Oranje werd ik. Toen ik om tien uur 's morgens bakstenen op maat sleep met een flex. Om elf uur ging daar een wit laagje overheen van de gasbetonblokken en toen ik om twaalf uur een deel van de acht boterhammen at die ik dagelijks bij wijze van lunch naar binnen werk, leek het alsof ik zand at.
Om één uur reed ik door de stromende regen terug naar Groningen. Om twee uur lag ik op mijn rug op de grond met mijn hoofd in een nis platen vast te schroeven. Ik kreeg thee met cake van de man des huizes om drie uur. Om vier uur testte ik het water van de zojuist gemonteerde wastafel. Toen ik aan mezelf en de klant toegaf dat de klus die dag niet af zou komen, liep het tegen vijven. Om zes uur reed ik naar mijn afspraak voor een volgende klus, en plantte bij gebrek aan een parkeerplek mijn bus op de stoep voor het huis waar ik dacht te moeten zijn.
'Ding dong.'
Ver achter de deur klonk zacht: 'Wie is daar?'
Vreemd.
'Ik kom voor de badkamer.' (Nou, dán doe je écht open)
Een vrouw met rollator deed de deur op een kier, keek langs me heen en zei:
'Nu staat er alwéér een auto op de stoep. Dat mag ab-so-luut niet!'
Vervolgens, met een blik op mijn kleren: 'Komt u schilderen?'
Ik bood mijn excuses aan.
Later bedacht ik me hoe sneu zoiets moet zijn voor zo'n mensje. Bij wie misschien dagen of wekenlang niemand komt. Behalve verstrooide klussers dan.
Goed.
Nummer 34 dus. Geen 43.....
Tegen half acht reed ik naar huis. (
'Ik mail u zo spoedig mogelijk een offerte'), sprong gauw onder de douche om het stof en zaagsel van me af te spoelen en warmde de hachee en rijst op die ik twaalf uur eerder (stond in pyama uien te snijden) had klaargemaakt. Om acht uur zat ik samen met zoon Frans achter de buis met een bord vol rijst met prut op schoot. Om negen uur kwam een vriendin langs die aan haar Braziliaans bezoek, die voor het eerst in Europa was, mijn huis wilde laten zien. We dronken thee, aten koekjes en ik gaf in het Portu-Ita-Spaans toelichting bij de fotoalbums en -een deel van- de duizenden digitale foto's van de afgelopen tien, twintig jaar. Waar gaten in vallen. Letterlijk. Ondanks het geheugen van megaveel gigabites.
De boel opschonen, extra geheugen, één en ander op SD kaart of USB stick zetten?, adviseerde mijn vriendin.
Ja, maar wanneer dan? Wanneer?
Want dagen als deze volgen elkaar snel op. Op papadagen zet ik de wekker een uurtje later. Maar dan sta ik alsnog om half zeven naast mijn bed.
Auto moet uiterlijk vandaag gekeurd,
Doorverwijzing ligt al weken klaar bij de huisarts
Brood, melk, fruit..... is allemaal op.
Vissen voeren en plantjes gieten van vriend die met vakantie is.....
Rekeningen uitschrijven, offertes maken.
Ook best belangrijk.
Drukte. Had de juf ook last van. Ze vergat dat Kees een spreekbeurt had. Ja echt.
Maar hoe Kees hierover vertelde terwijl hij op het toilet zat,
was zo ontwapenend, dat het misschien toch niet zo erg was.
Daar gaat een volgend blog misschien wel over. Dat misschien minder chaotisch wordt dan dit verhaal. Ondanks mijn poging tot enige chronologie.
En de titel? Die kwam tussendoor ook nog even langs. Om me te keuren. Ze bescheen mijn snor, keurde mijn teennagels en bekeek aandachtig mijn wenkbrauwen. Want maandag ben ik haar examen.
Word ik een geharste, geëpileerde klusser. Vol stof.