Posts tonen met het label fietsen. Alle posts tonen
Posts tonen met het label fietsen. Alle posts tonen

maandag 20 februari 2017

De liegende vluchteling

Er was eens een meisje van zes. Ze heette Gerda de Vries en woonde aan de Rijnkade vijftien in Arnhem. Maar gek genoeg had deze Gerda geen flauw idee hoe het er daar op de Rijnkade uitzag. Of ooit had uitgezien. Ze was in heel Arnhem zelfs nog nooit geweest. Ze heette eigenlijk ook geen Gerda. En 'de Vries' was niet de achternaam die ze van haar vader had meegekregen. Maar hoewel er niks klopte aan haar papieren, was ze er wel. Het was een meisje van vlees en bloed met bruine ogen en een grote strik in het haar. Dat knikkerde en leerde schrijven en schaatsen. Ze bestond echt. Sterker nog, ze bestaat nog steeds.

Het enige dat correct op de papieren stond, was haar geboortedatum, 1 april. Maar aan alle verzinsels rond de rest van haar identiteit, was verder weinig grappigs. De Rijnkade vijftien was namelijk gebombardeerd. Een vergissingsaanval, geallieerden hadden de stad aangezien voor het Duitse Kleef. Er vielen zestig doden. Ook dat had Gerda weliswaar niet meegemaakt, maar het was wel de reden om juist dit adres te verzinnen. Want wie wil zich nou niet ontfermen over een 'evacueetje' uit 'geteisterd gebied'? Daar is weinig verdachts aan. Wat dat betreft is er niets veranderd. Ook anno 2017 willen we eigenlijk alleen 'echte' vluchtelingen helpen. Mensen wiens huis is platgegooid spreekt tot ieders verbeelding. Maar wie liegt over zijn of haar identiteit, kan op weinig compassie rekenen.

Maar laat nu juist de afkomst van dit meisje de reden zijn geweest om te liegen. Het maakte dat zelfs haar geboortehuis in Friesland niet meer veilig was en ze moest onderduiken, samen met haar moeder en zus. Waar vader was wisten ze niet. Naar later bleek probeerde hij, vermomd als vrouw, de controles te omzeilen.

De vader van het meisje was zelf twintig jaar voor Gerda's valse papieren ook vluchteling geweest. Of mag je een jongen van twaalf, die zich zonder ouders verstopt in een volle trein, op zoek naar een beter bestaan in een ander land, zo niet noemen? Feit was wel dat toen hij inmiddels was getrouwd met een Friese boerendochter, zij twee dochters hadden en een bloeiende eigen zaak runden, hij nog niet was genaturaliseerd als Nederlander. Het wrede toeval wilde dat Nazi-Duitsland zijn geboorteland toen annexeerde en zo werd hij, als Duitser, opgeroepen voor militaire dienst. Hij wist het lang te ontduiken maar moest uiteindelijk toch het nazi-leger in. Gerda's oudere zus werd geacht naar de Duitse school te gaan. Hoe te laveren tussen wat verplicht was in oorlogstijd, de blikken van de buren en je eigen geweten?

Vader wist te ontsnappen uit het medisch, militair kantoor van de nazi's waar hij werkte in het toen nog Duitse Stettin (het huidige Szczecin, wat nu in Polen ligt. 'Landsgrenzen' blijven een vreemd fenomeen). En zo werd het meisje met de strik de dochter van een gedeserteerde Duitser en daardoor noodgedwongen Gerda. Vader dook onder en zijn gezin hield zich elders schuil. Soms waren dat fijne plekken, die toch niet veilig bleken, soms was het eten vies (maar daar mogen vluchtelingen niet over klagen). Soms waren het plekken waar het meisje en haar zus de straat op werden geschopt -kinderen maken het huis maar vies- of waar je koffer stiekem werd nageplozen door de gastvrouw. In een oorlog is het overleven. Maar het echte overleven begon voor Gerda pas na de oorlog.

Op de dag dat Friesland werd bevrijd, een maand voor 5 mei 1945, stak het inmiddels zevenjarige meisje zonder uitkijken de weg over, en werd ze aangereden door een Canadese jeep. Wekenlang lag ze doodstil in de bedstee van het onderduikadres. Men wist niet of ze het zou redden. Maar ze overleefde de klap.

Vijfenzestig jaar later maakte ik met dit meisje een driedaagse fietstocht. Van Arnhem naar Zwolle. De tocht begon daar waar ze volgens haar vluchtelingenverklaring zou hebben gewoond. Lachend poseerde ze voor de deur van de inmiddels herbouwde Rijnkade vijftien.

Het is mijn eigen moeder.







zondag 23 augustus 2015

Nederland is vol


Nederland is vol. Dus bouwen we een nog groter hek om fort Europa.
of
Nederland is vol. Maar mensen die hierheen komen zijn zielig dus die kunnen 'we' niet weigeren
of, de nieuwste:
Nederland is vol dus gooi de grenzen open want dan kunnen 'ze' na een snuffelstage in asielzoekersverwerking ook ooit weer terug om te zeggen 'Het valt tegen daar. Geen werk en het leven is duur.'  Want zo'n heen en weer van mensen is er altijd al geweest, met een hek sluit sluit je de terugweg af en versterk je het beeld dat hier wat te halen is.

Die laatste komt van Leo Lucassen en maakte zelfs de tongen los in de Telegraaf. Die ik las op een verlaten campingterras in Sint Nicolaasga. De columniste vond de vergelijking met de val van de muur nergens op slaan. Omdat het daar ging om onderdrukten van een communistisch regime.

Misschien is dat zo. En een mensensmokkelaar van toen kan nu rekenen op een podium. Wolfgang W. vertelt in 'Speeches' trots hoe hij instructies gaf om met behulp van een nagelschaar je oude paspoort te versnipperen. Hij regelde 'westerse' kleding en gaf 'les' in westerse gewoontes. Dus niet zielig in een hoekje je lot ondergaan maar zelfbewust en arrogant eisen wat je toekomt. Om niet op te vallen. Hij had 220 mensen geholpen. Vooral artsen.   
 
Anno 2015 gaat Arnold Karstens zowel naar Calais als Kos en schrijft over hoe telefoonverkopers meer geld verdienen dan degene die souvenirs aan de man wil brengen. En dat de nieuwkomers hun neus ophalen voor het noodhotel waar Griekse vrouwen dagenlang aan het poetsen waren. Een ongemakkelijk gegeven. Want vinden we eigenlijk niet dat alleen zonaanbidders eisen mogen stellen aan hun onderkomen? Ook al was voor hen de reis naar Kos waarschijnlijk tien keer goedkoper. En tien keer korter. Maar ook dat is vast geen goede vergelijking. Over de strandvlucht van bloteriken hoor ik namelijk nooit wat (of het moet iets van 'Red mijn vakantie' zijn) maar heel Europa praat over die reizigers vanuit het Oosten. Van bedrijfskantine tot in het torentje. Volgens Merkel zou het financiële Griekenlanddebacle zelfs in het niet vallen bij deze 'kwestie'. De gemene deler tussen de halfnaakte westerlingen en de gesluierde oosterlingen is wel de tijdelijkheid van hun strandverblijf.

Ik ga niet naar Kos. En kom ook nooit in een torentje of een kantine. Da's soms wel jammer, want waar en met wie kan ik dan van gedachten wisselen? Daar heb je toch echt anderen voor nodig.

Dus toog ik gisteren naar de stad. Waar ik danste en praatte en dronk. En op het Noorderzonfestival een woordeloze voorstelling bezocht in zó'n krap theaterzaaltje dat de knieën van de vrouw achter me in mijn rug priemden en de mijne in de rug van de dikke man voor me. 'Niet geschikt voor mensen die niet tegen kleine ruimtes kunnen', stond er op de pipowagen. Die hevig schudde tijdens deze 'zintuigenvoorstelling'. Waar een tocht over en onder water werd gesimuleerd. Het had wel wat weg van een volgepakt bootje. Toen ik uitstapte mengde ik me in de mensenmassa en schuifelde richting podium Zuid.

Ik vroeg wat rond naar een mogelijke 'afterparty'. Maar om daarvoor in aanmerking te komen diende je in het bezit te zijn van 'een zilveren bandje'. Als teken dat je werkzaam was op Noorderzon. Als vrijwilliger. Dat had ik niet. Want ik werkte er niet. Onderscheid moet er zijn. Misschien heb ik morgen meer geluk. 

Om één uur 's nachts dunde de mensenmassa uit. Blanke, dronken cultuurminners maakten langzaam plaats voor groepjes opgedirkte Arabische en Iraanse jongeren. Zij had de boot gemist. Maar ze waren vast ook niet vrijwillig in de pippowagen gestapt. Ik fietste moe maar voldaan weer naar huis.

Een week eerder deed ik dat ook. Fietsen. Ideetje van Leo (14). Die wilde zo graag eens met mams op fietsvakantie. Nu heb ik weinig op met fietsen als recreatief tijdverdrijf, maar omdat het doorwerken met een gebroken duim mij niet verstandig leek, kreeg Leo toch zijn zin. Het was een prima manier om de zomervakantie mee af te sluiten en Nederland te verkennen.

Tot slot nog een laatste waarschuwing voor iemand die in Turkije de oversteek wil wagen en door 'Kos' te googlen per ongeluk op dit blog belandt: 'Onderstaande beelden kunnen een vertekend beeld geven van de werkelijkheid.'  Maar, zoals u weet, gebeurt dit ook met het beeld dat we van u hebben.

Oordeel zelf.
Dat is een westerse gewoonte die u zich na aankomst het beste meteen kunt aanleren.
We doen hier weinig anders.

Hindeloopen
Woudsend
Rohel


Sint Nicolaasga
Heeg
Onlanden
Bij Thesinge









Noorderzon






dinsdag 18 november 2014

Narcolepsie? Niet lachen!

Vorige week haalde narcolepsie het landelijk nieuws. Na de inenting tegen de Mexicaanse griep met het Pandemrix vaccin, hebben enkele tientallen kinderen slaperitis gekregen. Zo noemen we het hier thuis soms. Maar narcolepsie, zo zei Kees vandaag zelf, waarom klinkt dat eigenlijk als dyslexie?

Kees kreeg dat prikje niet. Maar zakte in 2010 wel om onverklaarbare redenen door zijn benen. In het winkelcentrum, waar we net pizza hadden gehaald bij zijn grote broer. Nadat hij weer was opgestaan keek hij verbaasd achterom. Er lag geen stoeptegel los. In de weken er na viel hij soms in slaap. Achter de tv, in de auto en toen ook bijna, heel vreemd, achterop de fiets, in Amsterdam.

We waren met opa en oma op weg naar Artzuid aan de Apollolaan. Op de Jozef Israëlkade voelde ik Kees' koppie zwaar tegen me aanhangen. Best gezellig. Maar hij werd ook steeds stiller. Toen vroeg  hij: 'Mag ik lopen, ik haat mijn ogen'. We liepen nog een paar honderd meter. Kees vocht tegen zijn slaap en loodzware oogleden. Met de eerste kunstwerken in zicht, gingen we toch zitten. Er was plek zat op het bankje onder de bomen. Het miezerde. Kees weigerde te gaan liggen, maar hing al gauw slapend tegen me aan. Toen de regen aanhield, hees ik hem half slapend weer achterop, en zocht dekking bij de eerste de beste horecatent. 

Terwijl Leo zich met zijn grootouders vergaapte aan de kunst van Tinguely, zat ik om de hoek met een slapend kind aan de koffie en de cola. Het enige vermaak dat ik had was de naastgelegen open keuken. Daar werd druk Italiaans gebabbeld. Altijd leuk, stiekem afluisteren. Mijn benen sliepen. Kees ook. Om drie uur 's middags. Mysterie.

De huisarts kwam al gauw met een diagnose. Hoewel hij niet veel verder kwam dan het tonen van 'Je zal het maar hebben' van BNN en, zo bleek later, hij er ook geen idee van had dat deze aandoening chronisch was. De kinderarts wist er nog minder van. Hij zei zelfs resoluut dat narcolepsie bij kinderen nooit voorkwam, dat het in slaap vallen vast psychologisch was en door de scheiding kwam. MRI-scan, CT-scan, hartfilmpje, de hele rimram. Geen narcolepsie te zien. Nee, meneer dokter professor, dat kun je zo ook niet zien! (het verbaast me niks dat een juiste diagnose gemiddeld zo'n zeven jaar duurt). Geluk bij een ongeluk: door de gesprekken en tests bij de psycholoog bleek Kees tevens behept met een hoog IQ. Altijd handig, een slapende slimmerik.

Nadat de kinderarts op google en wikipedia had gekeken wat de aandoening inhield, en er bij de afdeling neurologie toch narcolepsie werd vastgesteld, bood de kinderarts zijn excuses aan. Hij stuurde ons door naar een ander ziekenhuis, want, zo luidde zijn conclusie, de kans dat hij nog eens een kind met deze ziekte te zien kreeg, was nagenoeg nihil (maar dat valt na het inenten van een half miljoen kleuters dus te betwijfelen). Hij hoefde dan ook geen moeite te doen zich hierin te verdiepen.

Nu zijn we vier jaar verder. Na de ontkenning ('Ik wordt juist moe van dutjes doen!) en wanhoop (ik kom liever onder een auto) is er nu een soort verzoening. En we kunnen gelukkig lachen. Zoals vanavond onder het eten bij de 'geschiedenislessen'. Kees had het over Philips de vijfde (of was het de derde?), dat het niet slim van hem was dat hij mensen met een ander geloof doodmaakte. Zijn broer gaf boven de rookworst een college middeleeuwen waar ik eerst geen touw aan vast kon knopen. 'Over stukken papier om korter in de hel te hoeven branden (aflaten) en over de reformatie en Marten Luther King. O nee, ik bedoel Luther en Calvijn en....' Nou ja, zware kost. Kees vond het vooral erg grappig. Zijn hoofd viel om beurten links en rechts van zijn bord andijviestamppot op tafel. Hij is de enige die ik ken die letterlijk de slappe lach kan krijgen.

Eigenlijk wilde ik iets schrijven over vanmiddag, over hoe je zes kilometer fietst als je drie nachten niet hebt geslapen. Want dat is, stel ik me zo voor, hoe het voelt om een aanval van slaperitis te hebben. Volgende keer volgt hiervoor het recept. Misschien handig voor als u eens dronken terugkeert uit de binnenstad.

Voor nu:

Slaap lekker

woensdag 20 augustus 2014

Ik heb een bloedhekel aan Italië!

'Jij kent Italië als je broekzak, maar je verdwaalt in Drenthe!' Werd me ooit verweten toen ik een fietstocht moest uitzetten bij Emmen. Beide beweringen verdienen enige nuancering. Ten eerste kan ik zonder schaamte verklaren een groot liefhebber van verdwalen te zijn en verder valt er op die broekzak nog wel wat af te dingen.

Desalniettemin, zag ik dat de Italiaanse journalist van 'La Stampa', die gister verslag deed van de vliegtuigbotsing 'Tussen de gemeentes van Venarotta e Gimignano, ongeveer dertig kilometer van Ascoli Piceno' zijn of haar huiswerk niet goed had gedaan.

Het betrof trouwens geen gewone vliegtuigen, maar van die monsterlijke straaljagers die wij op Franse campings nog wel eens absurd laag horen overvliegen, zodat je ineenkrimpt, je handen uit het lauwe afwaswater op je oren drukt en een halve seconde later met schuimige dreft-oren naar het toiletgebouw snelt en hoopt dat je kleuter niet van schrik in de hurkplee is gevallen. Zo'n wc noemen ze in Italië trouwens 'la Turca', de Turk, of eigenlijk 'de Turkse'.

Maar het ging hier over botsende straaljagers. Ook wel 'tornado' genoemd. Nee, dit is geen vertyping, ik bedoel echt 'tornado', zonder 's'. Want gek genoeg wordt die 'o' geen 'i', zoals in het Italiaans bij meervoud gebruikelijk is. Wat nog gekker is, is dat mij dat dan weer logisch in de oren klinkt. Het blijft lastig om nooit enig onderwijs in of over die taal te hebben gehad. Want ik weet wel het 'hoe' maar nooit het 'waarom'.

'Ascoli Piceno'. Van de Panda waar ik in 1993 mee terug naar Nederland kwam.
Whatever, comunque sia, wat daar verder ook van zij, .... twee tornado dus. Die botsten gisteren op elkaar. In de provincie Ascoli Piceno. Zegt je niks? Geen ramp. (ik weet per slot ook niet waar Coevorden ligt). Het is er net zo mooi als in Toscane en Umbrie maar minder bekend. En verder weg van Nederland en qua mentaliteit hier en daar nog in de middeleeuwen. Oeps, wat zeg ik nu? Toen ik er woonde was er toch ook al kunst en politiek gekonkel en waren er esoterische eco-bewust-zen-onkruid-markten? Maar misschien is dat juist ook wel middeleeuws.

Maar die botsing bij Ascoli vond volgens 'la Stampa' dus tussen Venarotta en Gimignano plaats. En dat zegt u misschien wèl iets. Want het Toscaanse San Gimignano is 's zomers bevolkt door Ollanders. Het is de stad van de torens, daar eeuwen geleden gebouwd om elkaar af te troeven ('De mijne is groter!), in elkaar kukelend zodat het stadsbestuur zich genoodzaakt zag de bouw van dergelijke voorlopers van de minaret te verbieden. Maar dat stadje ligt driehonderd kilometer ten Noord-Westen van Venarotta! Weliswaar vroeg de interviewer na het vliegtuigongeluk likkebaardend aan de local: 'Maar hoé groot is die brand dan?!', maar driehonderd kilometer lijkt me een erg ruime marge om in dichtbevolkt Italië een crash te lokaliseren. Er schijnt volgens Google nabij Rome nog een Gimignano te liggen, maar dat is dan weer net zo ver zuidwaarts.

De journalisten van 'la Reppublica' letten gister beter op: Zij schreven over Gimigliano, met een L. En dat ligt op slechts acht kilometer van Venarotta. Kijk, dan hebben we het ergens over. Hoewel er verder in het Zuiden nog een Gimigliano is. Maar dat ligt net zo ver van de crash als Amsterdam van  Basel, als Groningen van Praag. In Italië's zool, Calabrië om precies te zijn. Waar de N'drangheta, ’s werelds grootste cocaïnegroothandelaar, de lakens uitdeelt. Met een jaaromzet van 53 miljard zou die die van McDonald’s en de Deutsche Bank overstijgen. Hun tentakels reiken tot in Limburg. In Calabrië krijgt de -reguliere- belastingdienst en justitie maar geen grip op de...

Mens, Lehti, nu doe je het weer! Hou toch op om dat prachtige Italië zo negatief neer te zetten! Weet je wel dat Martin Simek (in wiens geboortestad Praag ik onlangs was) er na lang omzwerven zijn ideale woning vond? In dat donkere Calabrië? Ok, hij vertelde op de radio een luguber verhaal dat bij zijn huis hoorde. Iets met een moordzuchtige eigenaar. Waar niemand iets van wist. Maar die Simek wist dat dan weer zo te vertellen dat het vanzelf iets positiefs werd. Hij schreef er een boek over: bloedsinaasappels.

Of Gimignano dan wel Gimigliano nog wat betekent, vraag je?
Geen idee.
'Venarotta' wel.
Huivert van de symboliek:
'Kapotte ader'.













Chi disprezza compra....Was sich liebt das neckt sich.

(Googletranslate maakt hier van: 'U houdt van plagen zichzelf')



maandag 18 maart 2013

Reuring in de Pijp (en een beetje Berlage)

Reuring:
'beroering, drukte, gedoe, leven, opschudding', wordt hier gezegd.
Ook wel: 'Amsterdams woord voor gezellig druk'.

Beide benaderen de werkelijkheid aardig.

Als klap op de vuurpijl gingen we er zelfs eten. Daar bij Reuring.
Waar wilde wortel en paard prima smaakten. En het gezelschap ook.

Ik zie dat AT5 er drie dagen eerder ook al aandacht aan besteedde. 
Reclame is niet nodig, want het zit er toch altijd vol.

Weet je wat ook leuk is?
Kaas en kleren kopen op de Albert Cuyp.
Tussen de toeristen door laveren op de Berenstraat.
Op een bankje in hartje stad een broodje mozzarella eten onder het genot van live vioolmuziek.
En vooral naar boven kijken, heel veel naar boven kijken.
In de Kalverstraat
of al fietsend door plan Zuid.
Verveelt nooit.
















 












woensdag 13 maart 2013

Grillig Groningen en de Harlem shake


Hoewel hij in hartje winter werd geboren, viel zijn feestje in de lente. Althans, dat leek zo. Dat liep zo. Want ik had geen tijd of geen zin in dat gedoe. Ook het prikken van een dag was lastig want vriendjes gingen om beurten met vakantie.

Het moest weliswaar een verrassing zijn en hij wilde er niks van weten maar hij was nu alweer een paar weken geleden jarig geweest en herinnerde mams af en toch maar met klem aan haar belofte: 'Ik hoop dat de speurtocht heel leuk wordt'.









Op vijf maart was de hele school een dag vrij, het was toevallig zomaar vijftien graden en zo verreden acht jongens die dag de beloofde speurtocht dwars door Groningen. Ze maakten knotsgekke 'Harlem Shake' filmpjes die ik niet online mag zetten en bakten als afsluiter pizza in het restaurant bij de grote broer.
 
's Avonds, toen ik hem al basketballend het portiek hoorde naderen, deed ik alvast de deur voor hem open. Hij spreidde zijn armen en zei stralend: "de speurtocht was fantastisch!"

Uitstellen is soms zo slecht nog niet. Maar ben blij dat ik niet langer wachtte, want nu, een week later, ligt er buiten alweer sneeuw. In het zuiden van Nederland zag men geen zon, half Frankrijk zit vast in zijn auto op de weg en er stond dertienhonderd kilometer file in België. Maar niet in Groningen hoor. Daar was het landschap bedekt met een prachtig laagje poedersuiker en verder vooral stil en leeg. Op mij na dan.