Posts tonen met het label kunst. Alle posts tonen
Posts tonen met het label kunst. Alle posts tonen

vrijdag 9 november 2018

Arabia Felix of een zandbak vol hoofddoekjes?

Was ik me toch weer bijna aan het opwinden. Over wereldpolitiek nog wel. Het leek mij allemaal zo doorzichtig. Dat Pompeo in Ryad de koning en prins sprak nadat deze trouwe wapenklanten een kritische journalist hadden doen verdwijnen. Of hadden laten vermoorden. Of aan stukjes sneden.  We zullen het nooit weten. Wat we wel weten is dat kort nadat Pompeo in Ryad was, de VS de sancties tegen Iran aanscherpte, toevallig de grote vijand van de koninklijke wapenklant. Soort van handjeklap: "Prima, wij stoppen met bommen gooien op Jemen (die jullie maken), maar dan moet de VS de wapenleverancier van de andere partij in Jemen, wel straffen." 

De bommen stopten niet. Integendeel. Gisteren schenen de gevechten in Hodeida het hevigst te zijn sinds maanden. En met die sancties tegen Iran zal de VS ook niet bereiken wat ze willen, of wat Ryad wil. Peyman Jafari legde in Nieuwsuur  uit dat Iran de sancties wel zal voelen maar dat acht landen, waaronder reus China er niet aan meedoen en dat Iran ook trucjes kent om die sancties te omzeilen. Jafari is net gepromoveerd op onderzoek naar de rol van olie in de Iraanse economie en weet vast waar hij over praat. Ook verfrisssend om eens iemand te horen die niet persé staat te juichen bij het idee van een regime change in Iran. Zo'n genuanceerd beeld hoor je niet gauw van een Iraniër. 

Maar hoe gaat het ondertussen nou in "Arabia Felix", "Het gelukkige Arabië", zoals de Romeinen Noord-Jemen noemden. Zijn het inderdaad alleen Iran en de Saoudi's die daar een oorlog uitvechten, en is half Jemen stervende? Welke journalist komt daar nu nog om ons te berichten hoe het daar echt gaat?

Ana van Es is één van weinigen die dat lukte. Maanden voorbereiding kostte het haar om Jemen binnen te komen. Ze vertelde op de radio over een man die er zonnepanelen verkocht. Die deed gouden zaken, dankzij die oorlog. En er zijn meer mensen die van de oorlog profijt hebben. Ook legde ze uit dat er in Jemen geen gebrek aan voedsel is, dat de schappen vol liggen en dat er veel nieuwe supermarkten worden geopend. Alleen heeft het armste deel van de bevolking geen geld om daar iets te kopen. Voor hen komen er wel schepen met voedsel naar Jemen, maar dat vindt de kerseverse baas van het land dan weer een belediging voor zijn volk. Of hij vindt dat eten van slechte kwaliteit. In ieder geval gelden er importheffingen op. Wat me best slim lijkt, als je een oorlog moet bekostigen. Maar dat verhoogt natuurlijk weer de vraag naar voedsel. Of geld.

Oftewel, misschien toch iets minder doorzichtig dan het weinige dat ons over Jemen bereikt doet vermoeden. Hoog tijd eens op zoek te gaan naar wat dit land nog meer is dan "Een soort zandbak met teveel hoofddoekjes er in", zoals van Es het beeld schetst dat er van de Midden-Oosten bestaat bij de gemiddelde Nederlandse lezer.

In Jemen groeien granaatappels, dadels en het zou de bakermat zijn van 's werelds lekkerste koffie: Arabica. Als je even tijd hebt, kun je bij deze film nog meer moois zien. Joodse zilversmeden, vrouwen die huizen bouwen en dansende mannen. De reacties daarop komen vooral van mensen die Jemen in betere tijden bezochten: "Yemeni's are very different Arabs (...) Polite and soft speaking people they are." Wie meer houdt van Pharrel Williams, kan hier de Yemetische versie van Happy bewonderen.  Waarin ook even een meisje met het syndroom van Down danst, best revolutionair, niet alleen voor Jemen.  'Despite the difficulties our happiness will never cease', staat er bij de aftiteling.

Vanessa Lambregt schrijft hier nog meer hoopvols over veerkrachtige Jemenieten en via haar beland ik bij projekten voor film ("shoot films, not bullets"), muziek, streetart en literatuur. Bijvoorbeeld 'the Basement Cultural Foundation'. ("War is not only an arena for extremists and warmongers, but an instrument that galvanizes artists"-Joshua Levkowitz-). De oprichter, Saba al-Suleihi, is van mening dat de organisatie bewezen heeft bestand te zijn tegen het huidige conflict: "Our building was damaged by airstrikes, but we cleaned up and continued our activities. We will do this each time war strikes until there’s no more war”.  In september was er een discusssie over het werk van Simone de Beauvoir en vandaag werd er in de kelder uit het Indiaas vertaalde poëzie van Nabil Qassem geprenteerd door de Jemenitische vertaler en kunstenaar. Maar er worden ook thema's besproken als toenemende kinderarbeid.  

Misschien verdienen deze moedige mensen het meer om aandacht te krijgen dan mannen met macht die doorzichtige spelletjes spelen. 

woensdag 22 juni 2016

Na de HWA nu VIP van Christo

Donderdagmorgen. Ik app mijn ex. Of hij wil helpen met het vervoeren van een vijf meter lange buis. Voor het afvoeren van hemelwater. In normaal Nederlands ook wel regenpijp genoemd.

Voor dit vervoer had ik natuurlijk de inmiddels geleverde dakdragers op mijn auto kunnen monteren. Ook had ik de pijp, mits ik over een vooruitziende blik had beschikt, online kunnen bestellen en laten afleveren op het werkadres. Of, nog slimmer, ik had een half jaar terug mijn kleinere klusbus niet moeten verruilen voor de huidige. De oude voldeed immers nog prima en, niet onbelangrijk, er zat een imperiaal op. Waar ik de afgelopen acht jaar vele deuren, balken, plaatmateriaal en niet te vergeten, hemelwaterafvoerpijpen, op had vervoerd. Maar nee, ik moest zo nodig groter, nieuwer, hoger, luxer. Toegegeven, de muziek klinkt een stuk lekkerder. En de instelbare bijrijdersstoel is handig voor als Kees een dutje doet. Fiets achterin. Perfect geregeld. Maar dus niet voor klussen waar lang materiaal voor nodig is.

Hij schreef terug dat hij wel wilde helpen. De winkel lag tweehonderd meter aan de ene kant van zijn huis, het werkadres lag driehonderd meter de andere kant op. Het was een mooie stunt geworden. Met zo'n grijze buis dwars door de stad lopen. Er doorheen praten. Letterlijk. Oversteekplaatsen, stoplichten, fietsers die er onderdoor duiken. Een soort choreografie van de bouw. Ik had al voorpret bij de gedachte. Maar ik zegde mijn ex af. Want in mijn inpandige stortplaats die voor 'werkplaats' moet doorgaan, vond ik tussen de gipsplaten en rollen isolatie ook nog een stuk pijp van de juiste diameter. Nieuw stuk er bij kopen. Onderling verlijmen en voilà. Geen dakdrager, ex of oude bus meer nodig. Aldus geschiedde. Dus sorry stadjers, ik heb jullie dit stukje theater door de stad onthouden.

Als jullie dit lezen is het inmiddels een week later. En ben ik er tussenuit geknepen om over kunst te lopen. Op het water. Christo had zijn 'floating peers' eerst in Buenos Aires willen bouwen, daarna Tokyo, en nu is het dus toch het Lago d'Iseo geworden. En net als ik daar toevallig ben, blijkt Christo er, nadat hij het concept al bedacht in mijn geboortejaar, er zijn kunst te hebben geopend. Voor twee weken. En de mensen met wie ik er heen ga, kennen mensen, die weer mensen kennen en ....
Nou ja, ik snap er niet veel van, want de toegang tot Christo's kunst is altijd gratis. Maar toch schijnen we een soort Vip behandeling te krijgen. Maar misschien heeft dat ook met het verwachte aantal bezoekers te maken. Eén miljoen in twee weken. En zo loop ik dus niet met een grijze regenpijp door de stad maar over een dahliagele pier op het water. Dit kunstwerk is als een surrealistisch sprookje.

Wel vreemd dat het monteren van drie dakdragers me kennelijk meer moeite kost dan het lopen over de rug van een walvis (zoals de kunstenaar het zelf zegt). Ook apart dat ik boven dit stukje de titel 'slakkensoep' intypte. En dat ik het over aardbeien had willen hebben.

Aárdbeien?? Nou ja, bij mij loopt alles toch altijd anders. Dat houdt het leven spannend.


(U hoeft trouwens niet de Alpen over om over water te lopen. In Nederland realiseert kunstenaar Paul de Kort dit najaar zijn Pier + Horizon in het Zwarte Meer. Ten Zuiden van de Noordoostpolder. Dan kunt u dat vast inplannen.)








dinsdag 18 november 2014

Narcolepsie? Niet lachen!

Vorige week haalde narcolepsie het landelijk nieuws. Na de inenting tegen de Mexicaanse griep met het Pandemrix vaccin, hebben enkele tientallen kinderen slaperitis gekregen. Zo noemen we het hier thuis soms. Maar narcolepsie, zo zei Kees vandaag zelf, waarom klinkt dat eigenlijk als dyslexie?

Kees kreeg dat prikje niet. Maar zakte in 2010 wel om onverklaarbare redenen door zijn benen. In het winkelcentrum, waar we net pizza hadden gehaald bij zijn grote broer. Nadat hij weer was opgestaan keek hij verbaasd achterom. Er lag geen stoeptegel los. In de weken er na viel hij soms in slaap. Achter de tv, in de auto en toen ook bijna, heel vreemd, achterop de fiets, in Amsterdam.

We waren met opa en oma op weg naar Artzuid aan de Apollolaan. Op de Jozef Israëlkade voelde ik Kees' koppie zwaar tegen me aanhangen. Best gezellig. Maar hij werd ook steeds stiller. Toen vroeg  hij: 'Mag ik lopen, ik haat mijn ogen'. We liepen nog een paar honderd meter. Kees vocht tegen zijn slaap en loodzware oogleden. Met de eerste kunstwerken in zicht, gingen we toch zitten. Er was plek zat op het bankje onder de bomen. Het miezerde. Kees weigerde te gaan liggen, maar hing al gauw slapend tegen me aan. Toen de regen aanhield, hees ik hem half slapend weer achterop, en zocht dekking bij de eerste de beste horecatent. 

Terwijl Leo zich met zijn grootouders vergaapte aan de kunst van Tinguely, zat ik om de hoek met een slapend kind aan de koffie en de cola. Het enige vermaak dat ik had was de naastgelegen open keuken. Daar werd druk Italiaans gebabbeld. Altijd leuk, stiekem afluisteren. Mijn benen sliepen. Kees ook. Om drie uur 's middags. Mysterie.

De huisarts kwam al gauw met een diagnose. Hoewel hij niet veel verder kwam dan het tonen van 'Je zal het maar hebben' van BNN en, zo bleek later, hij er ook geen idee van had dat deze aandoening chronisch was. De kinderarts wist er nog minder van. Hij zei zelfs resoluut dat narcolepsie bij kinderen nooit voorkwam, dat het in slaap vallen vast psychologisch was en door de scheiding kwam. MRI-scan, CT-scan, hartfilmpje, de hele rimram. Geen narcolepsie te zien. Nee, meneer dokter professor, dat kun je zo ook niet zien! (het verbaast me niks dat een juiste diagnose gemiddeld zo'n zeven jaar duurt). Geluk bij een ongeluk: door de gesprekken en tests bij de psycholoog bleek Kees tevens behept met een hoog IQ. Altijd handig, een slapende slimmerik.

Nadat de kinderarts op google en wikipedia had gekeken wat de aandoening inhield, en er bij de afdeling neurologie toch narcolepsie werd vastgesteld, bood de kinderarts zijn excuses aan. Hij stuurde ons door naar een ander ziekenhuis, want, zo luidde zijn conclusie, de kans dat hij nog eens een kind met deze ziekte te zien kreeg, was nagenoeg nihil (maar dat valt na het inenten van een half miljoen kleuters dus te betwijfelen). Hij hoefde dan ook geen moeite te doen zich hierin te verdiepen.

Nu zijn we vier jaar verder. Na de ontkenning ('Ik wordt juist moe van dutjes doen!) en wanhoop (ik kom liever onder een auto) is er nu een soort verzoening. En we kunnen gelukkig lachen. Zoals vanavond onder het eten bij de 'geschiedenislessen'. Kees had het over Philips de vijfde (of was het de derde?), dat het niet slim van hem was dat hij mensen met een ander geloof doodmaakte. Zijn broer gaf boven de rookworst een college middeleeuwen waar ik eerst geen touw aan vast kon knopen. 'Over stukken papier om korter in de hel te hoeven branden (aflaten) en over de reformatie en Marten Luther King. O nee, ik bedoel Luther en Calvijn en....' Nou ja, zware kost. Kees vond het vooral erg grappig. Zijn hoofd viel om beurten links en rechts van zijn bord andijviestamppot op tafel. Hij is de enige die ik ken die letterlijk de slappe lach kan krijgen.

Eigenlijk wilde ik iets schrijven over vanmiddag, over hoe je zes kilometer fietst als je drie nachten niet hebt geslapen. Want dat is, stel ik me zo voor, hoe het voelt om een aanval van slaperitis te hebben. Volgende keer volgt hiervoor het recept. Misschien handig voor als u eens dronken terugkeert uit de binnenstad.

Voor nu:

Slaap lekker

dinsdag 30 oktober 2012

Kunst wordt (niet) genaaid!


Toegegeven, erg origineel is het niet. Sterker nog, als zij er niet over had geschreven, was ik er niet heengegaan. En als ik van te voren ook even mijn licht had opgestoken bij Cultuurbarbaartjes, wist ik dat de vier meegebrachte kindjes (van 4 tot 11 jaar) een speurtocht hadden kunnen doen in het Groninger museum.

Maar niet getreurd, want een speurtocht, die deden ze gewoon zelf. Door hersens van binnen en van buiten te bekijken, door voor dood naast een hart van drie bij drie meter te gaan liggen (Heb-je-al-een-foto-gemaakt? Mag-sien?). En door mij te laten raden welke steden de kussens in de koffers voorstelden.

Want zelf had ik niet veel tijd om die goed te bekijken. Onder meer doordat ik dat kleine grut ben ontwend. En daardoor niet goed was voorbereid op de ongelukjes van het kleinste meisje "Heb je geen schone onderbroek mee, tante Lehti?"

Het kostte ook tijd voordat haar uitgespoelde exemplaar een beetje droogde onder de museale Sandy orkaan, beter bekend als handenföhn (Help, wat een herrie!). Zodat ik er vrij laat achterkwam dat mijn eigen jongens het intussen twee verdiepingen hogerop hadden gezocht en toen het kwartet weer compleet was, werden er andere dan gebruikelijke allianties gesmeed, waardoor de interne loopbrug als verstopplek dienst deed en het ene kind van onder de stoffen hersenen een ferme trap uitdeelde aan het andere, waardoor enkele gezichten van de inmiddels gearriveerde 'guided tour' bezorgd mijn richting op keken.......

Maar wacht 's, ik had natuurlijk stiekem een slipje kunnen knopen van een stukje Fernsehturm of Empire state building (van de Twin Towers iets afknippen had weinig soelaas geboden, want die waren, heel symbolisch, van doorzichtig gaas gemaakt). Er hingen ook een hoop panty's, uitermate geschikt om een legginkje van te maken.  Maar dat had de kunstenares vast niet goed gevonden.

Om dit logje maar even naar de actualiteit te halen, -het uitstapje zelf is van drie dagen terug-, dat 'De Kunst' genaaid zou worden, dat valt, als je het kersverse regeerakkoord er op naleest, best wel mee. Weliswaar gaan volgens cultuurnetwerk het aantal plaatsen aan de kunstopleidingen omlaag, maar de aandacht voor kunsteducatie op het basis- en voortgezet onderwijs gaat juist omhoog. En, last but not least, de BTW-verhoging voor podium- en beeldende kunsten gaat niet door. Zijn al die acties van twee jaar geleden misschien toch ergens goed voor geweest. 

Voor wie de creaties van Yin Xiuzhen nog wil zien. De expositie loopt nog tot 18 november 2012.




(de reden dat de lay-out van bovenstaande zo raar is, is me een raadsel, blogspot slaat op tilt)

vrijdag 12 oktober 2012

De kat van een ton

Ja, die bestaat echt. En die vliegt. Ik ging er heen deze zomer. In de kunstrai.
Ik was blij dat mijn eigen kat geen ton was. Of 'wóóg' moet ik hier zeggen.
Want het beest liep vandaag over mijn plafond. Wat meer een doek is. Daar opgehangen om overtollig stof tegen te houden en ook een beetje tegen de tocht. Hoe het beest er op kwam weet ik niet maar het was een vreemd gezicht. En vreemd geluid, want de deukjes in het plafond gingen ook nog snorren. En toen viel het doek. Ja, niet voor de kat, anders zou ie, eenmaal omgebouwd tot vliegende kat, misschien alsnog een ton kunnen opbrengen. Nee het beest viel ván het doek. En nam bijna een schip mee in haar val.

Vergeef me. Ooit nam ik me voor om níet over kinderen te schrijven. En zéker niet over dieren of, nog erger, over húisdieren of, vreselijkste crime, over een poes, mijn poes nog wel.
Wat dan weer meevalt is dat ik het filmpje van het plafondmonster hier niet geladen krijg.

Dan maar de plaatjes.
Van een boot met een staart.












En, vooruit, ook die van de kerstboom van fietsen en een arm van tien meter. Want ik was op deze natte dag ook nog de deur uit. Maar nu even niet. Want mijn kop zit vol snot. En de vloer ligt bezaaid met papiertjes. Slaap lekker.







maandag 9 juli 2012

Poep, s.eks en andere nattigheid


Tussen het smeren van mijn lunchpakketje en het afwassen van de ontbijtbordjes door, valt mijn blik op de krantenkop: 'De kinky seks raakte een snaar'. En ja, op z'n Vlaams gezegd, 'ik ben ook maar ne mens'. Dus snel de klodders appelstroop van tafel vegen, sensueel stukje chocola erbij, dat ik half gesmolten zo van mijn nog warme vochtige afwashanden aflik, en gauw lezen wat dat kinky zoal behelst.

Ene mevrouw James heeft een bestseller geschreven over, jawel, seks. Nee pardon, haar boek gaat over líefde 'Alleen seks had nooit dit succes teweeg gebracht', zegt ze. En ze deed ook riesurtsj (waarom heet dat heden ten dage niet meer gewoon 'onderzoek'?) naar SM, macht, pijn, dominantie.

Grunberg doet in zijn cursiefje ook een duit in het zakje. Hij meldt dat de krant van dinsdag was gewijd aan erotiek. Toe maar, dat heb ik weer gemist. Zou de buurvrouw, wiens krant ik hergebruik, die editie soms voor zichzelf hebben gehouden? Grunberg zou zijn vibrator OJ (Simpson) of Boris (Becker) noemen, want 'als vrouw val ik op foute mannen'. Huh, als vrouw? wat nu weer? Maar liever houdt hij het bij een kuis tikje op de billen van Sylvia Witteman. Mits zij -en haar gezin- hier geen bezwaar tegen hebben.

Ooit begon ik ook zo, als Miss James, met vieze verhaaltjes op het net. Dat is, zoals ze in haar interview zegt, best lastig. "Je hebt geen idee of een ander het opwindend of erotisch vindt, (...) de choreografie beschrijven is ook nog niet eens zo eenvoudig." Haar stijl zou volgens critici 'bouquetreeksachtig' zijn maar ze vergelijkt zichzelf met Dickens. In de manier van publiceren dan toch. Ook hij had slechts één hoofdstuk per keer prijsgegeven. En, zo voegt ze er aan toe, "In deze tijd krijg je natuurlijk meteen honderden reacties en aanmoedigingen te zien. Ik vond dat geweldig." Kijk, daar had ik nou nooit last van hè, honderden erecties, pardon, reacties per dag. Deed ik toch iets niet goed. Geen cliffhanger, geen regelmaat of kwaliteit of, het belangrijkste, geen literair agent.  

Ik zag onlangs een documentaire over nieuwe online seksspelletjes. Met je eigen poppetje (avatar) kon je digitaal de boer op om zo digitale mede-weggebruikers te 'ontmoeten', die er -ook- seksuele fantasieën op nahouden over zaken die in het dagelijks leven op dat moment even niet voor handen zijn. De onderzoekster in kwestie haast zich om te zeggen -nadat ze zelf als avator door een andere speler virtueel is gepenetreerd- hoe disgusting (denk de bekakte dictie er bij) ze dit toch allemaal vindt. Nee, het ging er haar alleen maar om, aan te tonen dat dit bestáát, dat was toch wel erg weird en pathetic. Het zei iets over de eenzaamheid in onze maatschappij. Of zoiets.

Het past in hetzelfde straatje als wat E.L. James zegt: 'Het machtspel, gedomineerd worden, of juist domineren, vind ik erg opwindend. Op papier dan. In het echte leven is het iets heel anders.' Ik geloof haar gelijk hoor, daar gaat het niet om, maar vanwaar de urgentie gelijk te moeten melden zelf niet aan dat soort dingen mee te doen? Net als de beoordeelster/ onderzoekster op de buis. Velt men, juist door dit te willen zeggen, niet een waardeoordeel? Ongeacht wat er van waar is? Een thrillerauteur  zegt toch ook niet dat er geen aan stukjes gezaagd lijk in zijn of haar vriezer ligt? Wat is dat toch met seks?

Mijn ondeugende stukjes kenden slechts een enkele verdwaalde Rus als bezoeker. 'Lezer' durf ik dat niet te noemen. Laat staan volger. En als rechtgeaarde brave huismoeder stuurde ik mijn bloglink ook niet naar de juf van mijn kinderen. Toch maar de tering naar de nering zetten. Het inperken van mijn onderwerpen. Want schrijven voor de kat zijn kut (waarom niet 'haar kut?') is ook zo wat. Niet getreurd, want inspiratie is voor mij als schrijfverslaafde, ook na het schrappen van expliciete seksscènes, overal aanwezig. Een mens moet nu eenmaal keuzes maken in het leven. 

Dat zou in mijn werk trouwens ook geen kwaad kunnen; richting kiezen, specialiseren. Maar ach, met een breed werkterrein wordt werk ook nooit eentonig. Dus spoed ik me, terwijl er een schilderklus wacht, naar een acuut geval van verstopping. Om daar, gewapend met een trekveer, mijn kunde als loodgieter te tonen. Of putjesschepper, zo je wilt.

Op de plek des onheils draai ik de veer door drek van jaren her. (Blij dat er geen camera aan zo'n ding zit). Met in mijn achterhoofd nog het interview met James; Ook haar verbaast het hoe vrij ze schreef over anale penetratie met butplugs, maar ze is gewoon gegaan 'waar de karakters haar brachten'. Juist ja. De zware rubber handschoenen zijn geen overbodige luxe. De trekveer vindt moeiteloos zijn weg maar de verstopping blijft. Ik volg de loden afvoerpijp, die door de muur heen verdwijnt naar de buren. Daar huist een kunstenaarscollectief. Altijd leuk. Hun opslag in de kelder staat blank, en niet zo'n beetje ook. Ik verruil mijn werkschoenen voor rubberlaarzen. Al wadend tussen drijvende lege verfemmers, halfvergane schilderijen en overtollig kinderspeelgoed vind ik zowaar een riooldeksel. Ik vervolg mijn endoscopie door het inbrengen van een wat dikkere trekveer en maal dit keer door de strontresten van de buren. En toen gebeurde het.

O, nee, stop, wacht, mijn publiek is inmiddels de grootte van Remi de Rus ontgroeid. Niet veel, maar ik dien daar toch rekening mee te houden. Dus doen we het volgens het boekje. Als Dickens, of James. Moet ik nu dan zeker een deel twee toezeggen. Ach, ik ben zo onbetrouwbaar als de neten, ik zei een maand geleden ook al te stoppen met bloggen en daar kwam niks van terecht.
Maar anders kom er te veel tekst. En ik moet nodig naar bed. Vandaar.

maandag 16 april 2012

Cultuur met Naomi Campbell en Lange Frans

'Ben ik al drie keer geweest.'
Ok, geen grafisch museum.
'Wat dachten jullie van het Groninger museum?'
'Ben ik al duizend keer geweest.'

Waarom toch een museum? Besmet door de Santenkraam wellicht? Ja misschien wel, maar het was ook museumweekend. Mocht je voor één euro cultuur happen.

We belden een vriendje. Zijn zus en ouders gingen ook mee.

'Hebben ze ook iets anders dan jurken?, vroeg Leo. Maar uiteindelijk vond hij die éne toch wel mooi..... of eigenlijk vond ie ze allemáál wel mooi. Die creaties van Azzedine Alaïa. Die kleding maakte voor onder meer Greta Garbo, Michelle Obama en Naomi Campbell.


Er hing ook kleding van Iris van Herpen. Of nou ja 'kleding'. Met zo'n jurk aan, lijkt een toiletbezoek me een hachelijke onderneming. Maar misschien hoort dat wel bij haute couture.

Wij zagen Naomi niet, die in december bij de opening was geweest. Wel die andere lange gast. Frans. Het weekend ervoor. Ik herkende een liedje van hem, toen ik mij terug haastte naar het houten huisje met een doosje boodschappen uit de campingwinkel onder mijn arm. Al lang blij dat ik me achter de pannen mocht verschuilen en niet tussen al die vijftigduizend paaseizoekende Slagharengangers in de rij hoefde te staan.

Maar de neefjes en nichtjes vonden het prachtig. In de Traumboot, Tomahawk en Thunderloop. Die hen respectievelijk verticaal of horizontaal centrifugeerde of over de kop liet gaan. En 's avonds? Wat te doen in een huisje zonder Wifi, zonder laptop en internetloze mobieltjes? Dan kun je alsnog chatten hoor. Geen punt. Kijk maar.


En dan is het paasmaandag en gaat het regenen en heb je het rijk alleen in een pretpark. Nog twee uur voor de trein vertrekt.

Moeten ze nog één keer in dat supersnelle draaiding
èn naar de zweefmolen
èn in de olifantjes,
en zelfs op de paardjes. Want 'dan hebben we alles gedaan.'










Snel snel nog even een foto.
Dag zus, dag tante, dag nichtjes!
Het was een reuze gezellig Paasweekend!








     




En het museum dan? O ja, dat was gister. Hadden we in een uurtje bekeken. Maakten we nog even zelf wat kunst. Het vriendje en zijn zus gingen met ons mee naar huis. Waar ze voetbalden en hagelslag aten in de zelfgebouwde hut.

's Avonds aan tafel zetten we onze eigen jurk op een attractie. Een Ninja op een pastakar.