Posts tonen met het label zomer. Alle posts tonen
Posts tonen met het label zomer. Alle posts tonen

dinsdag 20 augustus 2019

Sociaal medium

Hij houdt de kinderwagen stil en kijkt dan aandachtig naar de hand die de vrouw naast hem, ik vermoed de moeder van het kind in de kar, onder zijn gezicht houdt. Ze mompelen wat, hij pulkt wat, maar de splinter krijgen ze er niet uit. Ik groet hen in het voorbijgaan. Zo doet men dat hier. 

Wandelend langs robuuste afdakken, Ikea-hangstoelen en een werkloze trampoline kijk ik omhoog langs de gevels, die met speelse tinten bruin in punten uitlopen. De huizen zelf zijn ongelijk langs de rooilijn gezet. Wat nieuw is moet oud lijken. We zitten hier vlakbij de Groningse gasbel, maar ze zullen vast niet gaan scheuren. Want onder de jaren-dertignostalgie zitten dikke isolatieplaten en prefab betonplaten. 

Men kan hier kennelijk ook zelf een huis bouwen. Zo maak ik op uit het scheefhangende bord met naast allerlei verboden en waarschuwingen ook de boodschap om materialen alleen op de eigen kavel te plaatsen. (Je zal maar burenruzie krijgen voordat de eerste steen,...eh, eerste plaat geplaatst is.)

Achter een hek staat tussen manshoog onkruid een rode kraanwagen. Boven het naastgelegen weiland hangt een luchtballon schijnbaar roerloos in het avondlicht. De kraanwagen doet me denken aan Pluk van de Petteflat, de ballon aan Pippi Langkous. De held en heldin uit mijn jeugdboeken. Waar men hasselbramen van een kluizelaar at om aardiger, speelser en minder netjes te zijn. Waar een torenkamer (Pluk) en een landhuis (Pippi) werden gekraakt. Pippi had een aap en een paard op haar veranda en vluchtte in een luchtballon voor twee gezagsgetrouwe dienders. Pluk hield het bij een kakkerlak en was maatjes met de vogels die bouwtekeningen onderscheten. 

De dieren die ik hier tegenkom zijn allen hond. Ook de kinderen worden allemaal keurig begeleid. Op hun loopfietsje, of vissend aan de waterkant. Waar twee meisjes pielen met een emmertje. "Nee, geen zand er in doen", "Jawel, een beetje maar", en het blootsvoetse meisje schept met haar handen wat aarde weg van de jonge aanplant. Dan bemoeit de moeder zich er mee. Bij elk kind is steeds een oplettende ouder in de buurt. Of het moet het nors kijkende meisje zijn dat me met haar oortjes in voorbij beent. Ze trekt een paar bladeren van een treurwilg. Handig in zo'n nieuwbouwwijk, zo'n boom die een beetje vlot groeit, kan die meid ook haar agressie kwijt. 

Misschien is ze met haar vader, stiefmoeder hierheen verhuisd en wilde ze eigenlijk niet mee. Maar vijftienjarigen hebben geen keus. Nu ziet ze niets dan kinderwagens, poedelende peuters en alweer een slinger voor een nieuwgeborene. Zo te horen zijn er meer mensen die zich moeten uitleven;  verderop zetten drie motoren het gas vol open op een weg waar je slechts zestig mag. Opgeschoten jongens of, -de prijs van een motor in acht nemend- , midlife mannen wiens kinderen de deur uit zijn en die hun vrouw niks meer te vertellen hebben. Als het geluid van de herrieschoppers wegsterft, klinkt het rustig zoemen van grasmaaiers en het trillen van de heggenscharen. Elke tuin is goed getrimd.  

Als ik de wijk uitloop zie ik aan de rand van het fietspad rookpluimpjes van zand, sporen van de zomerse stortbui van vanmiddag. Tussen de pluimpjes boort het gras zich door het asfalt. Er is hier geen stoep en ruimte om die ooit aan te leggen ontbreekt want links en rechts loopt een sloot. De mij tegemoetkomende fietsers hebben vaker wel dan niet een accu. Hun snelheid weerhoudt hen, en mij ook, van een groet. Akoestische fietsers groeten wel. 

De zon werpt nog even lange schaduwen en verstopt zich dan achter de hoge bomen van mijn eigen wijk. De ook ooit kaal was en vol kinderwagens, loopfietsjes en slingers. De kat die me anderhalf uur eerder nakeek vanuit het gras in een verlaten speeltuin, volgt me met zijn kop nu in omgekeerde richting. 

Thuis doe ik mijn schoenen uit en kijk waar online Nederland zich in mijn afwezigheid druk om heeft gemaakt. Een zeker Angela is in Limburg uit de bus gezet vanwege haar boerka, een presentator is bedreigd omdat hij Turkije een kutland noemde en tot slot zijn vluchtelingen die op familiebezoek gaan in hun geboorteland toch wel het ultieme bewijs dat er van gerechtigheid en beschaving niets meer over is in ons land!

Een avondwandeling in je ééntje is wellicht geen al te sociale bezigheid, maar wel een mooie manier om te zien dat het met die teloorgang van Nederland wel meevalt. Hoewel,.... de kans dat de bewoners die niet op straat waren, genoeglijk vanaf de bank op hun smartphone hel en verdoemenis zaten te typen, is niet onwaarschijnlijk.

zondag 24 juli 2016

Kijken naar wat kwijt lijkt

De bril van mijn moeder is vaak kwijt. En die van mijn tante. En die van hun moeder ook. Wat zeg ik? Die oma was zelfs eens haar gebít kwijt. Toen we haar eens hadden meegetroond naar een Franse blootjescamping. Het gebit kwam weer boven water. En de brillen meestal ook.

De bril van mijn vader is nooit kwijt. Hij heeft 'm altijd op. Hoewel in één van de twee glazen gewoon glas zit. Want hij mist op zijn beurt dan weer een oog. Foutje met een schaar in zijn jeugd. Ook zijn kunstoog raakt hij nooit kwijt, dat ligt gewoon elke dag in een zakdoek onder zijn kussen. Wat misschien wat creepy klinkt, maar wat mijn zus en ik als kind doodnormaal vonden.

Nu ik zelf gestaag richting de vijftig ga, wordt ook mijn zicht minder. Al heb ik nog wel beide ogen. De onlangs aangeschafte varifocus bril is dan ook een prachtige prothese. Onmisbaar voor als ik uit het raam leun om scharnieren uit te beitelen in het kozijn van een dakkapel maar ook niks wil missen van wat er zich zes meter onder mij afspeelt. Of bij het hanteren van de haakse slijper. Als ik 'per ongeluk' vergeet een veiligheidsbril op te zetten. Maar in mijn vrije tijd is zo'n ding soms lastig.

Vooral in die gevallen waarbij je ontdekt dat ie er niet meer zit. Op je neus. En je juist na een lange werkweek met drie boeken én de zaterdagkrant aan de waterkant bent neergestreken. En, dat is nog het meest verontrustende, je even te voren een duik nam in het troebele water. Wat je nooit doet. Maar het water was dit keer zo heerlijk pislauw. En de eveneens in drievoud meegekomen puberjongens leken zich ook nog te laten overtuigen door moeders duik. Zodat ik hoopte om voor het eerst deze week ongestoord een hele bladzijde en/of artikel uit te kunnen lezen zonder een verdwaalde bal op hoofd.

Tegen beter weten in schuifelde ik nog wat heen en weer over het baggerzand in het ondiepe water. U kent dat wel. Van dat water waar je op twintig centimeter diepte al niks meer ziet. Laat staan een bril. Eén van de jongens bood nog aan om even voor me naar huis te fietsen om te kijken of ie daar misschien nog lag. Hoe lief.

Maar zonder bril. Zonder boek. Zonder krant en zonder medebadgasten was er ook genoeg te zien. Zwemmende jongens. Een reiger, meeuwen en een kiekendief. Twee zwemmende oma's. De stadsbus aan de overkant en langs wandelende groepjes mensen. Die ook iets zochten. Wat ik niet kon zien. Zelfs niet als ik mijn bril had gehad.

Beestjes. Monsters, De pubers zeiden giechelend dat ik een beetje op een .... god hoe heet dat Pokemon beest nou? Die dik schijnt te zijn en schattig. Ik vond het allemaal best. Ik keek, En zag. Er werd gebasketbald om chips en naar de overkant gezwommen. Zonder leesvoer was ik degene die als eerste uitbundig zwaaide.

Thuis dirigeerde ik de jongsten zonder te douchen naar bed. Ook geen verplichte tekencontrole meer. Ik viel uit mijn rol van schattige dikke Pokemon en zei hardop: 'Ik ben niet blij'. Chagrijnig hing ik bij zoon Leo op schoot voor de buis en fantaseerde over een nachtelijke tocht naar het meertje. Met schepnet. Toen zette Leo, met een nauwelijks onderdrukte grijns, mijn mooie rode bril weer op mijn neus. Hij lag nog in de badkamer. Moeder zijn is soms best fijn.







zaterdag 16 juli 2016

quinze juillet

Tussen Anouk, Willy Chirino en Billy Joel door groeien druiven. Ook de hortensia is prachtig paars. Van de paprikaplantjes is weinig over maar ik plukte vanavond wel een kilo kruisbessen. 'Uva spina' wordt die in Italië genoemd. 'Druif prik'. Mijn armen zitten nu vol krassen.

De muziek is niet voor mij bedoeld. Maar ik geniet er van. Wellicht omdat ik zelf geen behoorlijke stereo heb. Of geen goeie cd's. Of spotify nog niet heb uitgevogeld of een zender gestreamd en niks podcast.

Vierentwintig uur geleden vierde Frankrijk feest. Quatorze juillet. Ironisch genoeg op de verjaardag van een bestorming. Het vuurwerk was voorbij. En toen werden feestgangers omver gemaaid met een truck. Waarin naast een gewelddadige vader van drie kinderen ook een geweer lag. En zijn fiets. Want ook moordenaars fietsen.

Dwars door de liedjes heen vliegen zwaluwen. Nog net niet zo hoog als de zilveren vogel erboven. Die vast niet over de Oekraïne vliegt. En vast ook niet over Turkije. De Boeing vangt het laatste licht van deze zaterdag.

Misschien is dat de reden dat ik geniet van de feestende kakafonie om me heen. Mensen willen dansen, zingen, feesten. Lol maken. Met anderen. Voor anderen. Omdat het fijn is. 

Mijn vriend komt terug van een avondje uit eten met zijn ex en hun jongens. Hij fietst de tuin in en gaat naast me zitten.Ik voer hem verse kruisbessen en bosaardbeitjes. Drie jaar geleden keken we in Frankrijk met onze jongens naar vuurwerk. Er was een brug. Er was een luchtkussen. Wij sprongen en lachten met ons zeskoppige samengestelde gezin tot het bijna leeg was. Daarna kropen we, doorrookt van het kampvuur, dicht tegen elkaar aan in de tent.

Op de achtergrond hoor ik Kenny B.

Een frisse morgen in Parijs.


dinsdag 2 juli 2013

Homo's zijn hot

Ik heb geboekt. Je weet wel, bij die spotgoedkope vliegmaatschappij, waar je je eerst door allerlei verleidingen moet ploegen voordat je een ticket hebt bemachtigd. En dan, als je denkt klaar te zijn, je nogmaals moet bevestigen dat je echt zo'n malloot bent die niet, 'zoals de meeste mensen', spijt krijgt van het niet afsluiten van een reisverzekering/ huurauto/ extra koffer/ belgemak, whatever.
Maar dan heb je ook wat.
Kan ik voor vijftig euro heen en weer naar 'mi hermana' in Italië.

Ze schreef dat ze bij het eten even glimlachte, fantaserend dat zij en ik samen de boerderij van haar vermoorde man runden. En, voegde ze er aan toe, eigenlijk was dat nu al het geval. Want 'je smsjes houden me overeind, geven moed'.


Maar dit weekend was ik bij een ander prachtpaar. Net in de echt verbonden. Zij weten dat het er aan zit te komen dat straks een van hen alleen blijft. Want het K-spook in haar hoofd laat zich maar niet temmen. In mijn achteruitkijkspiegel zag ik ze samen lachend zwaaien, toen ik zondagmorgen als een van de laatsten de camping afreed. Niet alleen houden ze zielsveel van elkaar, ze kunnen ook nog eens goed ruzie maken. Da's ook een kunst.

Zaterdag was er na de stukjes en de zang een Afrikaanse band. Ik opperde voorzichtig wie er met mij de dansvloer op wilde. 'Alleen is veel leuker', zei iemand me als aanmoediging. Of dat waar was weet ik niet, want na mijn eerste schreden stonden er al gauw tien vrouw te dansen. En hoe gaat dat dan, hè, op feestjes waar veel verschillende 'googlekringen' zijn of mensen die niet elkaars FB-vriendjes zijn. Dan weet je alleen wat je in het echt ziet, hoort of ruikt. Je deo (of je rooklucht), je schoensmaak (of wiebeltenen), je kleur ogen (of het wegdraaien ervan).

Of wat iemand méént te zien. Ook leuk.
Want men moet elkaar wel kunnen plaatsen.
'Ken je hen van de voetbal/ volleybal/ werk/ studie enz.?'
En vervolgens : 'Goh, dat hoor je niet vaak zeg, lesbisch en niet sporten'. Prachtige stereotypering. En dat van iemand die van plan was geweest hetero's af te zeiken. Ik stelde me gewillig beschikbaar als pispaal, maar ik was, zo zei ze, geen goed slachtoffer. De weinige andere niet-potten schenen ook geen geschikt doelwit. Dus gingen we maar samen dansen. Tot tien uur. Want het was weliswaar zaterdag, maar het bleef toch een camping. Eén en van de bruiden probeerde nog: 'Van mij mogen jullie doorgaan, hoor.' Maar het mocht niet baten en de trommels werden ingepakt.

Maar een gitaar werd er wel bij gepakt en samen met echte vlammen maakten die de tongen los. Ongelooflijk, wat een gigabite aan songteksten zo'n vuurkorf ontmantelt. De eerder gezongen liedjes deden we nog eens dunnetjes over. En nog honderden meer. 'Het meisje van halve dagèn', 'Het meisje van zestien', 'Yesterday' maar ook Lou Reeds 'It's a perfect day' kwamen voorbij. En dat was het zeker.

We praatten over de nuances bij het afkraken van unversiteitslunches, Vietnam, Georgie en Griekenland, over stoma's en seks, over het aftoppen van tuinbonen, auberginesoep en Turkse koffie, over voetbal, hop, autisme, het kittten van badkamers, stinkende gauwe, lievevrouwebedstro en het puberbrein. En 's morgens verdween er zelfs een gouden erfstuk in de camping-gootsteen. Dat gelukkig weer werd gered.

Mijn tentstokken repareerde ik met een waslijn, een rol ducktape en een ijzerzaag. Het resultaat was dat men zich 's ochtends afvroeg wie er toch uit dat scheefgetrokken geval met twee dwars voor de ingang gespannen scheerlijnen zou kruipen. Voor een perfecte dag in het park voldeed ie prima. Ik wist nu ook weer, toen ik 's morgens om half zeven werd gewekt door zingende vogels, wat al het gehannes met kromme haringen, geplakte stokken en natte lucifers zo de moeite waard maakt.

Zoonlief nam vanavond afscheid van zijn tienertijd op de basisschool. Hij speelde zombie en zijn vriend speelde een zwangere negerin. Maar het mooiste was nog het huwelijksaanzoek dat twee meiden aan elkaar deden: 'Ja, weet je Trees, we zijn nu al zo lang samen hè, en we hebben het zo leuk, hè......' Als twaalfjarigen op toneel zelf zulke sketches bedenken, zit het met de homo-acceptatie wel snor.

Dat er vervolgens een vliegtuig crashte en de inzittenden op een onbewoond eiland vol zombies moesten overleven op kattenvoer is hopelijk minder profetisch is. En zo ja, dan kan ik alsnog spijt krijgen van het niet afsluiten van een reisverzekering.

zondag 5 augustus 2012

Waarom ga je?

(Een lezer schreef me dat de tekst hieronder door elkaar loopt. Na enige aanpassingen hoop ik dat het nu beter is. Zo niet, dan hoor ik dat natuurlijk graag. Dankjewel bentenge)

Op mijn in Frankrijk gebruinde armen vielen vandaag dikke regendruppels. Ik kreeg kippenvel. Even daarvoor scheen de zon. Ook op het vrouwelijk naakt dat ik zag staan op de kunstmarkt naast de Aa-kerk. De kunstenares had een steen met daarop de prijs van het werk vóór haar vagina geplaatst. Althans, dat neem ik aan, dat dat er achter zat, want ik liet de steen liggen. Ondanks het bordje, te midden van al de beelden, met: 'Aanraken mag'. Slechts één keer was de steen verlegd, zei de beeldhouwster lachend, door een homostel. Ze legde me ook het procédé uit van een ander beeld, dat van graniet leek. Na de mal van klei, het gips, het gieten, had het haar nog drie weken schuren gekost voordat het af was. Ik mocht haar aaien. Dus dat deed ik. Haar stenen billen waren zacht. 'Zat er veel frustratie of toch ook liefde in?', vroeg ik al aaiend. 'Liefde', was het voorspelbare antwoord.

Van de koopzondag maakte ik een kijkzondag. Want na de kunst, keek ik, vanaf een verder uitgestorven vijfde verdieping van de V&D, waarvan ik het bestaan niet wist, uit over een natte stad.
Het weekend begon met het wegtuffen van negenhonderd kilometer door de nacht. Na wat dutjes de dag erna, volgde het uitzwaaien van de vier kinderen die me de afgelopen twee weken gezelschap hielden. Om af te kicken keek ik de rest van de dag kinder-tv: Shrek 2 en I-Carly. En dankzij het jeugdjournaal weet ik weer hoe verschillend de levens van kinderen in Nederland zijn. Er zijn er die jarenlang wachten in AZC's, boerenkinderen die in de pas moeten leren lopen op een kalverenkeuring en sommigen gaan 's zomers met hun ouders naar het truckerfeest om er caravans achter een vrachtauto over de kop te zien vliegen. Hoe divers.

En toen dacht ik, misschien wordt tegenwoordig niet elke slagerszoon meer slager, maar je bagage hangt toch nog steeds vooral af van je thuis,  of van het gebrek hieraan. Over slagers gesproken, of, op z'n Vlaams, beenhouwers, 'Een slagerszoon met een brilletje' is een mooi  boek van Tom Lanoye. Voor wie het nog niet las. Doen! Of 'Kartonnen dozen'. Vermakelijk. Onderwerp? Hoe kan het ook anders: De liefde.

Na Schrek zag ik Australia. Ik vond Nicole Kidman niet erg mooi toen ze de man zoende onder een boom waarin een kind zat. Dat ze het hare wil maken. Later herontdekte ik zelf hoe anders een minnespel kan zijn met het besef dat er elders in huis een kind slaapt. Ook al is het niet je eigen. Wat best vreemd is. Als moeder zijnde. Volgende week een half leven lang. Want dan word ik tweeënveertig. En mijn oudste zoon wordt een week later de helft daarvan.

De volgende morgen maakte ik een fietstocht met hem wiens moeder veertien was toen ze hem kreeg, en met het kind dat bang was voor regen en zijn verwekker niet kent. Net als in 'Blight flight'. Filmster Waldemar Torensma (de macho man die ook in Australia niet zou misstaan) zei: 'Ik vond het leuk om te spelen dat ik een zoon had..... zonder dat ik het wist'. (bij min. 2.00). De ondertitel van de film luidt 'Sommige geheimen zijn voor het leven'.

Na de kunst, het fietsen en de natte stad bereidde ik een éénpersoonsmaal en deed ik een uitvoerige blogsurfsessie. Zodat ik nu een wijzer mens ben. En weer weet dat de zonen van Abraham, Isaac en Ismael, tevens de voorvaderen zijn van twee wereldgodsdiensten. Zodat de naam Isaac blijft horen bij de Joodse gemeenschap en veel Moslimjongetjes Ismael worden genoemd. En zo is het kringetje weer rond. Ook naar het boek dat ik deze vakantie las, 'De geschiedenis van de liefde'. Dat ik meegriste van het met leer beklede bureau van mijn moeder. Een 'dwarsligger', met van die lekkere aaibare pagina's. Net als in een spoorboekje. Fictie en werkelijkheid lopen mooi door elkaar. Niet verfilmen, zo'n boek. Eén van de hoofdpersonen draagt dezelfde naam als de uit Polen afkomstige schrijver waar mijn vader fan van is: Isaac (Bashevis) Singer. Toeval?* Dáár gaat het boek ook over. Over toeval. Over zoeken. Over geschiedenissen. Van mensen. Met geheimen.

Aan mijn vakantie hield ik behalve een bruin velletje ook krakelé nagellak op mijn teennagels over. Ik vertoefde met Olijf in Park Spoor Noord, bedwong de burcht van Carcassonne en keek 's nachts door het tentdoek hoe de volle maan drie boven elkaar bungelende hangmatjes bescheen. Ik genoot van de voetmassage die ik van zoon Leo kreeg en rolde ronde hooibalen met wederom (pleeg-, stief- en eigen) kinderen -en een hond- erop van een heuvel bij Tournus. Ik luisde kinderkoppies en at sappige perziken. De route die ik aflegde met Leo en Kees en die zij nu vervolgen met hun vader, wild ik hier visualiseren. Maar er ging iets mis bij het bewerken. Misschien ook wel zo spannend. Het leven als een gatenkaas. Verbeelding aan de macht. Zes landen gaan ze doorkruisen.

Ik wilde vanavond Zomergasten zien. De Vlaming Jan Leyers had Jolande Withuis te gast. Die veel boeiends zei over gesprekken met overlevenden van Dachau en Natzweiler en de parallellen die ze zag tussen Juliana en Diana. En over publieke rouw. Maar ze zweette als een otter en ondanks veelvuldig deppen en zwaaien met een waaier, moest de live uitzending worden gestaakt. Ik had het met haar te doen. Maar door haar migraineaanval werd de door haar gekozen film 'Cria cuervos', wel éérder uitgezonden. Een film gemaakt in 1976, vlak na de dood van dictator Franco.

In datzelfde jaar zocht ik met mijn zus iets uit de spullen van onze overleden Franse oudtante. Het landhuis in Arras, waar vijf kinderen opgroeiden, ligt nu verstopt achter een drukke weg en een benzinestation. De appelboomgaard schijnt er nog te zijn. Evenals de Esperantovereniging ter plaatse. Vernoemd naar mijn oom die zich in hetzelfde huis verhing. En eerder Europa rondtrok om er de nieuwe wereldtaal te prediken. Zo mailde mijn vader. Over de familie van mijn moeder. Het lijkt 'De geschiedenis van de liefde' wel. Of 'Cria Cuervos'. Vol met lusjes en kinderen. Eigen. En van anderen. Met vreemde ongeschreven wetten om bij leven te zwijgen en bij dood niks meer te kunnen zeggen.

Amai, wat een melancholie! Komt vast door de film. Waarin kinderen dansen op het nummer  ¿Por qué te vas?. Wat op de Engelse wikipedia wordt vertaald als 'Because you're leaving'. Maar in de Franse versie als 'Pourquoi pars-tu'. Ik ben meer van de Franse slag. Dus hier komt ie: 'Waarom ga je?' Dat gepiep aan het begin komt van een cavia. 

'Tengo un monton de cosas de hacer'. Spaans blijft prachtig. Volgende vakantie gaat naar  Madrid. Maar morgen eerst maar 's aan het werk. En nu naar bed. Welterusten.

* Nu schijnt Isaac Singer ook de beroemde naaimachineman te zijn, die een eeuw eerder leefde, maar het feit dat I.B. Singer in 1940 met een zekere Alma trouwt, -uiteraard- met achterlating van een kind, lijkt me niet louter toeval. Ook figureren andere bestaande personages, zoals Philip Roth in het boek (wiens minder bekende boekje 'De borst', over een man die op een dag ontwaakt als vrouwenborst, best bizar is). Ik ga me er nog in verdiepen. Of eens navraag doen bij Novy, Misschien weet zij er meer van.


zaterdag 21 juli 2012

Overstag, poezen en nagellack


Nee, ik ga deze zomer níet met vakantie. We zijn immers net weggeweest. Waarom zou ik duizenden kilometers gaan wegtuffen. Voor wie? Er moet ook wel 's brood op de plank, nietwaar. Je kunt nu eenmaal niet alle dagen feest vieren. Mijn klanten zijn de laatste tijd ook al zo vlot met betalen en de bodem van de spaarpot is in zicht. Dus met welk geld wilde ik eigenlijk gaan? En weet je, dat werk van mij is soms ook net een soort van betaalde vakantie. Tenzij ik rioleringen moet ontstoppen. Ik word bruin, luister lekker naar de radio en terwijl ik wat verf wegstrijk, staan de koeien naast me in de wei naar me te staren. En als ik de andere kant opkijk, zie ik wuivend graan. Tien kilometer van huis. Wat wil een mens nog meer?!

Tot dat daar dat mailtje kwam.
Of was het een telefoontje?
Dat zuslief wederom op een camping werkt in La Douce France en dat zij, en haar dochters, het hééééél leuk zouden vinden om........
Tja, wat doe je dan.
Als rechtgeaarde tante.
Dan ga je overstag.

Toen we gister op bezoek waren bij B. en haar zoon, wilde Kees weten wat dat betekende; 'overstag'.
Best moeilijk uit te leggen. Vond ik. 
Toen ik het wilde verduidelijken door de letterlijke betekenis uit te beelden, ging het helemaal mis. Ik hield mijn onderarm scheef in de lucht en probeerde die 'overstag' te laten gaan. Alsof ik daar iets van weet, van zeilen. Het zag er vast niet overtuigend uit. 'Nu begrijp ik er helemáál niks meer van', zei Kees. Ik wierp nog even een hulpeloze blik naar B, die naast me zat. Maar ook in haar school helaas geen verborgen botenvrouw.

Maar dat 'overstag gaan', ging helemaal niet over een varen, maar over een kat. Die ik had gekregen toen ik negen was. Terwijl mijn vader er eigenlijk geen trek in had. En toen kwam die overstag dus. En daarna die kat. Die eenentwintig jaar is geworden, toen ik al lang en breed uit huis was.
En zo aten we vrolijk verder van de spinazietaart en avocadosla. Pratend over katten en zieke hondjes. En gingen de jongens buiten voetballen. Waarna me weer eens duidelijk werd hoeveel verschillende manieren van opvoeden er bestaan. Want van mij mochten ze op straat spelen, en niet naar het park, B. dacht daar precies andersom over.



Toen ik thuiskwam, las ik dit mailtje (ja, die lees ik alleen thuis)
hoe is het in nederland? hier op de camping is het een beetje saai. we hebben alleen het zwembad, een fiets en de twee hangmatten om mee te spelen (zie fotos in aanhang).
willen jullie dus zo vroeg mogenlijk komen? (en nagellack, make-up en haardingetjes meenemen?)

p.s.: ik ben vergeten te vragen, of je ook nog hangmatten wilt meenemen. maakt niet uit hoe veel ;)

p.p.s.: heb jij eigenlijk m'n verkeersbord uit waterloo nog? die rode met de witte streep in het midden? wil je die mee naar berlijn nemen, als je het kunt vinden ;) ? (ik wil het bord in m'n kamer ophangen :P )


De gang is nu bezaaid met opblaasbeesten, slaapzakken en de enige hangmat die ik kon vinden. Straks ga ik een soort beautycase in elkaar flansen en vertrekken we richting Berlijn, over Frankrijk. Logisch toch. Via België. Alwaar een botenvrouw ons opwacht. Die vanmorgen smste of ze nog tijd had voor een koffie, of dat ze als een speer aan het opruimen moest voor onze komst. Waarna ik haar de stuipen op het lijf joeg door te melden dat we al bijna voor haar deur stonden. En zette me toen aan een kop koffie. En het schrijven van dit logje.

Hopelijk blijft het droog. Maar wat geeft het ook. Ik hoef vandaag toch niet meer te schilderen.
En ook niet overstag.
 

Want toen ik gister met de kwast langs de kozijnen ging met rechts en links van mij koeien en graan, zat er één vóór me, aan de andere kant van het raam,  een piepklein snoezig poezebeest.

Dus, je raadt het al. Ik wil weer een kat, of twee. Of eigenlijk moesten het er maar drie zijn. Voor elke zoon één.

Maar eerst ga ik op vakantie. Om er eens lekker over te slapen. Over poezenbeesten. In een tent.