Posts tonen met het label bos. Alle posts tonen
Posts tonen met het label bos. Alle posts tonen

maandag 3 april 2017

Wat men vindt

Wie in Nederland een eigen zaak begint, schrijft zich in bij de Kamer van Koophandel. Dan mag je aan het werk, dan ben je vindbaar. En dan bedoel ik niet meteen voor klanten, maar wel voor verkopers die zeggen gespecialiseerd te zijn in het laten doen vinden van je bedrijf, met aanbiedingen en unieke kansen voor vermeldingen en verbeterde zoekfuncties via weet ik wat voor fantastische sites. Maar zou het niet door de KvK-vermelding zélf komen dat ik met naam en toenaam, inclusief een foto van mijn eigen voordeur te vinden ben?

Ik gaf bij mijn weten nooit toestemming om een foto van mijn huis op internet te zetten. Vroeger, in tijden van de papieren telefoon- en gouden gids, moest je voor een extra lijntje of vetgedrukte bedrijfsnaam nog betalen, maar nu kom je zonder bijbetaling ongevraagd in kleur op de voorpagina van het wereldwijde web. Tijden veranderen.

Malafide mensen kunnen zo een handige route maken waar eventueel gereedschap voor het grijpen ligt. Maar laat ik nu niet weer beginnen over de dag dat ik mijn bus opengebroken voor mijn huis vond. Er zijn gelukkig nog altijd veel meer bonafide mensen op de wereld dan mensen die ons schade willen berokkenen. Zo bleek dit weekend weer toen een oplettende voorbijganger zich de moeite getroostte om de eigenaar van een gevonden OV-kaart op te sporen. Ook al moest de vinder in kwestie daarvoor speuren naar mijn naamgenoot die in de buurt van de plek woonde waar de kaart op straat lag. En zo kreeg mijn vader in Amsterdam een telefoontje uit Haarlem van de vinder van mijn OV-kaart. Het toeval wilde dat diezelfde middag zoon Leo een wedstrijd speelde in Haarlem en zo konden we na het ophalen van Leo, een bloemetje brengen aan de vinder.

Terug naar mijn werk. Waarmee ik soms op idyllische plekken kom. Zo mag ik deze week mijn koffiepauze houden met twee konijntjes en heb ik als achtergrondmuziek het gehamer van een specht. Verder zie ik de hele dag geen mens. Ik schep kilo's dennennaalden uit de goot, breek de kitscherige lambrisering weg die plaats moet maken voor modernere wandbekleding. Verwijder houtrot en vul het gat met een giftig goedje dat voelt als vloeken op deze paradijselijke plek. Honger en oorlog in de rest van de wereld lijken ver weg. Maar zelf richt ik dagelijks een massaslachting aan. Spinnen rennen voor hun leven, mieren die een hele schutting tot pulp kauwden zoeken een veilig heenkomen en pissebedden blijven als versteend zitten als ik hun paradijsje wreed verstoor met binnenvallend zonlicht.

Maar helemaal afgesloten van de buitenwereld ben ik niet. Zo belde er vandaag een klant die vroeg of ik al terug was van mijn sabbatical. Ach ja, hoe dom was het van me om aan mijn vaste klanten te zeggen dat ik het klussen een tijdje in de wacht zou zetten om me aan het schrijven te wijden. Dat heb ik weliswaar gedaan, maar het duurde niet lang. Een jaar rustig werken aan mijn nieuwe boek zit er voorlopig niet in. Gelukkig wist de klant me nog te vinden. Ze had werk voor me.

Soms belt er ook een nieuwe klant. Ik herkende het vaste nummer op mijn display niet. Vreesde een eerder genoemd verkooppraatje. Uit voorzorg zei ik alleen mijn voornaam. De vrouw aan de andere kant van de lijn meende een verkeerd nummer te hebben gebeld, ze zocht namelijk een klusbedrijf. Toen ik zei dat ze daarmee sprak, was ze zo verbaasd een vrouw aan de lijn te hebben dat ze naast het gebruikelijke 'Dat hoor je niet vaak' ook zei dat ze er zelfs even van moest bijkomen. Ze had nog deze week iemand nodig en ik verwees haar door naar een collega. Uit nieuwsgierigheid vroeg ik haar nog wel even waar ze mijn naam vandaan had.
'Uit de gouden gids', zei ze.
Kijk, dat vind ik dan weer bijzonder.


dinsdag 2 juli 2013

Homo's zijn hot

Ik heb geboekt. Je weet wel, bij die spotgoedkope vliegmaatschappij, waar je je eerst door allerlei verleidingen moet ploegen voordat je een ticket hebt bemachtigd. En dan, als je denkt klaar te zijn, je nogmaals moet bevestigen dat je echt zo'n malloot bent die niet, 'zoals de meeste mensen', spijt krijgt van het niet afsluiten van een reisverzekering/ huurauto/ extra koffer/ belgemak, whatever.
Maar dan heb je ook wat.
Kan ik voor vijftig euro heen en weer naar 'mi hermana' in Italië.

Ze schreef dat ze bij het eten even glimlachte, fantaserend dat zij en ik samen de boerderij van haar vermoorde man runden. En, voegde ze er aan toe, eigenlijk was dat nu al het geval. Want 'je smsjes houden me overeind, geven moed'.


Maar dit weekend was ik bij een ander prachtpaar. Net in de echt verbonden. Zij weten dat het er aan zit te komen dat straks een van hen alleen blijft. Want het K-spook in haar hoofd laat zich maar niet temmen. In mijn achteruitkijkspiegel zag ik ze samen lachend zwaaien, toen ik zondagmorgen als een van de laatsten de camping afreed. Niet alleen houden ze zielsveel van elkaar, ze kunnen ook nog eens goed ruzie maken. Da's ook een kunst.

Zaterdag was er na de stukjes en de zang een Afrikaanse band. Ik opperde voorzichtig wie er met mij de dansvloer op wilde. 'Alleen is veel leuker', zei iemand me als aanmoediging. Of dat waar was weet ik niet, want na mijn eerste schreden stonden er al gauw tien vrouw te dansen. En hoe gaat dat dan, hè, op feestjes waar veel verschillende 'googlekringen' zijn of mensen die niet elkaars FB-vriendjes zijn. Dan weet je alleen wat je in het echt ziet, hoort of ruikt. Je deo (of je rooklucht), je schoensmaak (of wiebeltenen), je kleur ogen (of het wegdraaien ervan).

Of wat iemand méént te zien. Ook leuk.
Want men moet elkaar wel kunnen plaatsen.
'Ken je hen van de voetbal/ volleybal/ werk/ studie enz.?'
En vervolgens : 'Goh, dat hoor je niet vaak zeg, lesbisch en niet sporten'. Prachtige stereotypering. En dat van iemand die van plan was geweest hetero's af te zeiken. Ik stelde me gewillig beschikbaar als pispaal, maar ik was, zo zei ze, geen goed slachtoffer. De weinige andere niet-potten schenen ook geen geschikt doelwit. Dus gingen we maar samen dansen. Tot tien uur. Want het was weliswaar zaterdag, maar het bleef toch een camping. Eén en van de bruiden probeerde nog: 'Van mij mogen jullie doorgaan, hoor.' Maar het mocht niet baten en de trommels werden ingepakt.

Maar een gitaar werd er wel bij gepakt en samen met echte vlammen maakten die de tongen los. Ongelooflijk, wat een gigabite aan songteksten zo'n vuurkorf ontmantelt. De eerder gezongen liedjes deden we nog eens dunnetjes over. En nog honderden meer. 'Het meisje van halve dagèn', 'Het meisje van zestien', 'Yesterday' maar ook Lou Reeds 'It's a perfect day' kwamen voorbij. En dat was het zeker.

We praatten over de nuances bij het afkraken van unversiteitslunches, Vietnam, Georgie en Griekenland, over stoma's en seks, over het aftoppen van tuinbonen, auberginesoep en Turkse koffie, over voetbal, hop, autisme, het kittten van badkamers, stinkende gauwe, lievevrouwebedstro en het puberbrein. En 's morgens verdween er zelfs een gouden erfstuk in de camping-gootsteen. Dat gelukkig weer werd gered.

Mijn tentstokken repareerde ik met een waslijn, een rol ducktape en een ijzerzaag. Het resultaat was dat men zich 's ochtends afvroeg wie er toch uit dat scheefgetrokken geval met twee dwars voor de ingang gespannen scheerlijnen zou kruipen. Voor een perfecte dag in het park voldeed ie prima. Ik wist nu ook weer, toen ik 's morgens om half zeven werd gewekt door zingende vogels, wat al het gehannes met kromme haringen, geplakte stokken en natte lucifers zo de moeite waard maakt.

Zoonlief nam vanavond afscheid van zijn tienertijd op de basisschool. Hij speelde zombie en zijn vriend speelde een zwangere negerin. Maar het mooiste was nog het huwelijksaanzoek dat twee meiden aan elkaar deden: 'Ja, weet je Trees, we zijn nu al zo lang samen hè, en we hebben het zo leuk, hè......' Als twaalfjarigen op toneel zelf zulke sketches bedenken, zit het met de homo-acceptatie wel snor.

Dat er vervolgens een vliegtuig crashte en de inzittenden op een onbewoond eiland vol zombies moesten overleven op kattenvoer is hopelijk minder profetisch is. En zo ja, dan kan ik alsnog spijt krijgen van het niet afsluiten van een reisverzekering.

zondag 11 november 2012

De AOW, een dooie duif en wandelen in de woestijn*.

"Ken je ook iemand die beroemd is en géén popster is?", vraagt mijn achtjarige zoontje, terwijl hij naast me in bed kruipt. "Rutte" zeg ik na enige aarzeling. -Ja, hij mag best weten wie de leiding heeft in dit land- Maar de rol van juf kan ik deze ochtend achterwege laten, want zoonlief heeft een politicus van een ander kaliber in gedachten: "Drees", zegt hij.
Heb ik dat goed verstaan? Zei hij Drees?, Willem Drees? Slaperig peins ik waar hij deze wijsheid vandaan heeft. Het boek 'van Drees tot Bos' had ik toch al -ongelezen- naar de kringloop gebracht? Kees zet zijn zondagochtendcollege monter voort: "Ja, Drees is heel beroemd want die heeft alle wetten gemaakt".

Er ontspint zich een mooi gesprek over gelijkheid, vergrijzing, solidariteit, en wat dies meer zij. Dat hij zelf waarschijnlijk langer door moet werken, vind hij niet eerlijk, maar rekenen is leuk. "Daar zit een som in" zegt hij opgetogen en rekent uit hoe lang de oma van zijn klasgenootje al van haar AOW geniet. '40 jaar', zegt hij. Want ja, die oma, die is al honderd-en-vijf!

Dat wereldproblemen niet opgelost zouden kunnen worden is een misvatting van volwassenen. Want Kees zelf, die weet het wel: 'Er mag pas weer iemand geboren worden als er iemand is doodgegaan.' Misschien moet hij ook maar een plaats krijgen in mijn fictieve kabinet onder leiding van Midas Dekkers.

In Amsterdam, waar we vorige week bij Kees' eigen grootouders logeerden, had ik ook al les gehad. Het was bedtijd, zijn ogen vielen dicht, met steeds slaperiger wordende stem vertelde hij over een poot van een dooie duif, een schoorsteen, een verbouwing en tot slot, alsof alles daarmee helder werd, over een code die ontcijferd moest worden, uit de oorlog. Toen ik hier verbaasd verslag van deed aan mijn vader -die wèl alle dagbladen van die week had doorgenomen- zei die: 'Hij heeft het goed onthouden en vertelde precies zoals het was.' En die code, die hebben ze nog steeds niet gekraakt.


Vanmorgen, al keuvelend over politiek en economie, vouwde ik de was. Die ik, bij gebrek aan andere vrije horizontale vlakken (het verhaal van mijn leven) op mijn bed had gedumpt. Kees staart intussen naar mijn geliefde reliëfkaart, die, als gevolg van een chaotische verlopende interne verhuizing, helaas wat is beschadigd (grote zoon Frans trok onlangs weer bij moeders in huis. Het is een wonder dat Kees de weg naar mijn bed heeft kunnen vinden, er is overal net een looppad vrij). De kaart staat half verscholen achter mijn bed.

"Daar wil ik wel eens wandelen," en hij wijst naar een rivier boven Tunis. (Ja, daar ligt eigenlijk de zee, maar de kaart staat op zijn kop) "Daar lijkt het me mooi." Hij spelt- ondersteboven- 'A-T-L-A-S-M-O-U-N-T-A-I-N-S-.
"Ik weet waarom dat de hak heet, de hak van de laars is toch even groot als Nederland?" Voorzichtig schuif ik de kaart achter het bed vandaan en we komen tot de conclusie dat Nederland minder klein is dan gedacht. Hij leest de namen van de plaatsen in Apulië, waar we een half jaar geleden zijn verjaardag vierden. Dan spelt hij de onuitspreekbare namen van steden waar ik nog nooit van hoorde in Turkmenistan, Azerbeidjan en Armenië. Hij zoekt Tabriz in Iran op, waar ik vier jaar geleden zelf op vakantie was. Zijn vingertoppen glijden over de grillige bergen. 3D kaarten zijn zo mooi. Aan de rand staan vlaggen. Bij de Turkse rode maan zegt hij: "Maar dat is toch de vlag van Oman?". (Zijn klasgenootje was er op vakantie en zij sliep, dat vindt Kees nog steeds bijzonder, in de woestíjn!).

Het is tijd voor ontbijt. Een volgende keer hebben we het misschien over de maan als symbool voor de Islam of hoe dat zit met de meridianen en de platte weergave van de wereld of, waarom niet, over de huidige kabinetsplannen. Maar misschien heeft hij zelf wel een ander college in petto. Over Roosevelt, de bodemsamenstelling of, wie weet, de relativiteitstheorie van Einstein. Daar heb ik namelijk geen kaas van gegeten.
Ter voorbereiding van de les moet ik misschien de website van het Klokhuis in de gaten houden. Of gewoon eens samen kijken.

*met een knipoog naar bentenge, die zich in een reactie iets afvroeg over mijn parate kennis. ;-)

woensdag 19 oktober 2011

30, 60, 120....

.....een braam met identiteitscrisis, gladde bomen en Berend Botje.
Daarover schreef ik. Maar toen was de tekst opeens weg. Nu zijn het plaatjes zonder ondertiteling. En een stomme film. In de woordeloze betekenis.


En 120, dat sloeg op het aantal bezoekers dat gister opeens de weg naar dit weblog wist te vinden. Wie er ook schuilgaat achter die op muizen rustende, schuivende of klikkende wijsvingers, wie jullie ook mogen zijn, wees welkom!

Zin in een ècht verhaaltje voor het slapen gaan? Lees dan hier over walnootfetisjisten.

Er zat ook een bij op de bloesem.
Hoezo 'global warming'?
Misschien zijn de bramen rijp rond kerst.
Dan kom ik weer om.