dinsdag 28 februari 2017

Het feest dat aan half Nederland voorbij gaat

Indianen, zwervers, zebra's, muizen, vliegeniers, clowns, presidenten, giraffen, BFI agenten, Robin Hoods, Rastafari's, bijen, bakkers, militairen, bejaarden met rollators, generaals, dracula's, supermannen en zelfs een wortel. Die liep ik dit weekend allemaal tegen het lijf. Ze groetten en zongen en maakten muziek. Toen het ging stortregenen trokken ze vrolijk een regenpak over hun kostuums aan en gaven geen krimp. Ze bleven gewoon doorfeesten en zingen en lachen.
    
Ik wist het niet meer. Was totaal vergeten dat het bestond. Wat zeg ik? 'Bestaan' is toch echt wat zacht uitgedrukt voor dit jaarlijks terugkerende feest, waar elke peuter en grootouder bezuiden de rivieren aan lijkt mee te doen. Waar geen ontsnappen aan is, niet in de trein, niet in de bus, niet op de scooter en zelfs niet als je gaat fietsen van Nijmegen naar het Duitse Zyfflich. Alwaar je je koffie slechts kunt nuttigen tussen de cowboys, monniken en prinsessen. Het is wel even wennen, maar zo'n onderdompeling in een onbekende cultuur vol vrolijke mensen maakt wel dat ik me meteen minder druk maakte om de spaken van mijn fiets. Waarvan er één, oh nee twee, eh... zes braken.

Achteraf bedacht ik ook hoe fijn het was dat ik zonder identiteitscheck de grens over kon steken. Net als prins carnaval. Ik merkte zelf nauwelijks dat ik in een ander land was. Niemand maakte zich daar druk om. Geen volksmenner zal het lukken om mensen bang te maken met 'Wees op uw hoede voor de caranavalsvierders die de Nederlandse cultuur bedreigen'. Ook niet nu er, van Australië tot de VS, en zelfs in ons eigen Almere 'horrorclowns' opduiken die met messen zwaaien en erger. Maar misschien komt er ook nog eens een politicus die daarom de Cliniclowns op een lijst van terroristische organisaties wil plaatsen.  

Toen onze koningin, toen ze nog verkleed was als prinses, tien jaar geleden zei dat 'dé' Nederlandse cultuur' niet bestond, was het land te klein. Maar wie een beetje nieuwsgierig om zich heen kijkt, zal aangenaam verrast zijn. Nederland kent veel kleurrijke feesten. Naast Carnaval hebben we ook nog het offerfeest en het suikerfeest. Daarbij kleden de mensen zich niet alleen op hun paasbest, ze serveren ook nog eens heerlijke gerechten. Met de voorbereidingen is men net zo lang zoet als de Limburger met zijn outfit.

Verkleed je eens als indiaan, prinses of hijs je eens in een toga. Zodat je een dagje voor rechter kunt spelen. Maar hou het dan liever wel bij spelen. En ga vooral niet denken dat je een land kunt besturen door mensen bang te maken voor iedereen die 'anders' is. Daar bouw je geen feestje mee. 
En zeker geen land.








(Zou Wilders dit jaar nog verkleed de straat op gaan in zijn eigen Venlo? Een boerka-outfit zou ik hem toch ontraden. Zou sneu zijn als hij zich moet beveiligen tegen zijn eigen aanhangers.)

maandag 20 februari 2017

De liegende vluchteling

Er was eens een meisje van zes. Ze heette Gerda de Vries en woonde aan de Rijnkade vijftien in Arnhem. Maar gek genoeg had deze Gerda geen flauw idee hoe het er daar op de Rijnkade uitzag. Of ooit had uitgezien. Ze was in heel Arnhem zelfs nog nooit geweest. Ze heette eigenlijk ook geen Gerda. En 'de Vries' was niet de achternaam die ze van haar vader had meegekregen. Maar hoewel er niks klopte aan haar papieren, was ze er wel. Het was een meisje van vlees en bloed met bruine ogen en een grote strik in het haar. Dat knikkerde en leerde schrijven en schaatsen. Ze bestond echt. Sterker nog, ze bestaat nog steeds.

Het enige dat correct op de papieren stond, was haar geboortedatum, 1 april. Maar aan alle verzinsels rond de rest van haar identiteit, was verder weinig grappigs. De Rijnkade vijftien was namelijk gebombardeerd. Een vergissingsaanval, geallieerden hadden de stad aangezien voor het Duitse Kleef. Er vielen zestig doden. Ook dat had Gerda weliswaar niet meegemaakt, maar het was wel de reden om juist dit adres te verzinnen. Want wie wil zich nou niet ontfermen over een 'evacueetje' uit 'geteisterd gebied'? Daar is weinig verdachts aan. Wat dat betreft is er niets veranderd. Ook anno 2017 willen we eigenlijk alleen 'echte' vluchtelingen helpen. Mensen wiens huis is platgegooid spreekt tot ieders verbeelding. Maar wie liegt over zijn of haar identiteit, kan op weinig compassie rekenen.

Maar laat nu juist de afkomst van dit meisje de reden zijn geweest om te liegen. Het maakte dat zelfs haar geboortehuis in Friesland niet meer veilig was en ze moest onderduiken, samen met haar moeder en zus. Waar vader was wisten ze niet. Naar later bleek probeerde hij, vermomd als vrouw, de controles te omzeilen.

De vader van het meisje was zelf twintig jaar voor Gerda's valse papieren ook vluchteling geweest. Of mag je een jongen van twaalf, die zich zonder ouders verstopt in een volle trein, op zoek naar een beter bestaan in een ander land, zo niet noemen? Feit was wel dat toen hij inmiddels was getrouwd met een Friese boerendochter, zij twee dochters hadden en een bloeiende eigen zaak runden, hij nog niet was genaturaliseerd als Nederlander. Het wrede toeval wilde dat Nazi-Duitsland zijn geboorteland toen annexeerde en zo werd hij, als Duitser, opgeroepen voor militaire dienst. Hij wist het lang te ontduiken maar moest uiteindelijk toch het nazi-leger in. Gerda's oudere zus werd geacht naar de Duitse school te gaan. Hoe te laveren tussen wat verplicht was in oorlogstijd, de blikken van de buren en je eigen geweten?

Vader wist te ontsnappen uit het medisch, militair kantoor van de nazi's waar hij werkte in het toen nog Duitse Stettin (het huidige Szczecin, wat nu in Polen ligt. 'Landsgrenzen' blijven een vreemd fenomeen). En zo werd het meisje met de strik de dochter van een gedeserteerde Duitser en daardoor noodgedwongen Gerda. Vader dook onder en zijn gezin hield zich elders schuil. Soms waren dat fijne plekken, die toch niet veilig bleken, soms was het eten vies (maar daar mogen vluchtelingen niet over klagen). Soms waren het plekken waar het meisje en haar zus de straat op werden geschopt -kinderen maken het huis maar vies- of waar je koffer stiekem werd nageplozen door de gastvrouw. In een oorlog is het overleven. Maar het echte overleven begon voor Gerda pas na de oorlog.

Op de dag dat Friesland werd bevrijd, een maand voor 5 mei 1945, stak het inmiddels zevenjarige meisje zonder uitkijken de weg over, en werd ze aangereden door een Canadese jeep. Wekenlang lag ze doodstil in de bedstee van het onderduikadres. Men wist niet of ze het zou redden. Maar ze overleefde de klap.

Vijfenzestig jaar later maakte ik met dit meisje een driedaagse fietstocht. Van Arnhem naar Zwolle. De tocht begon daar waar ze volgens haar vluchtelingenverklaring zou hebben gewoond. Lachend poseerde ze voor de deur van de inmiddels herbouwde Rijnkade vijftien.

Het is mijn eigen moeder.







zondag 12 februari 2017

De merel zingt weer, maar het schrijfseizoen is nooit voorbij.

Onderweg naar een schilderklus zag ik vorige week de opkomende zon als een grote oranje bal boven de nog benevelde velden hangen. 's Avonds was ik tot na zonsondergang bezig met het afhangen van een zelfgemaakt tuinhek aan twee solide duimhengen (wat een mooi woord is dat toch: hengen). Er wachtten verder nog een verstopte keukenafvoer, het afkitten van een badkamer en in het weekend was ik in de weer met het op maat schaven van klemmende deuren en ramen. Een heel leger therapeuten zat tijdens hun sessies namelijk op de tocht. Sommige psychologen hadden het ergste leed proberen te verhelpen met wat plakband en een opgerolde theedoek.

Het verhelpen van tocht en verstoppingen blijft soms wat ondankbaar of in elk geval onzichtbaar werk. Er kunnen geen mooie plaatjes van op mijn website worden gezet. Het enige dat kan aantonen of ik mijn vak versta, is het uitdoven van klachten over de kou.

Als de dagen lengen stroomt mijn agenda weer vol. Mensen lijken te ontwaken uit hun winterslaap, willen iets veranderen aan hun woonst, aan hun nestje. Er moet opeens iets worden verbouwd of hersteld waar men in de winter minder last van scheen te hebben. Ze bellen mij en ik rij er heen. Voor het negende jaar op rij. De lente is voelbaar, zichtbaar en zelfs hoorbaar. Merels zingen als de avond valt.

Ik mag niet klagen maar eigenlijk wil ik schrijven. Elke dag, elk uur, altijd. Ik sta op met verhalen en val ermee in slaap. Daar krijg ik geen kramp van in mijn handen zoals bij het schilderen vaak gebeurt. Op mijn mobiel staan vele interviews en er liggen vol gekrabbelde schriftjes naast de laptop te wachten om te worden getransformeerd tot een roman. Aantekeningen met beelden, met geuren en ontroering.

Het is een verhaal dat verteld moet worden. Dat van alle tijden is. En er altijd zal zijn. Het is een verhaal over Ierse, Baskische en Franse voorouders. Maar ook dat van mijn Weense opa die als wees zijn heil zocht in Friesland. En ook van Syriers en Marokkanen van nu. Het gaat over gelukszoekers, avonturiers, over mensen die een beter leven willen. En voor wie het verminderen van kou en tocht niet meer volstaat. Die er altijd al zijn geweest. Maar zo lang er ook mensen zijn die de verbetering van hun leefomstandigheden zoeken in kleinere veranderingen. Zo lang er tuinhekken omwaaien, keukens verstoppen en ramen kieren, zal het nog minstens een jaar gaan duren voordat er een lezenswaardige roman is.

Het is fijn dat er weer werk is en dat mijn inmiddels trouwe klantenkring daar ook keurig voor betaalt. Maar hoe mooi zou het zijn als die erkenning er ook kwam voor mijn geploeter met woorden, met zinnen, met verhalen die er ik zo graag vertel. Jammer genoeg levert dat niet alleen geen beleg op, maar zelfs geen boterham.

Wie weet. Wie weet zal er, als de merels over een jaar opnieuw gaan zingen, iemand zijn die me vraagt om te schrijven. Een boek, een verhaal, een column. Het maakt me niet uit. Als ik maar mag schrijven.

Inmiddels is het een week later. Er trekt een nieuw koudefront over ons land. Misschien moest ik me vandaag maar richten op het verbeteren van mijn eigen leefwereld. Mijn tuinhek klemt en er is nog een bed dat gemonteerd moet worden. Maar voorlopig verschans ik me bij de kachel achter mijn toetsenbord. Waar ik woorden laat stromen, zinnen verzin, zinnen verzet en geniet.

Buiten fluiten de vogels en schijnt de zon.

zaterdag 28 januari 2017

Over het herinneren van heldinnen

De vuurwerkresten zijn opgeveegd. Voor de gretige inkopers onder ons rest de vraag wat met de overgebleven knallers te doen. Ergens wegstoppen. Maar mag dat wel? Weggooien is ook zo wat. Zodra je het hebt opgeborgen op een plek waar je de komende 364 dagen niet zult kijken, weet je vrij zeker dat je het op 31 december van dit jaar niet meer zult vinden. Maar dat is van later zorg.

De doden van 2016 zijn betreurd. Bowie, Prince en Leonard Cohen. George Michael, Toots Tielemans en onze eigen Peter van Straaten. Zomaar een greep uit een lijstje namen van mensen die het afgelopen jaar het leven lieten. Wat me in zulke rijtjes steeds opvalt, is de oververtegenwoordiging van mannen. Ok, toegegeven, mannen sterven eerder dan vrouwen. Maar dan zou statistisch gezien alleen de leeftijd waarop is gestorven afwijken. Houden vrouwen soms minder van schijnwerpers? Of ligt de oorzaak bij degenen die de idolen maken, bij ons? Wat Cruijff betreft kan ik de reden wel bedenken. Mannenvoetbal trekt nu eenmaal meer kijkers en dus sponsoren. Is de overaanbidding van mannelijke helden dan alleen een kwestie van geld?

Sinds kort pronkt op de sweater van mijn puber de strenge kop van Muhammad Ali. Dat vindt vast niemand raar. Een idool op je shirt mag. Ook als ie nog onder ons is. Michael Jordan of LeBron James. Niks mis mee. Tot het tegendeel is bewezen. Zo zou ik met OJ Simson meer moeite hebben. Maar waarom zijn het allemaal kerels? Je zult niet gauw een vijftienjarige met Amy Winehouse zien rondlopen. Of, waarom het ook bij de dames niet zoeken onder de nog levende sporthelden, wat dacht u bijvoorbeeld van Lucia Rijker? Voor het geval er geen lichtje gaat branden, help ik u even op weg. Deze nationale sportheld speelde een hoofdrol in de met een Oscar bekroonde 'Million dollar baby' van Clint Eastwood. Een film die goed was voor vier Oscars en twee Golden Globes. Rijker zelf behaalde maar liefst zes wereldtitels in het boksen en het kickboksen. Ze nam ook deel aan de documentaire met de veelzeggende titel 'Shadow boxers'.

Hoe groter de roem, hoe vaker een bijnaam. Zo draagt Badr Hari de naam 'Golden boy'. Lucia Rijker moet zich tevreden stellen met 'Lady Tyson'. Een naam die is afgeleid van een -uiteraard mannelijke- bokskampioen. Die net als Hari weliswaar in aanzien is gedaald, maar toch tot ieders verbeelding spreekt. Overigens zei Rijker in december 2016 dat ze Hari maar 'slappe hap' vindt. Kickboksen van nu heeft volgens Lucia alleen nog maar met het 'grote geld' te maken. Tja.

Of kent u Mariele Kruse? Ook zij won meerdere wereldtitels in het kickboksen. Hoger kun je niet komen. Dat deed de eerder genoemde Hari ook, maar hij moest enkele titels weer inleveren vanwege onsportief gedrag. Over Mike Tyson zullen we het maar niet hebben. Overigens heeft Google wat moeite met de juiste spelling van Mariela.

Nu heeft boksen me nooit zo beziggehouden. Veel verder dan het wassen van de trui met Ali er op, reikt mijn band met deze sport niet. Maar het blijft natuurlijk vreemd dat het horen van de naam Hari meer herkenning oproept dan Kruse of Rijker. Zou het dan echt alleen een kwestie van geld zijn?


Mijn goede voornemen is om de vrouwen die ons ook dit jaar ongetwijfeld zullen ontvallen, meer in de schijnwerpers te zetten. En dan mik ik niet op 'shadowwomen' als Nancy Reagan. -hoe triest is het dat wij en masse haar meisjes- en artiestennaam vergaten- maar meer op beroemdheden als Zsa Zsa Gabor of de fantastische schrijfster Helga Ruebsamen. Als we de vrouwen die komend jaar de pijp aan Martina geven, wat meer aandacht geven, kunnen we hun kijk-, lees- en verkoopcijfers wellicht alsnog een boost geven. Niks draagt meer bij aan je succes dan doodgaan.

Ik zal een paar sterretjes voor ze branden. Of, als ik die nog kan vinden, een keukenmeid voor hen door de straat laten gillen. En om er voor te zorgen dat heldinnen ook op toekomstige lijstjes prijken, kunnen we nu vast beginnen met de nog levende legendes beter voor het voetlicht te brengen.

Doet u mee?

woensdag 18 januari 2017

Bevend in Italië

De wandeling over de Via Appia, waar naast mij vooral cruisende Romeinen rondwandelden, had ik overleefd. Ook de ontmoeting met de Siciliaanse studente en die met meneer 'Robin Hood' op het station van Casabianca (Witte huis) leverden verhalen op die mooi waren om naar te luisteren.

In Rome was het 's middags warm geweest. In Terontola, mijn laatste overstapstation, vluchtte ik vanwege de snijdende kou café Sport binnen. Ik klapte mijn laptop open op het minuscule tafeltje maar het scherm bleef zwart. Of dat aan de accu lag, of dat het kasseienhobbelen het ding fataal was geworden, kon ik niet nagaan omdat het stopcontact niet paste op de computerstekker. Of zeg je zulks andersom?

Ach ja, stroom. Ik hoor nu dat er in de naastgelegen regio Abruzzen, vierhonderdduizend mensen zonder elektriciteit zitten. Ik hoop maar dat zij wel reserveaccu's hebben. Daken dreigen te bezwijken onder het gewicht van de sneeuw, die op sommige plekken meer dan een meter hoog ligt. En dan gaat de aarde ook nog beven.

Na de tweede beving, die ik voelde omdat de palletkachel waar ik tegenaan leunde bewoog, ben ik maar inkopen gaan doen. Daar was veel winkelpersoneel aan het bellen en moeilijk aanspreekbaar. Zelfs bij de kassa werd ik met één hand bediend, terwijl er vrolijk werd doorgepraat. Beleefd wachten tot ze klaar was met bellen was niet nodig, zo gebaarde ze.

De reden van dat fanatieke bellen was nu eens niet om overdreven interessant te doen, maar omdat alle kinderen in Midden-Italië op straat waren gezet. Eerst moesten ze onder de tafels kruipen, maar daarna werden ze toch maar naar huis gestuurd. Best lastig, als je ouders in een winkel staan en ze je niet kunnen ophalen.

Maar men kan in dit land de klant kennelijk ook bellend bedienen, want ik keerde terug met de juiste inktcardtridges (mijn vliegticket moet nog geprint), een doucheslang die niet in de knoop kan (ik kan er het klussen niet laten) en zes kilo pasta die ze in Holland niet hebben. Althans, niet voor veertig cent per pak. De bavette (slijmpjes) en linguine (tongetjes) kunnen het gat dat in mijn koffer achterbleef van de
Groninger koek mooi opvullen.

En het is hier koud. Niet dat de temperatuur hier gauw onder nul daalt, maar de Tramontana, de wind die uit de bergen komt, snijdt dwars door drie broeken heen. En die hou ik hier binnen, net als mijn bergschoenen, nu toch maar aan. Nu om half drie net de vierde, of was het de vijfde beving de lampen deed slingeren. Overigens schijnt er hier sinds augustus 2016 elke vier minuten een aardbeving te zijn.

Uit mijn Italiëtijd weet ik me nog te herinneren dat mijn vingers er bijna afvroren als de Tramontana blies. Vooral als ik een poging deed de was buiten op te hangen. Nu lijken mijn vingers te verkrampen als ik het thuisfront per Whattsapp schrijf dat het hier met de schade vooralsnog meevalt.

Tot zover de berichtgeving uit bevend Italië.











dinsdag 17 januari 2017

Ik ga op reis en ik neem mee: een betonmixer, lege flesjes en yoghurt (2)


Wat er aan vooraf ging

De thee is nog heet, de koffie ook. Zuinige Lehti gaat in het vliegtuig geen drie euro neertellen voor een kopje oplosslootwater. Ik kan beide thermossen onmogelijk leegdrinken. Misschien vriezen ze straks wel stuk. Hopelijk zit er wel antivries in mijn auto. Met een kop koffie in de één en mijn mobiel in de andere, lees ik het verslag van mijn zus, die na tweeëntwintig uur treinen door Duitsland, net terug is van de begrafenis van haar voormalige schoonmoeder. Ook daar woedde een sneeuwstorm. Ze strandde gelukkig niet zoals de TGV passagiers gister in Frankrijk.

Een half jaar terug stond ik zelf ook naast een graf. Dat van mijn eigen voormalige schoonvader. En nam honderden condoleances in ontvangst. Toen ik gisteravond op zoek ging naar wat eetbaars, vond ik in de vriezer een bakje ingevroren kippensoep voor zijn vrouw. Dat had ik er opgeschreven. Met datum. Ik ontdooide toch maar de nasi die ernaast stond.

Ik heb wel een boardingpas, maar geen contant geld. Helaas weigert de pinautomaat dienst. Er dansen drie jongens in de vertrekhal. Ik vraag of ik ze mag filmen. Omdat mijn vijftienjarige zoon ook zo van mooie moves houdt. Ze wijzen naar hun Engelssprekende choreograaf. Ik druk te laat op het goede knopje. Op de opname die ik Leo stuur, staat de gladde tegelvloer.

In de rij voor de scanner kleed ik me alvast een beetje uit. Riem, schoenen en de sleutels en oude schroefjes uit mijn broekzakken mik ik keurig in de bakjes. Ik ga voor de verandering niet piepen en word niet gefouilleerd. Maar mijn hoerastemming is gauw over: 'Van wie is deze tas?' 'Kunt u 'm even openmaken?'. En ik had nog wel braaf mijn laptop er uit gehaald, waterflesjes leeggedronken  -niet vergeten straks weer te vullen!-. Een bakje yoghurt bleek de boosdoener. Die had Leo gekocht toen hij vond dat de koelkast voor ik wegging wel érg leeg was. Maar in yoghurt, zeker in deze Griekse, kan natuurlijk een bom zitten. Weg met de yoghurt. Safety first.

De dansers gingen dezelfde kant op. Zaten zelfs op de rij achter me. Ze beloofden me een herkansing in Rome. Alwaar ik ze uit het oog verloor en van de weeromstuit vergat om de flesjes bij te vullen zodat ik twee uur later, mijn rolkoffer voortslepend over keien van duizenden jaren oud, zwetend als een otter, over de via Appia Antica liep zonder een drup water. Zelfs in januari is het warm in Rome. Wat ik daar deed leest u een volgende keer misschien. Maar nu moet ik nodig schrijven. Daarvoor kwam ik hier tenslotte.


zondag 15 januari 2017

Ik ga op reis en ik neem mee: een betonmixer, lege flesjes en yoghurt (1)

Mijn bus rijdt weer. Zelfs de radio heb ik weer aan de praat. Dat gaat anno 2017 niet meer met een knopje. Daar heb je eerst een code voor nodig. Kun je online opvragen. Door veertien cijfers in te voeren. Die ergens op je radio staan. Waarvoor het ding dus eerst úit de auto moet. Maar ik kon die hele cijferreeks niet vinden. Bij de dealer kostte het me zes euro en een half uurtje wachten. "Ja, mevrouw, dat duurt even." Vooruitgang heet dat. Maar goed, ik rij, luister en zing soms mee.

De laatste klussen; een slot, een tegelvloer en een verstopte keukenafvoer, rondde ik gister af. De klant met de omgewaaide schutting kon wachten. Ik knijp er eerst een weekje tussenuit. Om te gaan schrijven.

Mercury, Bowie en Lou Reed houden me gezelschap. Ze zingen over Somebody to love en China girl. Ook George Michael en Prince komen voorbij. Misschien komen dode zangers 's nachts tot leven. Het lijkt ook alsof er meer wordt gepraat op dit late uur -of is het nu juist apevroeg?- Wat best goed uitkomt, nu ik me met slechts drie uurtjes slaap in de richting van de eeuwige stad begeef. Via de lichtstad.

Over Bob Dylan, die bij ons thuis vroeger werd grijsgedraaid, kom ik aan de weet dat het meisje dat hij dumpte uit het leven wilde stappen, dat hij daarna met Joan Baez in bed lag en op de planken stond. En dat, toen hij haar in roem voorbij was gestreefd, naliet wat Joan Baez wel altijd bij hem schijnt te hebben gedaan: hem prijzen als groots artiest. Het beeld dat Dylan een prijs krijgt omgehangen door Obama plopt omhoog. Van de Nobelprijs die hij kreeg heb ik geen beeld. Daar reageerde hij niet op. Je leert nog eens wat, zo zoevend door het besneeuwde land.

Ik weet via het nieuws intussen ook dat er zonet een lichaam is gevonden op de A28 bij Beilen. Daar reed ik anderhalf uur geleden langs. Ik heb geen lijk gezien. En ik denk ook niet in staat te zijn om ongemerkt iemand dood te rijden.

De Waal over. Een brug oversteken blijft bijzonder. Zeker als het waait. De grens is vlakbij. Op een Duitse zender wordt de aankomende Amerikaanse president op de hak genomen. Iets met dat de echtgenoot van zijn vrouw zo'n fantastische kerel is. Op een half bord langs de bijna lege A50 staat 'VORSTENB en UDEN C'. Je kunt beter een bord kapot rijden dan een mens. Nog een half uur te gaan.

Hoezee, de bus past in de parkeergarage! Ik zet de achterdeur strak tegen een pilaar. Blieb, blieb BLIEIEIEB!', bij het inparkeren blijkt vooruitgang soms toch handig. Het meeste gereedschap had ik in mijn schuur gezet, maar die lompe betonmixer ligt nog achterin mijn bus. Zou best balen zijn als ik bij terugkomst van mijn schrijfweek ontdek dat ie gestolen is. Hoewel degene die met een betonmixer onder de arm door een fel verlichte autoflat wandelt, een opvallende verschijning zou zijn.

Vervolg

maandag 26 december 2016

J'aime sterdam

Daar waar BN-ers al joggend hun hoofd leegmaken.
Waar reclames van vroeger een nieuwe lik verf krijgen.
Waar ketchup-fietsen zijn en luchten grijzen.
En kerken in groen gaas zijn verpakt. 

Daar waar moeders peren rood stoven 
en vaders garnalen bakken met citroen. 
Waar kaarslicht flakkert in een ooit gevonden spiegel 
en elke drie minuten een vliegtuig landt van ver.

Daar waar wordt gestoeid en gemusiceerd.
Al is er van een 'Silent night' geen sprake als er 
op de terugweg uit de kelen van mijn nageslacht klinkt:
"You better lose your yourself in the moment, the music"

Daar hou ik van. 
















'la Cine, l'Afrique et l'Islam.
Sont réunies, et toutes les races
Enfine s'embrassent
Á Amsterdam.'
(Guy Béart)



zondag 25 december 2016

Waarom neemt Merkel geen voorbeeld aan Iran?

Misschien is het goed eerst even stil te staan bij Lukasz Urban. Het lijkt er op dat deze truckchauffeur, alvorens te worden doodgeschoten door de doorgedraaide kaper van zijn truck, heeft geprobeerd meer slachtoffers te voorkomen. Op die Berlijnse kerstmarkt van afgelopen maandag. Het signaal is opgepikt en eerdere bedreigingen aan het adres van zijn oom en tevens werkgever zijn nu omgezet in acties om geld in te zamelen voor de nabestaanden van Lukasz. Ze zouden tevens een speciaal pensioen ontvangen.

Uiteraard wordt nu niet het hele Poolse volk geëerd. Wie iets dergelijks oppert, ook als je niet naast die boze oom aan de kerstdis zit, zal slechts schamper worden toegelachen. Want waarom zou men een heldendaad van één man toeschrijven aan een heel land? Het Polenmeldpunt is vast niet bedoeld om een soort lintjesregen te bewerkstelligen.

De man die een kogel door Lukasz heen jaste, was een crimineel. Als je wat verder op het net zoekt kom je ook zaken als drankgebruik en brandstichting tegen. En ja, het was ook een Tunesiër. De Marokkaanse geheime dienst had voor hem gewaarschuwd en zijn broers (toevallig ook Tunesiërs) menen dat hij in de gevangenis is geradicaliseerd. Maar dat is kennelijk te veel informatie voor degenen die de bedenker van eerder genoemde Polenmeldpunt bejubelen. Zaken moeten simpel. Bij onrecht hoort een vijand. En dan het liefst een hele groep. Het volk wil bloed zien. En het volk wordt voorzien. Lekker scoren met een plaatje van Merkel met bloed aan haar handen. Want zij verwelkomde toch een miljoen mensen van 'daaro'? Nou dan! Allemaal criminelen! Grenzen dicht! Ja, ook voor Polen uiteraard.

Maar als het om simpele oplossingen gaat, ken ik er ook nog één. In Europa is vaak verontwaardiging als er na een schietpartij in de VS om méér in plaats van minder wapens wordt geroepen. Kunnen we die verbazing niet ook toepassen op het wapen van de crimineel in Berlijn? En dan bedoel ik niet het wapen waarmee hij schoot.

Berlijn is van oorsprong een autovriendelijke stad. Er zijn jaarlijks honderddertigduizend verkeersongelukken. Met tweeduizend zwaargewonde en vijftig dodelijke slachtoffers (2015). Twintig jaar terug waren dat er nog drie keer zo veel. En dan nu het wapen. De vrachtauto waar de crimineel mee over de kerstmarkt reed.

Nog een bruggetje. Naar Iran (Nee, dat ligt niet bij Tunesië om de hoek, maar vijfduizend kilometer oostwaarts. Net zo ver als van hier naar Moskou en weer terug). In Iraanse steden vielen ook veel verkeersslachtoffers. En dat kwam niet alleen door die wapperende chadors die tussen de wielen belandden. In Teheran bouwde men daarom loopbruggen en de grootste moordwapens werden verboden: vrachtauto's komen er niet meer in. Rondom de grote steden worden alle goederen nu overgeladen op kleine bestelauto's. Ook daar kun je uiteraard slachtoffers mee maken. Maar het is geen vergelijking met de mitrailleurs op wielen die Nice en Berlijn terroriseerden.

Dus beste Merkel, laat u niks wijsmaken. Criminelen zijn overal. Sommige extremisten menen brand te moeten stichten op scholen, anderen in asielzoekerscentra. De één slaat toe op een feest in Nice, een andere idioot op een markt in Berlijn. Criminelen zijn van alle tijden, alle gezindten en alle nationaliteiten. Goed om die aan te pakken. Maar neem hen ook de wapens uit handen. Handhaving is simpeler dan die van een verbod op bellen op de fiets. Desnoods kunt u nog een truckmeldpunt overwegen.



















Rest me alleen om de lezer die tot hier is gekomen te vragen: 'Vindt u het gevaarlijker om naast Fatima te wonen, of naast een druk verkeerskruispunt?' Of vindt u dat het grootste, sluipende gevaar schuilt achter een keuze voor dat eerste?

vrijdag 16 december 2016

Max

'MAX', las ik in de hoek van het beeldscherm. Toen Wandert weer eens op de buis was. U weet wel, die droogkomische bioloog. Ik maakte hem eens premier van een kabinet dat verder bestond uit Sheila Sitalsing, Job Cohen, Nelleke Noordervliet en nog zo wat lieden die wellicht niet hoog scoren als onderbuikgerommelmenner, maar wel veel verstand van zaken hebben. En vooral van mensen. Maar die Wandert, dat is dus gewoon Midas Dekkers. Ik hoorde van meerdere kanten dat zijn hoofd lang niet op tv was verschenen. Maar hij was wel op de radio. Dat onvolprezen medium waarnaar je ook onder het afwassen of stoppen van je sokken kunt luisteren. Maar ja, dat doet natuurlijk geen hond meer. Midas was dus kennelijk naar Max overgestapt. Max. Ik mag die naam wel.

Ik zag vanmiddag ook een Max fietsen. Toen ik, in de vroeg vallende duisternis, met een kunstenaar de natte gevel van een huis stond te inspecteren. Ik was al op het dak van de buren geweest en had emmertjes water in verschillende goten gekiept om de bron van de nattigheid te achterhalen. Als stopmiddel had ik wat teer in de open naden van het dakleer gespoten, terwijl een vriendelijke student mijn ladder op het gammele balkon vasthield. Altijd lastig, die binnenstadklusjes. Al was het alleen maar vanwege het parkeren. De student lachte, net als ik, de passerende stadswachten vriendelijk toe. Die gelukkig geen boete uitdeelden, maar wel goed advies gaven. Dat ik er niet door kon, vanwege het festival op de Hoge der Aa. Toch aardig van ze. Te meer omdat de weg waar ik niet in mocht, sowieso al verboden was om in te rijden.

Met mijn leenautootje manoeuvreerde ik mij achteruit in de richting van politiek café de Wolthoorn. Misschien ging Max daar wel naar toe op zijn stalen ros. Max van de Berg, onze onlangs afgezwaaide commissaris van de koningin. Maar hij heeft vast nog pit genoeg om plaats te nemen in dat kabinet met Midas, Sheila, Nelleke, Job en Jan. Ja, want ook Jan Rot mocht niet ontbreken van mijn vader. Dan geven we Jan de rol van staatszanger. Kan hij elke Kamervergadering inleiden met een lied. 

Onder het koken hoor ik op de radio dat Nederland na tweeëndertig jaar weer een wereldkampioen dammen heeft. Ene Roel Boomstra. Op de vraag wat hij gaat doen nu hij deze droom heeft waargemaakt, antwoordt hij: "Mijn planning ging tot hier. Ik zou het echt niet weten." 
Weet je wat? We zetten die Roel gewoon ook in dat kabinet. Samen met zijn tegenspeler Jan Groenendijk. Want dammers zijn strategische denkers. Gaan to the max, maar zonder plan geen actie! Aan de pers zijn deze piepjonge denksporters al gewend. Want bij DWDD (verdorie, alweer dat kastje!) zagen we dat ze zowel in een Haags glazen huis als in de eerste kamer hadden gespeeld. Als dat geen hoge binnenkomer is!

En Matthijs' tafelheer Akwasi wordt dan gewoon vicepremier. Of nee, we maken in één klap korte metten met dat gekleurd denken. We laten Midas tweede viool spelen en Akwasi wordt de eerste echte hiphoppremier. Horen we ook nooit meer dat gezever over 'de kloof tussen kiezer en politiek'. Stemgerechtigden zijn bij het installeren van dit kabinet weliswaar kiezer af, maar aan betrokkenheid van 'de burger' is dan geen gebrek meer. En zonder verkiezingen zijn we ook meteen verlost van internettrollen die de boel opstoken om verwarring te zaaien. Bewaker van het kabinetsbeleid wordt Sunny Bergman. Die met haar documentaire 'Wit is ook een kleur' mooi laat zien hoe blind we zijn voor de privileges en vooroordelen van witte mensen. Maar als vrouw draagt ze natuurlijk ook de sleutel om als rolmodel de nog altijd aanwezige stereotypering van vrouwen om te buigen.  

Zo, en nu ga ik eindelijk de zwarte teer onder mijn nagels vandaan peuteren. En dromen van het trio Midas-Akwasi-Sunny. 

maandag 12 december 2016

Stemt allen op het hemd van de boshoer!

Dat ik niet moet vergeten om zelf reclame te maken. Op social media en zo. Dat stond er bij.
Dat houdt dan vast ook in dat ik een Facebook account moet aanmaken. Heb ik er straks wéér een verslaving bij. Alsof schrijven, wordfeuden en roken al niet genoeg tijd opslokken.

Maar ik weet het goed gemaakt. U krijgt gewoon hier als trouwe lezer (of kersverse lurker. Wees welkom allemaal!) een portie ongevraagde reclame. Er zijn een vakjuryprijs en een publieksprijs te verdelen. Voor dat laatste dan natuurlijk ook de vraag om te stemmen.  Als u het de moeite waard vindt tenminste.

Het is geplaatst onder non-fictie verhalen. Maar het had ook in de categorie 'history' kunnen staan. Als die er tenminste was. Waarmee ik maar wil zeggen: huiselijk geweld kunnen we hopelijk ooit verbannen naar de geschiedenisboekjes.








   

dinsdag 22 november 2016

Zwartkijken

In praatprogramma's wordt ons regelmatig verteld dat een zwarte knecht niet meer van deze tijd is. Hoeveel we ook houden van de Zwarte man. Maar er is goed nieuws voor de laatste believers van blackface! Want waar je ook kijkt, overal wordt onze traditionele kijk op gekleurde mensen bevestigd. Niet omdat de Hema nu opeens weer chocoladeslaafjes in het schap heeft. Wel door op tv en in de krant ons de verhevenheid van het blanke ras voor te schotelen. Met daaraan gekoppeld de rol die de zwarte bevolking zich laat aanmeten.

Mijn jongste zoon ziet Zwarte Piet graag blijven. Ik vermoed omdat zijn klasgenootjes dezelfde mening zijn toegedaan. En ik begrijp best dat je als brugpieper maar één echte zorg hebt: Niet afwijken. Wie in een groep functioneert, voegt zich naar de geldende norm. Dat geldt niet alleen voor brugpiepers.

Kees' (12) argument is dat Sint de kinderen heeft bevrijd uit hun slavernij. Dat het dus iets goeds was, iets positiefs. Het idee dat de witte (man) de redder is en de Pieten daarmee tot gelukkige, bevrijde slaven maakt is een fijne gedachte. Het geeft houvast. Het maakt de wereld voorspelbaar en veilig. Het is precies dat veilige gevoel dat het op de buis goed doet. 

Zo vraagt presentator Krabbé bij 'The Voice of Holland' aan de gekleurde zangeres, die in Los Angeles woont, om een nadere verklaring omtrent haar huidskleur. Nee, dat vraagt hij natuurlijk niet zó. Eerst wordt haar blanke zus in beeld gebracht (zoek de verschillen) en dan Krabbé die met een grote glimlach en opgetrokken wenkbrauwen zegt: 'Sprekend!' en 'Leg eens uit' (Ha, fijn!, wij vroegen ons als kijker ook al af hoe dat zat. De gedachte dat de zangeres van negenentwintig zich vast al ettelijke keren heeft moeten 'verantwoorden' voor haar huidskleur, maakt van mij waarschijnlijk een oude zeur. Een spelbreker.)

Stralend vertelt ze dan hoe ze als baby'tje (Aaaah, zwarte baby's zijn lííef) bij een fantastisch gezin mocht (!) wonen. Ze doet er nog een schepje bovenop door te vertellen hoe blij ze is om in Nederland Hollandse pot te kunnen eten. Want dat heb je niet in Amerika. (Geen woord over wat ze daar doet. Blijkbaar is boerenkool relevanter voor haar zangcarrière dan haar baan). Dan volgt het beeld waarbij ze, met het bord op schoot. de moeder prijst over hoe goed die altijd voor haar is. Het plaatje is bijna compleet: Zielig zwart kindje, lieve (kokende) moeder en dankbaarheid als volwassen vrouw. Ik voel ook mijn eigen mondhoeken omhoog krullen. Een betere inleiding van het weekend bestaat niet.

Na haar auditie neemt ze de loftuitingen op haar uiterlijk van de blanke jury in ontvangst. (Nee mensen, ik ga géén parallellen trekken met de wereld van vóór 1863, Want het wankele lijntje dat ik met u als kritisch lezer heb opgebouwd, wil ik niet kwijt). Jurylid  Ali B. vraagt haar om nóg iets te zingen. Want met Justin Biebers' 'Love yourself', was ze niet op haar best. Na het soulnummer klinkt een daverend applaus. Volgens Ali past dit nummer beter bij haar.

Voordat we te zien krijgen wie ze als zangcoach kiest, komt er nog een blokje ster. In één spotje wordt vier keer achter elkaar 'Afrika' genoemd. Afgewisseld met woorden als 'diarree' en 'dood'.  Het is me niet duidelijk of ik als kijker wordt verleid tot het kopen van een lot en daarmee het fijne gevoel krijg dat ik 'arme zwartjes' help (ik doe het heus niet voor dat miljoen) of dat er, met de kerstdagen voor de deur, een direct appel op mijn portemonnee wordt gedaan. Wél weet ik dat binnen een paar seconden het beeld van een ziek continent is neergezet. Waarom zie ik nooit een oproep voor steun aan een onderzoek naar kanker op een universiteit in Kenia? Of, nog gekker, om je voor zo'n onderzoek als proefpersoon aan te melden? Maar dat zou vast de wereld op kop zijn zetten. We kunnen in de wetenschap toch moeilijk worden voorbijgestreefd door die achterlijke zwartjes! Dat druist in tegen ons wereldbeeld. Waar we zaken het liefst zo houden zoals we denken dat het is. Lang leve de traditie.

Het nieuws dan? Dat brengt toch objectief de werkelijkheid in beeld? Over een item over chocola hoor ik dat fairtrade chocola nooit echt eerlijk kan zijn. In de minireportage krijgen we bezwete koppies in beeld. De voice-over vertelt dat deze jongens 'ingestudeerde antwoorden' geven omtrent hun leeftijd. Een donkere jongen kapt zwijgend verder met zijn machete. Een kind dat moet werken. Het is me wat. 

Mijn gedrukte krant (Trouw) doet qua beeldvorming ook een duit in het zakje. Op Obama na, zie ik vooral foto's van witte mannen op leeftijd op hoge functies. Op pagina twaalf van de bijlage staat een foto van een man met ontbloot bovenlijf. Van achteren gekiekt. Met opgeheven armen sjouwt hij een zware plank uit het bos (!). De zon laat zijn gespierde bovenarmen goed uitkomen. U mag raden naar zijn huidskleur. De tekst van het artikel luidt: 'Fout met hout uit Kameroen'.


Hoopvol werp ik maandag een blik in de NRC. Naast een naamloze zwarte man -Één op de zes hardlopers raakt oververhit-, bevat alleen de cultuurpagina wat kleur. Bij het stelletje dat 'wereldfilms' aan de man brengt zien we van hem zijn mooie billen. De vrouw ernaast draagt een rokje van raffia. En in het artikel over de kunstbeurs neemt men de term 'beeldvorming' wel héél letterlijk. (zie foto). De ontbrekende voorkant van het halfnaakte filmstelletje wordt hier in één Afrikaans kunstwerk gevat.

-------------------
Ik houd mijn zoon of andere voorstanders van Zwarte Piet niet verantwoordelijk voor de slavernij. Wel lijkt het me zinvol om eens stil te staan bij de tijd die voorafging aan de afschaffing hiervan. Iets met tradities. Hieronder een aantal anekdotes uit die tijd. Er is meer over te lezen in de biografie van koning Willem III. Redder van de Slaven.

'Ook petities tegen de slavernij laat de koning voor zover bekend onbeantwoord, terwijl de discussie over het onderwerp levendiger wordt.'

'Het regent preken van de kansel en voorstellen over de beëindiging van de slavernij.'

'De commissie gaat behoedzaam te werk. Te behoedzaam, vindt Groen. Dit leidt tot ‘eene emancipatie die over duizend jaren welligt tot stand’ zal komen, roept hij gefrustreerd. Hij stapt op.' 

'De aard van de zwarte bevolking maakt het volgens het kabinet nodig hen ‘te behandelen als onmondigen, die raad, leiding en ondersteuning noodig hebben van hunnen voogd’.'

'Missionarissen en zendelingen gaan na de aankondiging van de afschaffing van de slavernij massaal aan het werk om hun kudde liedjes te leren waarin ze hun blijdschap projecteren op de figuur van de koning, ver weg in het onbekende Nederland. Een mythe is geboren, over een vaderlijke vorst die in al zijn goedheid besloten heeft de ketenen van de slaven te verbreken. De mythe blijkt onuitroeibaar.' 


Ik wens iedereen een fijne pakjesavond.

zondag 6 november 2016

Zjuh swie an pan (2)

(deel 1)

De inmiddels in Nice gelande familieleden waren ook druk in de weer. Niet met 'zjuh swie an pan' maar met een koffer die een vlucht miste, (waar onder meer een lekkend flesje home-made pesto in zat) en een huurauto die niet op slot kon. Daar kon dit zusje dat om middernacht met haar kinders en zwerverstassen van een station moest worden gered, ook nog wel bij. Gelukkig spreekt mijn zus zes talen. Dat scheelt.

Maar inmiddels wisten de ouders wél dat deze dochter panne had. En dat bezorgde onze rechtgeaarde moeder natuurlijk de nodige ongerustheid. Geen nood. Het verhoogde onbedoeld de ontvoeringsstress. Part of the game.

In Nice waren we nagenoeg de laatsten in de wagon. (Treinstel... voiture, you name it). Op een paar opgetutte Senegalese meiden na. Mijn haar leek na zes uur treinen op dat van Ma Flodder. Zij droegen keurige hoofddoeken over al even keurige kapsels. Ze lachten en zongen mee met Youssou N'dour. De laatste 'seven seconds' swingden we met ons drieën de trein uit; "Des amis pour parler de leur peine, de leur joie. Pour qu'ils leur filent des infos qui ne divisent pas. Changer"

In de Provence was er Berlijnse pesto en Gronings brood. De oude heer mocht zich, onder het genot van één sigaar per dag, bezighouden met zijn wordfeud-verslaving. Moeders zocht haar toevlucht tot echt papier en verdiepte zich in de historie van de Noormannen. Vrij wandelen was toegestaan. Mits goed begeleid door ons ervaren kaartlezers. Bloot zwemmen in het ijskoude water werd, gezien hun leeftijd, sterk afgeraden. Oma zat zelfs een vreselijke film uit (alles voor de kleinkinders). Maar een aquarel maken in het veilig omheinde bos vond de vader fijn. Zie hier het resultaat.

Na een week met schranzen, lezen en debatteren, vlogen vier familieleden weer uit. Via Nice naar Amsterdam en Berlijn. Inclusief hun knoflookkoffer. Wij, de drie ramptoeristen, treinden via Parijs en Brussel in elf uur terug naar Groningen. Daar kon geen klusbus tegenop.

Die was trouwens nog niet gearriveerd. Dus misten we twee fietsen, een deel van mijn gereedschap, de peper, mijn bergschoenen, lakens, handdoeken, koffie, de laatste tuinoogst en nog honderd dingen meer.

Gister haalden we alles op.
De bus zelf stond nog op de brug.
Op de druiven en tomaten stond schimmel.
Ik had gewoon moeten blijven schrijven.
Dan mis je ook je bus niet.
Maar de ontvoering was geslaagd.
En de ouders lijden nu aan het Stockholmsyndroom.



vrijdag 4 november 2016

Zjuh swie an pan (1)

Ik had een goed kwartaal gedraaid. Ook de aangifte omzetbelasting was tijdig de deur uit. Het huis op orde, laatste rekeningen gemaild en zelfs mijn klusbus was voor een laatste check langs de garage gegaan. ('Ik zou niet weten waarom je met deze auto niet op vakantie zou kunnen'), Achterin laadde ik netjes twee fietsen, kratten met de speciaal voor ons gebakken broden, koffie, thee, suiker, kruiden, lakens en handdoeken voor zeven mensen en nog honderd dingen meer. De geplande ontvoering van onze ouders naar la douce France kon beginnen.

En toen mijn zus uit Berlijn met haar dochter in het vliegtuig naar Schiphol zat, was ik met mijn eigen kinders al driehonderd kilometer zuidwaarts in het Vlaamse land. Alwaar we overnachtten bij onze geliefde Olijf. En toen zuslief later met de aangehaakte ouders uit Amsterdam naar Nice vloog, reden wij vrolijk over de Franse autoroute. We dachten aan hoe vier familieleden ons al vliegend inhaalden en zongen mee met Maitre Gims' "Laisse moi partir loin dici".  

'So far so good'. Of, beter gezegd: 'Jusqu'ici tout va bien. 

Toen was er dat rare geluid.
Vlak bij een péage,
Waarna er gelukkig een P was.

De ANWB begreep na wat heen en weer gepraat dat ik langs de snelweg stond. Alwaar ze me niet mochten helpen. Want daar zwaaiden de Fransen de scepter. Waarna er een sms volgde met instructies wat ik in het grote roze oor moest zeggen: 'Zjuh swie an pan. Poeri-jee voe- man-vwa-jee uun dee-paa-neuz'  (vrij vertaald: 'Iek eb peg, kunt u maai un mannetju sturuh' )

Motor stuk. Bergbedrijf. Online trein zoeken. Vite vite, jongens, graai snel wat spullen bij elkaar! (maar filmpjes maken op de vrachtauto waar juist de bus op stond is veel leuker). Dus reduceerde ik zelf de de busvoorraad tot iets draagbaars waarmee we met ons drieën enigszins door de als een guillotine dichtklappende metropoortjes van Parijs pasten. Ja ja, want ongeacht waar je in Frankrijk strandt, of heen wilt. Over Parijs zúl je! Alwaar je van het ene naar het andere station moet per metro, taxi of RER. Om ergens met het openbaar vervoer in Frankrijk te komen moet je altijd dwars door Parijs.

De nood van de clochards op metrostation Bastille moest door zoon Frans (15) natuurlijk ook terstond worden gelenigd. Kees (12) balen: 'Nu hebben we straks niks te eten.' Maar de voedselbankactie van Frans verlichtte onze bagage gelukkig wel. Er volgden nog een kapotte kaartjesautomaat en een klemgeklapte rolkoffer (reistip: Draag die krengen altijd vóór je, anders riskeer je een arm-amputatie) maar toen zoefden we met tassen vol lakens (maar zonder jas), mét pepernoten, (maar zonder koffie) met driehonderd kilometer per uur naar de Mediteranée.
Hoezee!














vervolg









zondag 9 oktober 2016

Er is een lezer overleden (2)

(deel 1)

Selma Schepel kon als geen ander haar kennis van oude talen en beschavingen linken aan het hier en nu. Niet om duur te doen, maar om te begrijpen en begrijpelijk te maken. Het zijn met recht 'bijdragen tot de oplossing van het 'Weetnietbetersyndroom'. Met  een haast oneindige verscheidenheid.

Bij een verhaal over jongensbesnijdenis putte ze niet alleen uit de geschiedenis van duizenden jaren terug ('Nu hoeven we Herodotus niet altijd te geloven, hij had veel fantasie') maar haalt ze ook recentere bronnen uit de eerste hand aan: 'De eigenaar zag mijn teleurgestelde grimas aan voor een verlekkerde blik en sprak voldaan: ‘Ja, vrouwen vinden het maar wat leuk dat m’n eikel zo goed te zien is’. Die liefde was dus snel dood.'
Of wat te denken van het verhaal van een Somalische die in Helsinki op de lokale VVD lijst staat om dan via het Turks en Nederlands uit de komen bij een pan soep in zeven Finse naamvallen. 
Ze schreef over kastanjes, Rusland, taal en tandpasta. Door dit laatste heeft ze nog dagelijks invloed op mijn kinderen: plastic tandpasta komt er hier niet in. 
Bij een scheidend paus haalde Selma er drie profeten en een Sumerische koning bij. Bij de reacties ontspon zich een gesprek tussen twee lezeressen over het absurde maar o zo prachtige Italië. Eén van hen woont er met haar gezin, de ander -ik- keerde al twintig jaar geleden terug naar Nederland. 

Selma antwoordde: 
"Ik heb me tranen gelachen om jullie toch ook erg treurige verslagen. Zulke verhalen moeten eigenlijk in de krant. Hoewel, die wordt minder en minder gelezen. Dan in blogs met heeel veel exposure, Allemaal informatie over leven in Italië die mij onbekend was. Hoe absurd ook, het land wordt aantrekkelijker en aantrekkelijker voor me. Misschien ook wel een beetje omdat de dorheid, humorloosheid, lafheid en afknijperij van Nederland me de strot uitkomt. Gelukkig woon ik helemaal aan het uiterste randje van dit land: ik val er bijna af! Nogmaals bedankt voor jullie zeer aan mij bestede, hilarisch/droevige reacties."

Ook voor mij blijft dat absurde land aantrekkelijk. Ik ga er heen. Om te schrijven. Serieus te schrijven. Over een andere bijzondere vrouw. Die afstamt van Ieren, Fransen en Indianen. Zelf belandde ze vanuit Argentinië via Spanje in Italië. Waar ik mezelf ga opsluiten. In het huis van haar onlangs overleden schoonmoeder. 
Sterker nog, als u dit leest, ben ik daar al. 

Lieve Selma, dank je wel voor de moed die je me gaf. 
Ik zal blijven schrijven. Ook je andere advies zal ik in praktijk blijven brengen: 

Praten met de buren, koken voor vrienden, lief zijn voor geliefden. 



zaterdag 8 oktober 2016

Er is een lezer overleden (1)

Het idee om haar als lezer aan te duiden is wellicht wat aanmatigend. Want ze was in de eerste plaats schrijfster, scheepskok, spijkerschriftdeskundige, moeder, vriendin, musicus en nog heel veel meer.

Om eerlijk te zijn, haar uitbundige lach, heb ik bij haar moeten fantaseren. Want ik kende haar alleen online. Zo ook Zilvertje, die tot haar spijt pas een dag later hoorde van Selma's noodlottige val. Ik zelf las het tien maanden later. En schaam me een beetje. Maar misschien moet het een troost zijn. En blijk ik toch minder verslaafd aan internet dan ik soms vrees. Of, zoals Selma zelf het in één van haar laatste logjes schreef:

"Mijn blog staat al een tijdje stil.
Niet omdat ik dood ben, maar omdat ik meer en meer wil leven in het echte leven. 
Zoals voorheen. Zoals sinds mensenheugenis.
Dat is: praten met de buren, koken voor vrienden, lief zijn voor geliefden.
Zonder elektronica. Gewoon, gezellig. 
Het zou een slogan kunnen zijn van een reclamebureau:
Nieuw! Menselijk contact! Echt zijn. Probeer het ook eens." 

Dat zou er van komen. Dat contact. Ze mailde me een uitnodiging om met mijn jongens langs te komen in IJmuiden:
"Gelukkig hebben we op het Forteiland twee keer per jaar vrij bezoek voor familie en vrienden van vrijwilligers, dus dan kom je toch in oktober? Ik houd je op de hoogte. Leuk om je dan te ontmoeten. Je bent een van de weinige geesten op de diverse blogs door wie ik nogal een beetje veel geïmponeerd ben, eigenlijk."

Groetjes, Selma 

Dat laatste maakte indruk op me. Vooral omdat zij zelf columnist was bij Trouw, voor Opzij had geschreven en voor de bibliotheek voor de Nederlandse letteren. (De goden hebben hun getal)

Was het mijn schrijfstijl? doelde ze op de inhoud? of beide? En zou 'imponeren' wel positief bedoeld zijn? Ik weet het niet. En kan het niet meer vragen. Selma Schepel overleed op 22 november 2015, na een fietsbotsing. Ze werd zesenzestig jaar oud. Vijfenvijftig jaar eerder overleed Selma's eigen moeder op haar zevenenveertigste, bij een autobotsing. Hier schrijft ze het indrukwekkende verhaal van haar moeder. Die via Japan, Michigan en Finland in Hilversum terecht kwam.

............deel 2 ...............

dinsdag 27 september 2016

Listen to me

Er belt iemand. Niet met mij. Iemand die Engels spreekt. Een man. Geen Engelsman. Ik kan hem niet zien. Maar hoor wel wat hij verdient. Hij zegt vierhonderd euro per maand op te sturen, een kwart van zijn maandsalaris.  'Listen... listen to me, I'm not finished yet....'

Aan het geluid te horen ijsbeert hij op en neer in een tuin verderop. De mensen aan wie hij het geld stuurt zouden een huis bouwen. Waarin ze al zijn gaan wonen. Wat hij onverstandig vindt. Want er is iets met de eerste verdieping. Die ook nog niet 'finished yet' is. And did they told you that he will get een kamer helemaal for himself? Waar hij kan gamen?

Kennelijk is het opsturen van geld voor het bouwen van het huis ook een investering in zijn eigen toekomst. Maar het is 'Not enough', Not en-nough!!!.... I told you!!! Listen to me!! 

Probeert hij de ander nu te vermurwen om óók geld te sturen? Is het zijn zus? of broer? Dat laatste lijkt me onwaarschijnlijk. Veel mannen vinden het onverteerbaar om 'luister naar me' te horen te krijgen. Ze zullen het vast ook niet snel zelf tegen een andere man gebruiken.

Intussen meet en zaag ik nieuwe stukken hout voor de verrotte dorpel en zijstijlen van een kozijn. Op mijn knieën. Een oudere man uit een andere tuin kijkt op me neer. "Je hebt er wel mooi gereedschap bij." Hij leunt met zijn armen over elkaar over de lage schutting. Ik begin een babbeltje met hem over de Engelsman die niet Engels is. En boos blijft. Over 'Honey Listen', zoals zijn gesprekspartner nu wordt aangeduid. De oude buurman zegt niks terug. Hij laat wel veel scheten. En een boer. 

Ik lijm de stijlen vast en zet er klemmen op.
De Engelsman is uitgepraat.
Of het huis in Marokko, op Sumatra of in Etten-Leur wordt gebouwd weet ik niet. 
Wel weet ik dat de oude buurman doof is.
Zo hoor ik later van de mensen voor wie ik werk.

woensdag 14 september 2016

Bijzonder, geweldig en onbescheiden (2)

(wat er aan voorafging)

Dat zo'n felle zon in september bijzonder is, vinden ook mijn buren. Ze draaien Peter Blankers 'Het is moeilijk bescheiden te blijven'  De vrouw des huizes zingt mee. Ook haar hoef ik niks uit te leggen over vrijheden. Hoewel?

Schippers is het niet alleen te doen om de vrijheid van onszelf, maar ook om die van anderen. Ze zegt 'het raakt ons dieper dan we denken'. Zit ook wat in. Toch weet ik vrij zeker dat ze mijn buren niet bedoelt als ze praat over 'Onze cultuur is een stuk beter dan alle andere' . Of moet ik aan één van de vijf kinderen die mijn buren rijk zijn, vertellen dat ze zich kunnen opwerken, dat ze zich mogen uitvechten uit de armoe die zij van generatie op generatie kennen.

Maar laat ik vooral niet te snel oordelen. Mijn buren zijn gewoon bijzondere mensen. Ze hebben alleen toevallig een wat andere muzieksmaak. Dus geniet ik op deze bijzonder warme septemberdag van het laatste tuinontbijtje, Met de eerste jam van eigen fruit. Mijn zoontje noemt de muziek van de buren 'homomuziek'.

Misschien moest ik hem, én minister Schippers én de nikaabdraagster, en de Hollandse horecabaas met zonnebril, en mijn buren, eens naar deze clip van 'The knife' laten kijken. Ben erg benieuwd naar de discussie die daarna volgt. Ze zijn vast erg eensgezind in hun oordeel over hurkplassende dames, vastgebonden motormeiden, blinde homo's en travestieten.

"Wij, die ons hebben losgemaakt van de kerk, bespreken de rechten van moslimvrouwen niet met deze vrouwen, maar met mannen. Met het patriarchaat. Met de gebruikelijke, altijd religieuze belangenclubs. Met het moskeebestuur, dat in de regel alleen zichzelf vertegenwoordigt. De mannen die belijden dat ze tegen dwanghuwelijken en eerwraak zijn. Maar die zich niet expliciet willen uitspreken voor het recht van vrouwen op seksuele zelfbeschikking."

Toch jammer dat het gesprek dat ik vrijdag had met de Syrische dame vooral over de bijbel ging. Misschien had ik haar moeten vertellen dat er naast Bijbelstudie nog meer te beleven valt in Nederland.

"Er zijn genoeg mensen in de migrantengemeenschappen die snakken naar vrijheid, met of zonder hoofddoekje. Die vooruit willen. Mijn vraag is: kúnnen ze dat ook?  Gelden onze vrijheden, onze Grondwet, onze kernwaarden ook voor hen? Of accepteren wij het bestaan van parallelle werelden in Nederland, met parallelle werkelijkheden? Vrijheid voor de één, onvrijheid voor de ander."

Tijdens het bijbelgesprek speelde de Syrische kleuter iets te hardhandig met het haar van haar moeder. Die trok een grimas van pijn en praatte vrolijk door. Over de sport van haar zonen en de muziekles van haar dochter. Het meisje zelf wilde liever dansen. Wat zou zij vinden van "Pass this on" (kijken!), ook van 'The Knife'. En wat vindt u eigenlijk? als ruimdenkende lezer?  'Terwijl al die mannen dansen in de kantine, zitten hun vrouwen thuis opgesloten?'

Misschien moesten we veel mannen inderdaad maar laten dansen. Misschien vinden veel vrouwen het wel fijn om alleen thuis te zijn. Zonder kerel om zich heen. Om te genieten van hun vrijheid.

Zachtjes neurie ik: "Het is moeilijk bescheiden te blijven"

zondag 11 september 2016

Bijzonder, geweldig en onbescheiden (1)

Is de zon fijner als ie bijzonder is? Zoals zeldzame dingen ook lekkerder smaken? En men liever op de tribune van de sportclub met een Syrische dame kletst dan beelden ziet van duizenden vluchtelingen die over een snelweg lopen?
De warmste septemberdag!
Ik plukte een aardbei uit mijn tuin!
En ik sprak met een echte vluchteling!

Maar ál te zeldzaam en bijzonder is ook niet leuk. Enige herkenning moet er blijven. Anders raakt alles maar in de war. Vrezen we het einde der tijden. Van onze beschaving. Paniek. Als het over een maand nog steeds vijfentwintig graden is, komen bezorgde klimatologen en milieuexperts de blije weermannen en vrouwen verjagen.

Een hoofddoek achter de kassa kan misschien nog net, maar een nikaabdraagster mag zonder dat iemand er van opkijkt worden neergezet als provocerende ninja die onze rechtstaat bedreigt. Of zo. Nu moet ik eerlijk bekennen dat ik zelf nog nooit met een vrouw sprak die ook haar mond had bedekt. En aangezien ik al moeite heb met mannen die zonnebrillen dragen, zou ik mezelf best een oordeel kunnen aanmatigen voordat ik ook maar naar de naam van degene die tegenover me staat heb gevraagd. Ook ik oordeel.

Maar goed, wat een dwaalspoor weer. Minister Schippers vindt dat we onze verworvenheden, ook die van het met onbedekte haren over straat mogen, moeten verdedigen. Dat we onze zusters aan wie deze vrijheden worden onthouden, te veel aan hun lot overlaten. Daar zit wellicht wat in. Maar het riekt toch ook naar 'helpt de achterlijke zwartjes', vindt u niet? 

Zaterdagmiddag. Tijd voor boodschappen. In de Aldi loopt een vrouw met hoofddoek. En tattoos. Ze is vast kaal door de chemo. Dan mag het. Je hoofd bedekken. Want kaal is niet normaal. Dan mag iemand zich met recht bedekken tegen andermans blikken. Haar hoeft niemand te vertellen dat je in Nederland kaalhoofds over straat mag. Hoewel het wel lijkt alsof ze verlegen zit om een praatje. Maar degene die ze aanspreekt bij de diepvries, lijkt zich ongemakkelijk te voelen. Misschien is praten met iemand die kanker heeft nog moeilijker dan met een ninja.....

(vervolg)