplantjes. Maakte een praatje met de postbode. Een ander soort vriendin dan in de wachtkamer. Maar relaties zijn ook in het echte leven geliefd onderwerp van gesprek. We zijn beiden weer single. Aan de andere kant van de Vismarkt brachten vier jonge jongens een virtuoos jazzstuk ten gehore. Naast lezen is ook luisteren met negen vingers prima te doen. 'This is music from my country, from Brazil', riep de vrouw naast me euforisch, terwijl ze -met een blik op haar dochtertje- haar swingen bedwong. Het tweede nummer dat werd ingezet stopte abrupt. De vrouw naast me zong het verder en vroeg de band om vooral door te spelen. Ik wees haar op de contrabassist. Die trok het niet. Met een vertrokken gezicht bekeek hij zijn vingers. Waar tape omheen zat. 
Gedeelde smart heeft ook wel wat.


donderdag 6 september 2012

12345


Het had me zo leuk geleken om dat te zien.
Net als in de auto, wanneer de teller langzaam naar een rond getal kruipt.
Wat zei ik daar?
'kruipen'?
Geen kilometer- of gasmeter die dat nog doet, mens! Niks geen knus draaiende wieltjes meer met cijfers, maar stille steriele displays. Net als op dit blog, met de bezoekersstatistieken. Want dat was het waar ik het had willen zien. Dat getallentrappetje.


Vanmorgen zag ik dat het vandaag ging gebeuren. Maar op het moment suprême was ik er niet.
Hoewel dat natuurlijk ook best archaïsch klinkt. 'Er zijn'. Alsof dit blog een dagboekje onder mijn kussen is. Waar ik naar toe zou moeten om het te kunnen zien, voelen of ruiken.

Maar toch zag ik het niet. Want nu staat er: 12367. En dat ziet er toch veel minder strak uit.  'Eéntweedriezeszeven'. Dat bekt als Berend Botje op de Paralympics.

Daar waren we trouwens vorige week even. Nee, niet in Londen, maar in Zuidlaren. En we zouden misschien ook wel naar Londen kunnen. Want ik schuifelde met Leo door het zand om megaletters te maken en intussen probeerden we te ontsnappen aan de vele agressieve wespen. Best vermoeiend. Zou zo een Olympische sport kunnen worden. Beach biathlon.

Je leest het goed, ik ben niet zo van de sport. Maar als je net die dag kwam aanvliegen op Eelde, kon je vanuit de lucht, op het strand van het Zuidlaarder Meer 'HOI, HOE GAAT HET?, lezen. Ik werd trouwens toch gestoken. Ook dat schijnen sportende gehandicapten te doen. Prikken ze even in hun ballen voordat ze moeten presteren. Om de bloeddruk te verhogen. Het heeft ook een naam. Maar die vergat ik. Wel onthield ik dat het niet mag en dat controle lastig is.

Gewoonlijk mag ik van Leo nog geen mier doodtrappen, maar nu schudde hij met duivels genoegen het lege pak sap heen en weer waarin ik drie wespen had gevangen. Om ze vervolgens in de hitte te laten stikken. En nu we het toch over beesten hebben: Gisteravond struinde ik de hele buurt af om Anna terug te vinden. Zoals één van de katjes heet die ik, zoals ik me voor de vakantie had voorgenomen, in huis heb gehaald. Ik sloop door stegen, tuinen en loerde onder geparkeerde auto's. Ik riep en vroeg aan Tjechische en Engelse passanten of ze Anna hadden gezien. Nou ja, dit is ook al niet spannend meer. Op naar de ontknoping dan maar:

Het buurmeisje trok de la onder Kees bed open en greep vol in de stront: 'Raak'! Anna zat er achter.


Ik snap nu ook waarom hetzelfde buurmeisje even tevoren mijn vieze kleren uit de machine trok en mij op het hart drukte om altijd de was na te kijken voordat ik het deurtje dichtdeed. Beter een wesp in een pak dan een kat in de was. Hoewel sommige mensen zelfs hun kind in de kliko doen. (=leuke link, niks lugubers)






donderdag 7 juni 2012

Occuperry

8.45 u. Donderdagochtend. Gewapend met mijn beitels fiets ik langs de vismarkt. Waar tentjes staan.
Niet één of twee, maar wel tien, twintig. Terwijl ik me in het fietsspitsuur al slalommend een weg baan naar de plek waar ik mijn gereedschap weer scherp kan slijpen, overpeins ik het tafereel. En trek conclusies. Ongewild.

Tenten? Binnenstad? Dat is vast van de occupybeweging. Maar die stonden toch op dat veldje achter de mediamarkt? Met een hek er om heen en al? Zouden ze daar zijn weggejaagd? Er stonden wel 's bloemetjes buiten, en een in het gras geprikt bordje met: 'Als het milieu een bank was, was het al lang gered'. Of zoiets. Een klant van mij, die net is verhuisd naar een koophuis (ja zeker lieve lezers, er zíjn mensen die heden ten dage een huis kópen), en er van baalde dat ze haar pas gelegde, gave laminaat uit haar huurwoning moest slopen, gaf het toen maar aan de occupiers kado. Die waren er erg blij mee, zei ze. Maar ik vroeg me af, toen ze dit vertelde terwijl we de stand van zaken van de badkamer in haar nieuwe woonst doorspraken, wat moet men in vredesnaam in een tènt met laminaat? Of zouden ze het willen opstoken? Zal wel gaan stinken dan.

Ook dacht ik, op deze dag waarop het volgens de radioweermannen tien graden kouder is dan het moet zijn; 'wat moet een occupymens nu met zulke dure schoenen, zo'n nette jas?' En de tenten oogden ook al zo strak en nieuw. Occupiers waren toch meer van die rasta-, geitenwollen- en Chileens macramé types? En hoe moet dat morgen nu met de markt? Wordt zeker tussen de tentjes door opgebouwd. Of zo. Misschien is occupy wel synoniem voor 'dwalend rijkeluiskind dat met drie voortijdig afgebroken studies -'Het voelde niet oké, weet je'- plots de wereld wil redden met behulp van een dikke oudertoelage'. Maar dat ondertussen, na een koude natte winter in een klamme tent, zo enorm verlangt naar een echt huis, dat zelfs laminaat leggen in een tént een optie is. Zoiets dacht ik dus. In die drie seconden dat ik langs de markt fietste.

In de werkplaats besloot ik zelf de decadente klusser uit te hangen en de beitels te láten slijpen.
 
Heen en terug naar mijn werk nam ik via de autoradio kennis van wat er zoal werkelijk gebeurt in Groningen. Rond de beide markten. Er is geld tekort. Dus moet òf de herinvoering van de tram òf de aanpak van de zuidelijke ringweg worden geschrapt, burgemeester Rehwinkel zal vanmiddag de eerste Duitstalige gids voor Groningen presenteren bij het VVV-kantoor en het college van B&W wil dat de 'warenmarkt' (ik leer elke dag nieuwe woorden bij, even herkauwen hoor: 'wárenmarkt') op de Grote markt binnen vijf jaar zal verdwijnen. Ook hoor ik dat een grote tent van occupy kort geleden afbrandde. Dat zet mijn hersenkronkel omtrent het opstoken van laminaat in een iets ander daglicht. Deze hele alinea kan natuurlijk weg, iets met 'kill your darlings' of zo. Ik laat het lekker toch staan. Leuk voor later (waar gáát dit over?). Ik moet nog veel leren. Beitels onder een goede hoek slijpen bijvoorbeeld. Ook wat schrijven door te schrappen. Ook qua titels. Die mag de clou natuurlijk niet verraden. O ja, een clou. Een plot. Ook donderdagen hebben natuurlijk een middag. Waarop kinders èn beitels moeten worden opgehaald van leer- en werkplaats.

13.45 uur. Ik fiets opnieuw door de stad langs de Vismarkt. De tenten staan er nog. Naast elke tent wappert een rode vlag. Met witte letters. De stadscamping blijkt een actie te zijn van een plaatselijke sportzaak. Om zo haar nieuwste vakantieonderkomens onder de aandacht te brengen. Vanmorgen speet het me nog dat ik geen foto kon maken. Nu ben ik blij dat ik nog steeds geen camera heb. Had ik toch bijna gratis reclame gemaakt voor Occuperry Sport.