Posts tonen met het label liefde. Alle posts tonen
Posts tonen met het label liefde. Alle posts tonen

donderdag 26 april 2018

Diepe vloeistof en gesnurk

De man in de coupé naast me was omringd door drie meisjes, of meiden, of jonge vrouwen. Waarom bestaat er in het Nederlands toch geen equivalent voor het prachtige Italiaanse 'ragazza'? , als men een vrouwspersoon tussen de twaalf en dertig bedoelt (ragazzo als het een kerel, vent, gozer, jongeman betreft). Laat ik ze 'dames' noemen, daar kun je alle kanten mee op. Hoewel, u zult bij die term wellicht niet meteen een tattoo onder een netpanty voor ogen hebben. Of aan geblondeerd haar, een neuspiercing, een groene trui en roze Dokter Martins denken.

De dames waren jong en ze wilden wat. Toen ze hun mond opendeden kon men horen dat ze uit betere kringen kwamen. Toen ze uitstapten maande de blonde de anderen zelfs aan om hun spullen te 'rassembleren'. Nou, dan weet je het wel.

De jongen van het stelletje achter me ging steeds luider te snurken. De ragazza die op zijn schouder rustte leek er geen last van te hebben.

Die van dat rassembleren was de meest aanwezige van het stel, de informele leider. Haar gevolg -anders kan ik haar vriendinnen niet noemen- wist te vertellen dat ene Jochem/ Niels/ Max haar leuk vond. Dat had hij gezegd. 'Nou', was het antwoord, 'daar had hij dan niks van laten blijken.'
'Maar hij vind je echt leuk hoor.'
'Dat vinden er wel meer', antwoordde de blonde en staarde emotieloos uit het raam.
Zoveel zelfvertrouwen was blijkbaar ook voor haar gevolg wat veel van het goede. Het bleef even stil. Op het gesnurk na.

Het onderwerp verplaatste zich naar exen. Hoe lang het nu al uit was met Max/ Jochem/ Niels. En met wie hij haar of zij hem dan had gecheat. Toen biechtte de stille dame met de Dokter Martins iets op over 'vroeger'. (een dergelijke uitspraak 'Toen ik nog jong was', had me in mijn begintijd in Italië daverend hoongelach opgeleverd. Ik was zestien. En not amused). Maar Dokter Martins vertelde dat ze escortdame had willen worden. Vroeger. Dat kon gezien haar leeftijd hooguit twee jaar terug zijn geweest. Of misschien had ze die droom al op haar twaalfde.

Ze kletsten over sugababes en vroegen of Niels/ Max/ Jochem nu vrienden 'met benefits' waren? Toen de gespreksstof opdroogde, werd de jongen die al die tijd met zijn koptelefoon op tussen hen in had gezeten opeens interessant. De dame met de tattoo mocht ook even luisteren. De jongen vertelde over 'Dance floor neuro', 'Crossover' en 'Deep liquid'. De koptelefoon ging gauw weer af. Ze vond het maar niks.

Gelukkig snurkte de man achter me niet zo hard als 'diepe vloeistof

zondag 13 maart 2016

Het mag wel in de krant

Het filmfestival in Assen sloeg ik dit weekend over. Ook Borgen van het NNT, naar de gelijknamige Deense tv-serie, heb ik gemist. In de krant stond naast hoofdrolspeelster Malou Gorter ook een artikel over een andere, mij eveneens bekende creatieveling, Remko Wind. En op de school van mijn kinderen loopt er naast toneel- en muziektalent ook een schrijver rond. Bronja Prazdny om precies te zijn. Van wie onlangs haar tweede boek 'Verloren taal' uitkwam.

Graag was ik vrijdag met haar meegegaan naar Amsterdam. Maar helaas schopte ik het niet tot een toegangskaartje voor het boekenbal. Het was al een hele eer om bij de beste vijftig van de NPO verhalenwedstrijd te komen. En mijn inzending over verkrachtingen, vluchtelingen met ook nog Keulen er in verwerkt, was wel op het randje.

De boekenweek is begonnen, het schrijfseizoen is voorbij. Gelukkig stroomt mijn agenda weer vol. Met opdrachten voor sloopwerk en badkamers. En terwijl ik bezig was om met een oorverdovend lawaai een pizzeria te ontmantelen, werd ik gebeld. Door een columniste. Zo'n echte. Die ik zaterdag vaak lees in de papieren krant. Ze sprak een boodschap in op een al even archaïsch medium: 'de voicemail'.

Toen ik Trouw terug belde stelde ik me voor met 'Lehti Paul'. Maar dat bleek nou net het punt. Monic Slingerland was er achtergekomen dat dit een pseudoniem was. Hoewel Paul evengoed mijn familienaam is als de naam in mijn paspoort. Maar woensdag kwam ik dus onder mijn eigen naam in de krant. Helaas werd daardoor niemand hierheen gelokt.


Zo'n papieren krant wordt wel grondiger gelezen dan ik dacht. Er volgden mails met reacties van familie uit Amersfoort en Amsterdam. En smsjes van klanten. De brief over woningnood leverde me zelfs schilderwerk op! Best handig. Of, om met Bronja te spreken: 'Je hebt toch niks te verbergen?'








Of ik dit weekend nog wat cultureels deed?
Jazeker. Op een motor door het Drentse land racen. Smeltende taartjes snoepen in de voorjaarszon. En daarna een gedicht van Vasalis voorlezen.
Aan mijn lief. Met mijn lief.
Daar kan geen film aan tippen.

dinsdag 17 februari 2015

De afvoer en de Arabier

Op mijn knieën in de badkamer. Nee, niks vunzigs hoor, maar toch wel wat smerig. Althans, dat vonden de meisjes die me gadesloegen bij mijn werk. Met zijn drieën keken ze licht walgend naar mijn handen.

Eigenlijk kwam ik niet voor hun verstopping, maar voor twee deuren. Waar iets mee was. Dat bleek bij deur één nogal mee te vallen en deur twee zat op slot. De dame die er woonde was weg. Op skivakantie. Dat doen blonde studentes nu eenmaal graag. Tevergeefs zochten haar huisgenoten naar de reservesleutel van haar kamer. En ik stond te wachten.

"Ja, er was nog wel een klusje, in de badkamer, en ook één in de keuken." "Maar", zo zeiden de dames, "dat is eigenlijk meer mannenwerk". Nee, ja, nou ja, ze hadden zelf wel eens een sifon losgedraaid, antwoordden ze op mijn vraag, maar daarna was het niet meer gelukt om de boel dicht te krijgen. (Een paar jaar terug kwam ik in ditzelfde huis voor een schijnbaar kapotte CV. En toen ik, -op Koninginnedag, halve binnenstad afgezet- naar hun ketel ging kijken, stond daar, met rode knipperletters BIJVULLEN! Dus ik was voorbereid op mogelijk ontbrekende kennis van regulier onderhoud).

Wat nu volgde was geen bijvulles maar ontstoppings-les. Terwijl hun derrie van jaren her voorbij kwam, vertelde ik intussen over de functie van de zwanenhals. 'Iiieeuw!', zei het meisje met de sterretjesspyama, toen ze voorzichtig met haar slanke vinger aan de opgehoopte haren, zeepresten en ander lekkers kwam, 'Nu heb ik het AAN-geraakt.'

Maar hoor 's Lehti, al die betweterigheid die hier doorschemert is natuurlijk volkomen misplaatst! Alsof je zelf op hun leeftijd iets wist van ontstoppingsveren en stankafsluiters! Dacht het toch niet. Ook jij hebt die vunzigheid door ervaring geleerd!
  
Het bewijs viel me gister voor de voeten: Een 'note' van Miss White, met het verzoek om mijn earring niet meer in the bathroom aan te doen. En dat 'Graham' mijn oorbel net uit de sink had gevist. Kon ik kennelijk niet zelf. Of ik had het te druk met andere zaken.

Want waarom een briefje? Kon het gastgezin waar ik tijdens mijn talenreis logeerde, het me niet gewoon zeggen? Hoe het precies zat staat vast in het dagboek van dertig jaar terug, waar het briefje uitviel, maar waarschijnlijk was ik gewoon weg, de hort op. De bedoeling was dat ik me daar in Torquay in Engels zou bekwamen. Maar ik krikte er vooral mijn Italiaans op. Rommelde zelfs wat met een rijke Arabier. Al die aandacht vond ik prachtig en liefde had ik in overvloed. Wel een beetje lastig dat ze mij vervolgens als 'de ware' zagen. De Italiaan reisde me achterna in Italië, en de Arabier stond korte tijd later voor mijn ouderlijk huis in Pijnacker (Jazeker, in dat oord woonden wel meer rare figuren dan alleen Tarik), hij gaf me het mierzoete singletje 'Against all odds' (hij rook ook zo, allemachtig wat had die jongen veel parfum op) en bleef me nog lang hartjes sturen uit Saoedi-Arabië.

Dit verhaaltje is niet in het Arabisch, dus met meneer Eau de Cologne ben ik niet mee gegaan. Nog steeds begrijp ik maar matig waarom mannen het alleenrecht op mijn liefde willen. Gelukkig heb ik meer verstand van verstoppingen. En de studentes nu ook. Ik vergat ze alleen te zeggen dat je beter een stop in de afvoer kunt doen als je je wilt optutten. Dat scheelt achteraf een hoop gedoe.

Bij deze.

dinsdag 4 november 2014

Vaste grond onder je voeten

Ouders verdrinken, kinderen verdrinken, verhalen verdrinken (schokkend tot 3.00). Soms komen er ook nieuwe verhalen. Over nieuwe liefdes en nieuwe baby's. Die worden verteld en voorgelezen. Zoals Christine Otten dat deed met Rafael. Over de baby die werd geboren uit de liefde tussen twee werelden. Zijn vader belandde in Brabant via Italië. Dat vreselijke, beloofde land dat zich als laars uitstrekt naar Afrika, dat immense continent dat voor het gemak vaak als één wordt gezien.

Gelukkig komt er tussen de drenkelingen door soms ook nog een ander beeld onze huiskamer binnen. Een beeld dat niet past bij ons beeld van Afriland, niet tegemoet komt aan onze drang om goed te willen doen. Want dat is wat Europa het liefst doet. Goed doen. Om onze superioriteit te bestendigen. Zo lang er mensen hierheen willen, zal het hier vast beter toeven zijn dan daarzo.
  
Maar vorige week, in 'Dwars door Afrika', zagen we hoe Portugese juffen les gaven aan rijke zwarte kleuters in Angola (ik meende dat het schoolgeld zo'n negenduizend euro per jaar bedroeg). De juffen misten hun familie in thuisland Europa, maar dankzij skype was het best te doen. Of gister, in Nieuwsuur. Met die multimiljardair die fortuin had gemaakt met mobieltjes in Afrika.

Zei ik miljardair? Haal dat beeld van die blanke patser dan maar gelijk weer uit uw hoofd. Deze man heet Mo en, 'ook al is ie zwart als roet, dat pak staat hem goed'.  Hij reikt een geldprijs van miljoenen dollars uit voor excellent leiderschap in Afrika. De selectiecriteria zijn streng. "Hoeveel wegen heb je aangelegd, hoeveel scholen en ziekenhuizen zijn er gebouwd? Heeft je bevolking eten op tafel, toegang tot stroom? Wat heb je gedaan aan vrouwenemancipatie?"

De boodschap was echter ook een andere. Dat Afrika barst van de bodemschatten, van jonge ambitieuze mensen. Jazeker, er zijn ook ziektes en oorlog. Maar ik stel me zo voor dat wanneer ik als pas afgestudeerde uit Dodoma (hoofdstad van een land vol goud, diamant, uranium en wat niet al. Tanzania. Claus had het vast erg warm uitgesproken). Goed, dan wil ik als zwarte academicus dus iets vertellen over bijvoorbeeld de nieuwste stedebouwkundige inzichten, maar willen mijn toehoorders alleen weten of ik ook mensensmokkelaars ken. Alsof hier in Groningen de bommen klaarliggen die ze in Oekraïne gebruiken. (Tripoli-Dodoma is drie keer de afstand Groningen-Donetsk) 

Maar mijn mantra kennen jullie nu wel. En het is ook wel erg makkelijk om steeds commentaar te leveren vanaf de zijlijn. Laat ik het wat dichter bij huis houden. Waar kan dat beter dan bij mezelf.

Ook ik nam voor de zoveelste keer een vlucht naar Italië. Niet via het ruime sop, maar door de lucht. Vanaf Rotterdam. Vlak voordat we het luchtruim kozen, bleek het paspoort van mijn lief verlopen. We konden gelukkig zonder smeergeld door. Of we Italië weer uit mochten was ons eigen risico.

We liepen eindeloos over Romeinse wegen en ik liet mijn lief zien waar ik kozijnen had geschuurd en vissoep gemaakt. We belandden per ongeluk op het plein waar ik agretti kocht en liepen rond de Engelenburcht waar ik eens buiten sliep, toen ik er eind jaren tachtig op bezoek was met een goede vriend (die wrang genoeg verdronken is. Hij werd niet opgevist in Mare Nostrum -'Onze Zee'- maar in onze zee, de Noordzee).

Sommigen vinden via Italië een nieuw lief in Brabant, ik verloor onder de Italiaanse septemberzon die van mij steeds meer uit het oog. Daar veranderden het goddelijke ijs, de bloemenpizza en mierzoete desserts niets aan. Of keek ik te veel naar mijn eigen weg? Was dat juist de oorzaak? Liet ik opnieuw te veel liefde achter in dat vreselijke, beloofde land? Misschien moet je een oude passie ook niet willen delen met je lief. Met de zon op je huid en de geur van caldarroste in je neus.





Na Rome liepen we over de kasseien van Todi en Montefalco. Ik liet hem zien waar ik woonde, werkte of wanhoopte. We redden samen een kat, aten gebakken paardensla en verdwaalden hobbelend over een witte weg, waar we aan de voet van de Apennijnen samen naar zonsondergang keken. Het mocht allemaal niet baten.

We gingen terug naar huis per auto, vliegtuig, trein en bus. Maar toen we na veertien uur eindelijk weer vaste grond onder onze voeten hadden, nam ik een andere weg.

De vraag is alleen
Welke grond?
Welke weg?









Vanavond zong ik
Vois sur ton chemin
en little light
In koor.

dinsdag 18 maart 2014

Stem second love

Morgen is het zo ver. Dan mogen we weer een rondje inkleuren op dat enorme vel vol namen. Daarna onze creatie dichtvouwen en stiekem in een gleuf laten glijden. Want 'niemand mag het zien'. Maar intussen doen landelijke politici wel hun stinkende best om er voor te zorgen dat je hun vakje inkleurt. Zoals Samsom bijvoorbeeld.

De imagoschade die hij opliep na zijn scheiding bleef volgens mij beperkt. Ja, hij had bij de vorige campagne ietwat te veel gedweept met zijn familie en hij was bij enkele gelegenheden al eerder gesignaleerd met 'een ander'. En nu is hij gescheiden. Zo lang hij er geen vechtscheiding van maakt zal me dat verder een zorg zijn.We zijn per slot niet in de VS maar in Nederland.

Zowel de 'family-man' spelen én er tevens een bijslaap op nahouden, dát kan natuurlijk niet, want het is hier óók geen Frankrijk. Die mogelijkheid zag ik trouwens in geen enkel commentaar voorbij komen. Het zal de tijd wel wezen, de jaren zeventig liggen al een tijdje achter ons.

Sterker nog, de huwelijksmoraal lijkt anno 2014 -voor de buitenwereld- groter dan ooit. Zo groot, dat er politici zijn die menen dat een radiocommercial die vreemdgaan promoot, zou moeten worden verboden. Want dat is aanzetten tot, ..... ja, tot wat eigenlijk? Hier wordt zelfs de term 'bijna misdadig' gebezigd.

Beide opschuddinkjes heb ik niet van begin tot eind gevolgd. Maar de SGP-jongeren die het overspelige spotje wilden verbieden hebben vast bakzeil moeten halen, want ik hoorde de boodschap zondag (ai) weer. Het was dit keer in tweeën geknipt. Je kent ze wel, van die reclame waarbij je eerst lekker wordt gemaakt, en dan, na een intermezzo van een compleet andere boodschap, er weer aan wordt herinnerd dat dit je laatste kans is op 'die sexy auto', 'die lage rente of, in dit geval, de mogelijkheid om er naast je huwelijk nog een 'minnaar of minnares op na te houden. Zo'n 'geknipt' spotje leidt in verkiezingstijd tot een apart soort radio:

(zoetgevooisde vrouwenstem): "Ben jij gelukkig getrouwd?
-korte stilte-
(zelfde vrouwenstem) "Ik ook"
Vervolgens spreekt Samson over de noodzaak van werk, zorg en andere belangrijke thema's
en daarna wordt je verteld waar je terecht kunt voor een tweede lief.

Twee keer liefhebben, ná of náást elkaar, is dus schijnbaar niet verboden. Twee keer stémmen is dat wel. Bij de vorige verkiezingen was er gedoe over 'samen in één hokje'. Bij gehandicapten bijvoorbeeld. Of kinderen die met mama mee het hokje ingingen. Dit keer wordt elke poging om kiezers te helpen om bij volmacht te laten stemmen, als 'ronselpraktijken' bestempeld.

Wat ik tegenwoordig kies?
Wel, ik ben weer helemaal braaf tegenwoordig.
Geen escapades meer links of rechts.
Maar kiezen voor wat dichtbij is.
De kleur van je eigen nest.

Ik zou zeggen:
Maak dat hokje morgen maar mooi rood.
Da's de kleur van de liefde.
En die bevalt prima.

dinsdag 2 juli 2013

Homo's zijn hot

Ik heb geboekt. Je weet wel, bij die spotgoedkope vliegmaatschappij, waar je je eerst door allerlei verleidingen moet ploegen voordat je een ticket hebt bemachtigd. En dan, als je denkt klaar te zijn, je nogmaals moet bevestigen dat je echt zo'n malloot bent die niet, 'zoals de meeste mensen', spijt krijgt van het niet afsluiten van een reisverzekering/ huurauto/ extra koffer/ belgemak, whatever.
Maar dan heb je ook wat.
Kan ik voor vijftig euro heen en weer naar 'mi hermana' in Italië.

Ze schreef dat ze bij het eten even glimlachte, fantaserend dat zij en ik samen de boerderij van haar vermoorde man runden. En, voegde ze er aan toe, eigenlijk was dat nu al het geval. Want 'je smsjes houden me overeind, geven moed'.


Maar dit weekend was ik bij een ander prachtpaar. Net in de echt verbonden. Zij weten dat het er aan zit te komen dat straks een van hen alleen blijft. Want het K-spook in haar hoofd laat zich maar niet temmen. In mijn achteruitkijkspiegel zag ik ze samen lachend zwaaien, toen ik zondagmorgen als een van de laatsten de camping afreed. Niet alleen houden ze zielsveel van elkaar, ze kunnen ook nog eens goed ruzie maken. Da's ook een kunst.

Zaterdag was er na de stukjes en de zang een Afrikaanse band. Ik opperde voorzichtig wie er met mij de dansvloer op wilde. 'Alleen is veel leuker', zei iemand me als aanmoediging. Of dat waar was weet ik niet, want na mijn eerste schreden stonden er al gauw tien vrouw te dansen. En hoe gaat dat dan, hè, op feestjes waar veel verschillende 'googlekringen' zijn of mensen die niet elkaars FB-vriendjes zijn. Dan weet je alleen wat je in het echt ziet, hoort of ruikt. Je deo (of je rooklucht), je schoensmaak (of wiebeltenen), je kleur ogen (of het wegdraaien ervan).

Of wat iemand méént te zien. Ook leuk.
Want men moet elkaar wel kunnen plaatsen.
'Ken je hen van de voetbal/ volleybal/ werk/ studie enz.?'
En vervolgens : 'Goh, dat hoor je niet vaak zeg, lesbisch en niet sporten'. Prachtige stereotypering. En dat van iemand die van plan was geweest hetero's af te zeiken. Ik stelde me gewillig beschikbaar als pispaal, maar ik was, zo zei ze, geen goed slachtoffer. De weinige andere niet-potten schenen ook geen geschikt doelwit. Dus gingen we maar samen dansen. Tot tien uur. Want het was weliswaar zaterdag, maar het bleef toch een camping. Eén en van de bruiden probeerde nog: 'Van mij mogen jullie doorgaan, hoor.' Maar het mocht niet baten en de trommels werden ingepakt.

Maar een gitaar werd er wel bij gepakt en samen met echte vlammen maakten die de tongen los. Ongelooflijk, wat een gigabite aan songteksten zo'n vuurkorf ontmantelt. De eerder gezongen liedjes deden we nog eens dunnetjes over. En nog honderden meer. 'Het meisje van halve dagèn', 'Het meisje van zestien', 'Yesterday' maar ook Lou Reeds 'It's a perfect day' kwamen voorbij. En dat was het zeker.

We praatten over de nuances bij het afkraken van unversiteitslunches, Vietnam, Georgie en Griekenland, over stoma's en seks, over het aftoppen van tuinbonen, auberginesoep en Turkse koffie, over voetbal, hop, autisme, het kittten van badkamers, stinkende gauwe, lievevrouwebedstro en het puberbrein. En 's morgens verdween er zelfs een gouden erfstuk in de camping-gootsteen. Dat gelukkig weer werd gered.

Mijn tentstokken repareerde ik met een waslijn, een rol ducktape en een ijzerzaag. Het resultaat was dat men zich 's ochtends afvroeg wie er toch uit dat scheefgetrokken geval met twee dwars voor de ingang gespannen scheerlijnen zou kruipen. Voor een perfecte dag in het park voldeed ie prima. Ik wist nu ook weer, toen ik 's morgens om half zeven werd gewekt door zingende vogels, wat al het gehannes met kromme haringen, geplakte stokken en natte lucifers zo de moeite waard maakt.

Zoonlief nam vanavond afscheid van zijn tienertijd op de basisschool. Hij speelde zombie en zijn vriend speelde een zwangere negerin. Maar het mooiste was nog het huwelijksaanzoek dat twee meiden aan elkaar deden: 'Ja, weet je Trees, we zijn nu al zo lang samen hè, en we hebben het zo leuk, hè......' Als twaalfjarigen op toneel zelf zulke sketches bedenken, zit het met de homo-acceptatie wel snor.

Dat er vervolgens een vliegtuig crashte en de inzittenden op een onbewoond eiland vol zombies moesten overleven op kattenvoer is hopelijk minder profetisch is. En zo ja, dan kan ik alsnog spijt krijgen van het niet afsluiten van een reisverzekering.

dinsdag 21 juni 2011

Lentes en stinkende moeders van Kaandorp


Twee jaar geleden ging ik in de Harmonie in Leeuwarden naar 'Zo' van Brigitte Kaandorp. Met mijn grote zoon, toen 17 jaar, zijn vriend en diens moeder.

En ik luisterde, met tranen in mijn ogen, naar het liedje 'Lente':
En ik dacht: "Dat zouden meer mensen moeten horen." Een voorproefje:

Als ik het kon blies ik die grijze zooi aan flarden
Ik haalde de vogels uit het zuiden voor je terug
Ik pleurde een ei in een nest
En ik zei, kom op je doet je best maar
We moeten lente hebben en een beetje vlug


Hier staat de rest. En zo klinkt het. Zakdoek bij de hand. Kippevel.

Ik was het er dan ook roerend mee eens dat dit lied onlangs, in mei 2011, de Annie MG Schmidt-prijs kreeg voor het beste theaterlied.

Toen ik verder zocht, las ik dat Kaandorp, kennelijk al eerder met het bijltje van het liefdesverdriet heeft gehakt. Maar dan als lijdend voorwerp in plaats van in haar moederrol:

verschrompel knoppen die ik haat
dooi trek terug tot een klein wak
en zaaier, zaaier zaai het zaad terug
Tot weer een volle zak
En haal het vee weer uit de wei
En keer dan, achterwaarts bewegend
Drogend, dat het opwaarts regend
weer naar je warme boerderij

Laat het vriezen dat het kraakt
Laat het sneeuwen dat het wit
En laad opnieuw de kolenkit
Nu de liefde me, de liefde me
zo tegen zit


Die kende ik niet.

Nog een klein stukje van de moederversie dan:

Als ik het kon schoof ik de hemel voor je open
Ik floot het fluitekruid zo uit de natte klei
Ik haalde de kou uit de lucht
Ik hielp de winter op de vlucht
Ik zette een koe in de wei
En in ene was het mei
En je verdriet was dan vergeten en voorbij.

Mooi toch? Maar nu is het juni en allemachtig wat is het grijs vandaag. Gelukkig zingen er wel vogels. En af en toe ook Brigitte. Want van haar kun je ook best vrolijk worden hoor. Als ze vertelt over moeders, die een beetje stinken. Omdat er altijd zo'n typische weeïge walm om ons heen hangt. Van oude poep, ranzige melk en Chanel 5. Lang filmpje. Tussen minuut vier en tien is vrolijkheid verzekerd. Maar, toen ik het zelf weer keek tot het eind, kreeg ik er opnieuw buikkramp van.

Bedankt Brigitte!