Het ligt niet aan mijn geslaagde stoppoging. Met/van roken bedoel ik dus. Want eerder had ik ook al een uitermate goed reukvermogen. Misschien dat ook zintuiglijke vermogens relatief zijn. Dus nu ik een bril heb aangeschaft en mezelf steeds vaker
"Ik versta je niet", tegen mijn kinderen hoor zeggen, valt het extra op dat mijn neus kennelijk nog goed doet waar ie voor bedoeld is.
Gelukkig is het niet zo erg als in
'Das Parfum', waar Jean-Baptiste Grenouille de geuren op de Ponte Veccchio te Firenze al van een kilometer ver kon ruiken. Ik las dat boek op de Havo, toen het net uit was, in het kader van een zogenaamd 'afrondingprogramma'. Een slimme manier om leerlingen die het vak Duits zouden laten vallen, toch nog wat ervaring met die taal te laten opdoen. Duizend bladzijden moest je als 'afvallige' lezen. Mijn toenmalige lerares, Wiecky heette ze (waarom onthoudt men namen uit een ver verleden wèl en vergeet men die van dierbaren. Toch maar 's een ander boek van mijn wishlist er op naslaan. Dat boek met die lange titel van
Douwe Draaisma. Quote:
"De herinnering is als een hond die gaat liggen waar hij wil."Wow, mooie beeldspraak.)
Goed, die Wiecky dus, die had het dus níet gelezen. Das Parfum. Ik kon er van alles van maken. Wat de schrijver bedoelde en zo. Zij slikte het. En ik was óver. Geloof ik. Niet dat ik daar wat mee deed, want ik hield school al gauw voor gezien. Was met mijn hoofd ergens anders. Bij de natuurkundeles wist ik van de video over Gallileo Gallilei (
ai ai ai, ik wilde hier bijna 'Goethe' schrijven. Heb mezelf als vroegtijdig schoolverlater toch een lelijk gat in mijn algemene ontwikkeling bezorgd. Interpunctie gaat me ook al zo slecht af. Of die hond is gewoon verkeerd gaan liggen.) goed, ik wist over die film dus alleen te vertellen hoe mooi dat Toscaanse landschap toch was. De docent nam daar geen genoegen mee. Wat op zich weinig zei, want de docent in kwestie had zelf óók meer oog voor het vrouwelijk (piep) jongvolk dat in zijn lokaal zat (jazeker, ook zíjn naam ken ik nog), dan voor de lesstof.
Maar ik ruik dus goed. Ik ruik het als mijn buurmeisje is langs geweest, ik ruik het als de theedoeken te drogen hangen over de radiator, ik ruik de paardenmest die wordt uitgespreid in de volkstuintjes, als er buiten op de stoep wordt gerookt, wat de buren eten, ik ruik de mond van mijn danspartner, de verse krant, de gewassen haren van mijn kinderen, thee die net is gezet. Ik ruik de rotte aardappel, ergens onderin de zak van de supermarkt, ik ruik gevallen populierenbladeren die op straat liggen, in het bos ruik ik in de herfst porcini (
éékhoorntjesbrood, wie verzint zo'n belachelijk lange naam voor een pàddestoel! Rare taal. Nederlands) en ik ruik het ook als de herfst begint in Groningen. Suikerbieten. Want hoewel
de suikerfabriek hier ter stede onlangs is afgebroken, draait die in het nabijgelegen Hoogkerk nog op volle toeren. Even de afstand opzoeken. Dat is zes kilometer hier vandaan! Ok, laten het er hemelsbreed drie zijn. Maar dan nog. Ik doop mezelf hierbij Lehti Grenouille. Zonder criminele ambities. Ik lees nu trouwens net in een samenvatting van 'Das Parfum', dat inmiddels vertaald in mijn kast staat, dat Firenze er niet in voorkomt. Het betrof geen
ponte maar een
pont. Over de Seine. Niks geen Arno. De naam Grenouille zegt natuurlijk al genoeg. Ach ja, maar dat Italië zat kennelijk toen al in mijn poriën. Korte tijd later woonde ik er zelf. De vergelijking met Grenouille gaat gelukkig op meerdere vlakken mank. Want hij is geurloos. En ik kan soms flink stinken.
Waarom ik hierover begin? Omdat, toen ik gister naar bed zou, en ik naar beneden ging om de thermostaat laag te draaien en de ontbijttafel te dekken....
toen rook ik iets.
Een man.
Ja, ik rook een mannengeur. Onmiskenbaar. Maar waar kwam het vandaan? Er stond geen vrijer in het portiek bij mijn buurmeisje, er hing geen vergeten jas van mijn minnaar of mijn oudste zoon aan de kapstok (beide strooien kwistig met geurtjes)....
Als een loops hondje liep ik door de keuken en kamer, trap op en trap af. Mijn neus achterna. En dan komt nu de vraag; hoe eíndig ik dit logje. Wat ik ben er nog steeds niet achter waar die (geur van die) man zich verscholen houdt. Dus heeft deze blogpost geen ontknoping, geen clou.
Ik ruik een vent hier in huis. Maar waar?